Rentabiliteit van de heuvelmeren van Lorobe en Bassin Bœuf

Bonnet-Casson Alban maakte in 2005 als eindwerk aan het Franse Institut de Formation et d’Appui aux Initiatives de Développement (IFAID) een evaluatie van het project “Valorisatie van twee heuvelmeren”, waarin hij zelf van 2003 tot 2005 tewerkgesteld was als vrijwilliger van het Association Française des Volontaires de Progrès (AFVP) bij de boerenbeweging Mouvman Peyzan Papay (MPP) in het kader van het programma Steun aan de Voedselzekerheid gefinancierd door de Europese Unie via de Belgische NGO Protos.

Historiek

Reeds in 1999 werden met de MPP als initiatiefnemer twee heuvelmeren gegraven in Lorobe en Bassin Bœuf, nabij Cerca-la-Source, in het Hoog Centraal Plateau. De kostprijs bedroeg respectievelijk 156.000 € en 83.200 €. De financiering gebeurde door de Europese Unie met het partnerschap van Protos en AFVP.

In 2001 werd door dezelfde partners een rehabilitatie van de heuvelmeren uitgevoerd ten bedrage van 95.424 € voor Lorobe en 105.950 € voor Bassin Bœuf. Ten slotte werd er een derde project uitgevoerd om de heuvelmeren te valoriseren. Het bestond erin de irrigatie-oppervlakte grotendeels stroomafwaarts en in mindere mate en met behulp van pompen stroomopwaarts te vergroten. De kostprijs bedroeg 54.695 € voor Lorobe en 65.305 € voor Bassin Bœuf.

Betrokken boeren

Zoals vele gronden in het Hoog Centraal Plateau zijn deze rond de 2 heuvelmeren eigendom van de staat. Zij werden traditiegetrouw aan de boeren voor een lange periode en tegen een lage prijs verpacht.
Aangezien de gronden toebehoren aan de staat, zijn ook 2 staatsinstellingen, namelijk de Directie van Landouw in het Centraal Departement (DDA-C) en het Nationaal Instituut van Landbouw en Landhervorming van het Centrum (INARA-C) nauw betrokken bij het beheer.
Per heuvelmeer werden de betrokken boeren georganiseerd in een boerengroep van een dertigtal leden, van wie bijna de helft vrouwen. De pacht aan de staat (5,50 € / ha) wordt nu betaald door de (door de staat erkende) boerengroep. De leden betalen jaarlijks lidgeld (0,65 €) en dragen bij voor het verbruikte water (0,40 € per perceel per oogst), verkiezen jaarlijks een bestuurscomité van 7 leden, dat wekelijks bijeenkomt met de ondersteuning van een animator van de MPP. De activiteiten bestaan vooral uit het bewerken van de geïrrigeerde velden, en in mindere mate uit viskweek en veeteelt. De geïrrigeerde velden beslaan in Lorobe 4 ha stroomafwaarts en in Bassin Bœuf 3,5 ha stroomafwaarts en 4 ha stroomopwaarts.

Ieder lid van de boerengroep bewerkt een geïrrigeerd perceel van ongeveer 1.000 m². Boeren die door de aanleg van de meren land hebben verloren, dienen door het INARA onder de vorm van een landruil schadeloos te worden gesteld.
Bovendien bewerkt ieder groepslid een dag per week een gemeenschappelijk perceel, waarvan de opbrengst in de groepskas gestort wordt. De groepskas dient voor het onderhoud van het irrigatiesysteem, de aankoop van zaaigoed, afsluitingen ter bescherming van de velden, voedsel tijdens de konbit (gemeenschapsdienst),…
Het merendeel van de leden is niet geboren in de streek, maar is afkomstig uit het noorden of het oosten en was op zoek naar een stuk landbouwgrond. De gemiddelde leeftijd van de boeren is 50, vrij hoog dus. Jongere mensen hebben meer de neiging om te migreren, vooral naar de Dominicaanse Republiek, waarvan de grens vlakbij ligt.

Landbouw
Traditiegetrouw planten de boeren maïs, bonen, gierst en in mindere mate maniok, bananen en suikerriet. Dank zij de irrigatie kan er een extra oogst aan maïs binnengehaald worden en kunnen er nu ook, en zelfs in het droge seizoen, groenten, zoals tomaten, uien, kolen, … worden geteeld.

De boeren krijgen echter nog altijd te maken met dezelfde problemen als vroeger:

  • De MPP verzet zich principieel tegen het bestrijden van insecten met chemische middelen, maar is nog niet ver gevorderd op het gebied van de biologische bestrijding.
  • In het Centraal Plateau bestaat nog altijd geen efficiënte structuur voor de verspreiding van zaaigoed.
  • De verdeling van het irrigatiewater gebeurt niet optimaal, waardoor de groenten in het droge seizoen niet voldoende water krijgen.
  • Dieren die aan de heuvelmeren komen drinken, vernielen daarbij vaak een deel van de oogst.

Viskweek

Sinds 1999 worden er in de heuvelmeren vissen gekweekt, namelijk de Chinese karper, de tilapia en de gewone karper.
Voor de visvangst worden werpnetten gebruikt. Daar de lokale boerengroepen deze techniek niet beheersen, wordt er een beroep gedaan op een vissersgroep uit Hinche, 10 km verder, die als vergoeding recht heeft op 1/3 van de vangst. De vangst gebeurt gewoonlijk tijdens de Goede Week, omdat er dan het meest vraag is naar vis.
De vis wordt onmiddellijk na de vangst verkocht. De leden van de boerengroep krijgen een bevoorrechte prijs en de opbrengst gaat naar de kas van de boerengroep.
De vangst in het meer van Lorobe ligt veel lager dan deze in Bassin Bœuf. Het meer van Lorobe is immers dieper waardoor de vissen makkelijker uit het bereik van de werpnetten kunnen blijven.
De vraag naar vis is groot en een verdere vorming van een vijftal leden per boerengroep dringt zich op, vooral in het uitzetten van pootvis en het brengen van regelmaat in het bevissen en schoonmaken van de meren.
Het reglement van de boerengroep bepaalt dat er in de meren geen kleren mogen gewassen worden om te voorkomen dat detergenten de visproductie in gevaar brengen.

Economische rentabiliteit

Volgens de berekeningen van de auteur Bonnet-Casson Alban werd de toegevoegde waarde ten gevolge van het bestaan van de heuvelmeren in Lorobe met 45 % per ha verhoogd en in Bassin Bœuf met 88 %. Het rendement van de laatste ligt hoger wegens betere resultaten in de viskweek. Indien men de investeringen afschrijft op 15 jaar, zouden slechts ongeveer 10 % van de investeringen afgeschreven zijn.
Mits een betere organisatie zou de toegevoegde waarde echter respectievelijk met 282 % en 374 % kunnen verhoogd worden. In dit geval zouden de investeringen afgeschreven zijn.
Bovendien wordt een groot gedeelte van het water niet benut. Van het meer van Bassin Bœuf (1,6 ha en 60.000 m³) wordt slechts 33 % gebruikt voor irrigatie, van het meer van Lorobe (3 ha en 100.000 m³) slechts 22 %.

Sociale impact

Het inkomen van de groepsleden werd verhoogd, wat hen toelaat het schoolgeld van de kinderen te betalen. Men kan constateren dat het schoolbezoek van de kinderen rond de meren heel hoog ligt.
De geproduceerde groenten worden voor meer dan 50 % verbruikt door de gezinnen van de groepsleden, wat een positieve weerslag heeft op hun gezondheid.
De gezondheidscentra worden drukker bezocht, wat verklaard wordt enerzijds door de hogere inkomsten van de groepsleden, anderzijds door de sensibilisering van de MPP, die de boeren ontraadt om voor gezondheidsproblemen nog langer naar de plaatselijke voodoo-priester te stappen.
De groepsstructuur brengt een zekere dynamiek op gang, waarin mensen leren samenwerken.
De irrigatie in het droge seizoen zorgt voor werkgelegenheid, in het bijzonder wanneer de groepsleden beroep moeten doen op externe arbeidskrachten, die anders zouden geneigd zijn om te migreren.
De groententeelt heeft een lichte daling van de groentenprijs op de markt in Hinche tot gevolg, wat de hele bevolking ten goede komt.
Ten slotte observeert men rond de meren een fauna en een flora, die al sinds jaren verdwenen was.

Bron: Rentabilité et atouts des retenues collinaires; Exemples d’un programme de construction de lacs collinaires dans le Plateau Central Haïtien; mémoire-IFAID Aquitaine, 2005, Auteur: Bonnet Casson Alban.

Bonnet-Casson Alban Samenvatting: Guy Clymans
22 juni 2014

Meer artikels uit deze rubriek