Recht op huisvesting moet dringend worden gewaarborgd

Als er grond voor fabrieken is, dan zeker voor de mensen.
Als er grond voor fabrieken is, dan zeker voor de mensen.

"Si gen tè pou izin, dwe gen tè pou kay."

In de ochtend van 12 januari 2012 trok een groep vrouwen, kinderen en mannen door de straten van Port-au-Prince. Allen droegen ze witte kleren, een symbool van rouw in Haïti. Op plaatsen die in januari 2010 massagraven waren geworden, werden ter herinnering bloemenkransen neergelegd. Maar de optocht was evenzeer een teken van protest. Twee jaar na de aardbeving was er nog steeds niet gezorgd voor degelijke huisvesting voor de slachtoffers. Klaagzangen werden dan ook afgewisseld met protestliederen, men was het lange wachten beu.

Haïtiaanse sociale organisaties hadden januari 2010 graag gezien als de aanzet voor een nieuw begin.Twee jaar later verblijven echter nog steeds 520 000 slachtoffers in mensonwaardige omstandigheden in vluchtelingenkampen. Er zijn gedwongen uitdrijvingen en vrouwenrechten zijn er helemaal niet gewaarborgd. De manifestanten riepen de regering dan ook op om eindelijk eens werk te maken van een landhervorming en een sociale huisvestingspolitiek. Alhoewel sociale en politieke bewegingen het in Haïti vroeger vaak oneens zijn geweest over de te volgen weg, heerst er thans eenstemmigheid: het recht op huisvesting moet dringend gewaarborgd worden.

We geven nu enige fragmenten weer uit toespraken die omstreeks 12 januari rond dit thema werden gehouden.

Op een persconferentie die door de bewoners van het Kamp Mariani werd georganiseerd samen met leden van het BAI,(Bureau des Avocats Internationaux):

Tegenover de nationale en internationale gemeenschap willen we met klem getuigen van de dreigende gedwongen uitdrijvingen en de willekeurige, onwettige en gewelddadige acties die de burgemeester en het lokale bestuur hier samen met de landeigenaar ondernemen. We kunnen de toestand niet langer aan. Daarom vragen we dat alle instellingen die bij onze zaak betrokken zijn (de president, de regering, de burgemeester, de ngo’s, mensenrechtenorganisaties) onze situatie zouden willen in ogenschouw nemen. Aan de agressie tegenover ons moet dringend een halt worden toegeroepen en onze basisrechten moeten worden gerespecteerd. Volgens artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft immers iedereen recht op huisvesting.

Uit een toespraak van Marie Frantz Joachim, lid van SOFA namens CONAP (Coordination Nationale de Plaidoyer pour les Droits des Femmes), gehouden tijdens de herdenkingstocht van 12 januari:

“Vandaag manifesteren we ook voor allen die er niet meer kunnen bij zijn.Wij zijn hen nog niet vergeten en zullen hen ook in de toekomst niet vergeten.En tot de overlevenden zeggen we dat we blijven strijden voor de heropbouw van Haïti.”

Uit respect voor de strijd van onze voorouders willen wij thans ook vechten voor al wie in de tentenkampen verblijft. Het gebrek aan huisvesting is een structureel probleem. Dakloze Haïtianen kunnen niet altijd in de kippenhokken blijven wonen die ze thans krijgen toegewezen. Deze situatie is mensonwaardig. Daarom roepen wij alle sociale bewegingen op om samen te ageren.

Van het Oog-in-Oog Platform (Platfòm Je nan Je), waarvan o.a. vier grote boerenorganisaties lid zijn, in een verklaring aan het Haïtiaanse parlement tijdens één van de protestmarsen:

Van de regering vragen we het volgende:

  • Verlos de mensen van de tentenkampen, maar stuur ze niet terug naar de vroegere sloppenwijken of stop ze ook niet in de gebrekkige hokken die na de aardbeving werden rechtgezet..
  • De regering moet een risicoanalyse laten uitvoeren om veilige bouwplaatsen te kunnen definiëren. Bouwgronden moeten onderscheiden worden van landbouwgronden.
  • De regering moet een sociale huisvestingspolitiek opstarten die duidelijk is, zowel voor stedelijke zones, als voor rurale gebieden.
  • Als mensen verplaatst worden moet ook hun veiligheid worden gewaarborgd.

Uit een rapport van RNDDH (Réseau National de Défense des Droits Humains), een prominente Haïtiaanse mensenrechtenorganisatie, gericht aan de relevante instellingen :

  • Plan herhuisvestingstrategie in samenspraak met de slachtoffers.
  • Ontwikkel een sociale huisvestingspolitiek samen met diensten van de Haïtiaanse regering.
  • Versterk alle instellingen die nodig zijn ter controle van de situatie in de kampen.
  • Zorg dat de mensenrechten bij elke heropbouw worden gerespecteerd.

Uit een toespraak van Colette Lespinasse en Reyneld Sanon van het FRAKKA-collectief voor recht op huisvesting, dat een dertigtal sociale organisaties en vertegenwoordigingen uit de kampen verenigt:

  • De regering moet het gebruik van de gronden op Haïti omschrijven
  • Het parlement moet een wet opstellen en goedkeuren die het recht op huisvesting garandeert.
  • De regering moet door onteigening voor openbaar nut zelf gronden verwerven, zodat er genoeg terreinen ter beschikking komen van de ganse bevolking.
  • Bij beslissingen over huisvesting moet de bevolking worden gehoord, kinderen en mindervaliden inbegrepen.
  • In elke buurt moet waardig en veilig kunnen geleefd worden
  • De soevereiniteit van ons land moet herwonnen worden, pas dan zullen fundamentele rechten kunnen worden gewaarborgd.

Bij een uiteenzetting over huisvesting in het kamp Carradeux door Olrich Jean Pierre medewerker van Bri Kouri Nouvèl Gaye, een alternatieve mediagroep:

Wanneer we opkomen voor huisvesting gaat het niet alleen over de gebouwen. Er is meer nodig. Zo is een woonst zonder drinkbaar water in de omgeving geen waardig verblijf. De bewoners hebben evenzeer recht op gezondheidszorg. We strijden ook voor staatsscholen zodat onze kinderen een goede opvoeding krijgen en het later beter zullen hebben.
Aan de regering zullen we vragen of de gebouwde huizen ook toiletten hebben. Want we zijn een waardig volk dat verdient gerespecteerd te worden.

Alexis Erkert, vertaling Paul De Wolf
7 april 2012

Meer artikels uit deze rubriek