Voodoo: een manier van leven


Bizangokamer

Naar aanleiding van de tentoonstelling van de Lehmanncollectie in Genève

Het woord ‘Voodoo’ roept heel wat associaties op. Zowel in het Westen als op Haïti zelf doen de meest uiteenlopende opvattingen de ronde.

Voodoo blijft vaak omhangen met een waas van geheimzinnigheid. Door sommige auteurs wordt hij tot magie en tovenarij beperkt en onder één noemer gebracht met allerlei occulte stromingen. Anderen benadrukken dan weer zijn streven naar authenticiteit en originaliteit, ja zelfs zijn emancipatorische kracht. Ze noemen hem een echte religie, al moeten ze wel eens toegeven dat hij soms wordt omgebogen tot manipulatiemiddel voor politieke doeleinden. Regelmatig rijst dan ook de vraag of de voodoo mede oorzaak is van al de ellende en onderdrukking op Haïti, dan wel of hij eerder een gevolg, een symptoom moet worden genoemd.

Een tentoonstelling

De laatste tijd valt er vooral in academische middens een hernieuwde belangstelling voor de studie van de voodoo waar te nemen. Het is dan wellicht geen toeval dat er van 5 december 2007 tot 31 augustus 2008 in het Musée d´ethnographie te Genève een tentoonstelling loopt van voorwerpen uit de Lehmanncollectie. Deze tentoonstelling zal naar verluidt op een latere datum ook Amsterdam aandoen.

Marianne Lehmann is een Zwitserse die al meer dan dertig jaar in de Haïtiaanse hooofdstad Port-au-Prince woont. In die periode heeft ze blijkbaar zodanig enthousiast allerlei voodoovoorwerpen verzameld dat de kamers van haar woonst ondertussen met een collectie van ongeveer 3000 stuks liggen volgestouwd. Een driehonderdtal van de mooiste en meest representatieve objecten werden onlangs in een soort omgekeerde slavenroute over de Atlantische Oceaan gebracht en beleven aldus in haar geboorteland hun Europese première. Bij elke goede tentoonstelling hoort uiteraard een catalogus, maar dit keer werd in de collectie Tabou van uitgeverij Infolio tevens ‘Vodou ‘uitgegeven, een studieboek met twintig recente en, zoals we na lectuur konden vaststellen, zeer leesbare en interessante bijdragen over voodoo, geschreven vanuit verschillende disciplines.


Tweehoornige Bossoufles uit de Lehmanncollectie

Heden en verleden van de voodoostudie

Het boek bevat vier grote delen. In het eerste deel gaan de auteurs op zoek naar de markante etappes in het ontstaan van de studie van de voodoo. Ze wijzen erop dat deze studie waar bedreven door de Haitïanen zelf niet in het luchtledige is tot stand gekomen, ze situeerde zich binnen een sociaal-historische context en heeft deze op haar beurt beïnvloed. Een belangrijke periode was de eerste helft van de twintigste eeuw, met onder andere de Amerikaanse bezetting (1915-1934), het ontstaan van een cultureel nationalisme en de oprichting van de ‘école haïtienne d´ethnologie’. Haïtiaanse intellectuelen en schrijvers als Jean Price-Mars en Jacques Roumain eisten toen via hun werk de officiële erkenning van de voodoo op. Hun positie was vaak wat dubbelzinnig: want in naam van het volk richtten ze zich toch vooral tot de elite. Deze ‘doubleness’ is overigens een typisch uitvloeisel van het koloniale systeem, dat we ook terugvinden in andere ontwikkelingslanden waar de intellectueel gewrongen zit tussen zijn ‘eigen’ cultuur en die van zijn oude kolonisator.

De eerste belangrijke buitenlandse etnoloog die de voodoo in al zijn aspecten ernstig nam, was toevallig een Zwitser, wijlen Alfred Métraux. Hij beschreef hem als een complexe religie met een grote functionele creativiteit. Zijn ‘Le vaudou haïtien’ uit 1958 zou een waar referentiewerk worden. Interessant in dit eerste deel is daarom ook de bijdrage van Laënnec Hurbon, die blijkbaar een nieuwe editie aan het voorbereiden is van zijn ‘Barbare Imaginaire’ uit 1988, een ander standaardwerk over de voodoo.

Geen reductie

Het tweede deel analyseert de plaats die de voodoo in het dagelijks leven van zijn aanhangers inneemt. Uit de lectuur van de bijdragen blijkt dat hij vooral niet mag gereduceerd worden tot ‘religie’, noch tot het veel te vage ‘cultureel fenomeen’. Voodoo bestrijkt blijkbaar elk denkbaar psychologisch en sociaal domein. Zo zal hij zelfs rechtspraak verzorgen waar het officiële systeem faalt, en dat is op Haïti nogal eens het geval. Problemen rond grondbezit, erfenissen, diefstal, bedrog enz. kunnen gelukkig in de voodoogemeenschap met regulerende methodieken worden opgelost. Men zou zelfs kunnen stellen dat het op de eerste plaats de voodoo is die het individu in bescherming neemt tegen de willekeur van de Haïtiaanse staat omdat de voodoo een aantal fundamentele mensenrechten waarborgt. De gelijkheid tussen man en vrouw, bijvoorbeeld. Denk maar aan de belangrijke rol die de vrouw in de ceremonies heeft.

Ook het belang van de voodoo voor de gezondheidszorg mag niet onderschat worden. Het is niet dat men zo maar wat aan rommelt. Over de oorzaken van ziekten wordt een duidelijke visie gehanteerd. Ofwel hebben die te maken met een gebrek aan respect en inzet voor de loa´s en de voorouders en dus eigenlijk voor zichzelf, ofwel liggen de oorzaken in de magische sfeer van de interpersoonlijke relaties. In beide gevallen zijn er geëigende therapieën voorhanden die echter nog uitgebreider studie verdienen

Dat men voodoo zeker niet als te statisch mag zien, blijkt uit een artikel over ‘tron’, een soort moderne voodoovariant die thans opgang maakt in Benin, het land van oorsprong. Elementen uit het christendom en de islam hebben zich daar vermengd met de originele voodoo. Volgens sommigen een verarming, volgens anderen een verrijking. Maar hebben religies mekaar altijd al niet beïnvloed?

Historisch perspectief

In het derde deel wordt de voodoo vanuit een historisch perspectief bekeken. Zo heeft hij samen met de vrijheidsopvattingen van de Franse revolutie een grote rol gespeeld bij de Haïtiaanse onafhankelijkheidsstrijd op het einde van de achttiende eeuw. Veel nu nog steeds gezongen voodooliederen stammen uit deze turbulente periode. Een ander historisch relict is de figuur van de zombie, het symbool bij uitstek voor het eeuwig slaaf zijn. Dat er nog altijd zogenaamde zombies kunnen opduiken ,schijnt erop te wijzen dat de revolutie deels mislukt is. Op Haïti heerst immers nog steeds geen democratie. Tussen haakjes: zwarte slaven op Cuba en in Brazilië probeerden het Haïtiaanse voorbeeld te volgen, en al waren ze daarbij niet even succesrijk, ze zorgden toentertijd toch voor de nodige beroering en angst bij hun blanke plantage-eigenaars.

Twee andere artikels uit dit geschiedkundig overzicht hebben het enerzijds over hoe de vévé´s ontstaan zijn uit de samenkomsten van de allereerste slaven, en anderzijds over het verschil in opvattingen over de voodoo tussen Haïti en buurland de Dominicaanse Republiek. Vooral dit laatste is interessant omdat het iets weergeeft over de gespannen relaties tussen de twee buren. Zo had Haïti in de periode 1822-1844 de Dominicaanse Republiek bezet om beter weerstand te kunnen bieden tegenover de eventuele terugkeer van Franse troepen. In 1844 werd de Haïtiaanse bezetter echter door de Dominicanen verdreven en werd de ex-kolonie van Spanje dus in feite onafhankelijk van de ex-kolonie van Frankrijk. Het is daarna eigenlijk nooit meer goed gekomen tussen die twee. In de Dominicaanse Republiek werd jaren lang alles wat zwart en Haïtiaans was verworpen. Soms letterlijk, denken we maar aan de slachtpartij op duizenden Haitïanen onder president Trujillo. Soms figuurlijk, de Dominicanen verdrongen het zwarte deel van hun eigen verleden en ontkenden zelfs lange tijd botweg het bestaan van voodoo in hun land. Pas rond 1970 verschenen bij hen de eerste volwaardige studies.

De voodoo-objecten

Het laatste deel van het boek brengt een vrij filosofische reflectie over de status van de tentoongestelde objecten. Ontsluieren ze het geheim van de voodoo of vergroten ze het mysterie? Scheppen ze afstand of creëren ze nabijheid? Zijn het nog wel echte cultusvoorwerpen of behoren ze eerder tot het domein van de kunst? Aan de bezoeker om te oordelen. Voor wie zich niet naar Genève of Amsterdam wenst te begeven staan er op het internet alvast enige filmpjes ter kennismaking. Ziehier de adressen:

Paul De Wolf
1 juni 2008

Vodou / sous la direction de Jacques Hainard, Philippe Mathez et Olivier Schinz. – Gollion : Infolio ; Genève : MEG, 2007. – 444 p. ; 18 cm. – (Tabou, 5)

Meer artikels uit deze Lambi