"Tegenpresident" Gourgue heeft heimwee naar het Haïtiaanse leger

De oppositiekoepel Convergence et Démocratie heeft op 7 februari, nog voor de installatie van Aristide als president, een eigen “tegenpresident” geïnstalleerd, Gérard Gourgue. Deze heeft inmiddels laten weten dat zijn ambtsperiode en die van zijn ‘voorlopige regering’ al met al vlot verloopt. Met zijn inaugurale speech heeft hij in elk geval de aandacht van de nationale en internationale pers weten te trekken. Hij blijkt namelijk last te hebben van heimwee naar het Haïtiaanse leger, die door Aristide tijdens zijn eerste mandaat afgeschafte instelling met een wel zeer macabere staat van dienst.

Hierbij enkele uittreksels uit Gourgues speech, door ons vertaald uit de Engelse (uit het Frans vertaalde) versie die ons door de Britse Haiti Support Group werd bezorgd.

Als ik over ballingschap spreek, laten we dan de leden van het Haïtiaanse leger niet vergeten. Deze ballingen moeten terugkeren op Haïtiaanse bodem, om ons hun doeltreffendheid te tonen in de strijd die wij zullen voeren tegen de straffeloosheid. Het leger is er om in de mate van het mogelijke levens en goederen te beveiligen, zoals de politie, om aan het burgerlijke gezag te gehoorzamen, om de orde te handhaven en om voor iedereen de veiligheid te garanderen. De soldaten hier en in het buitenland weten dat de voorlopige regering een inspanning zal doen, en zegt tegen hen: keert terug naar huis, omdat jullie reeds lange tijd het vagevuur hebben gekend voor zonden die jullie misschien niet hebben begaan. (…)

Ik erken het grondwettelijke bestaan van onze strijdkrachten. Zij moeten blijven beschermen en dienen, omdat in alle landen waar de politie soms niet voldoende doeltreffend is, er een tweede macht is, het leger, die gemachtigd is op te treden.”

Waarvan akte.

René Smeets
1 maart 2001