Zombies op Haïti

Dat er op Haïti toch zombies zouden bestaan wordt door wetenschappers niet meer betwijfeld. Men is het echter niet eens over wat het fenomeen nu eigenlijk inhoudt. Zijn het ‘levende doden’ of zijn het ‘dode levenden’ ? In het eerste geval zouden het mensen zijn die eerst vermoord (=schijndood gemaakt) en begraven worden. Nadien worden ze dan terug opgegraven om als een soort verdoofde te werken voor een grondbezitter, dikwijls een bokor (=een priester-tovenaar). In het tweede geval zijn het mensen die reeds tijdens hun leven hun persoonlijkheid zijn kwijtgeraakt en als een soort robot moeten verder leven.

Als verklaring doen vele theorieën de ronde, die mekaar altijd wel ergens raken maar toch andere accenten leggen. Volgens antropologen en etnologen moeten we het fenomeen vooral situeren binnen een symbolische, imaginaire context. Dit wil echter niet zeggen dat er geen realiteit zou aan beantwoorden. Bepaalde symbolische woorden of handelingen kunnen een individu afsluiten van de gemeenschap en het ziek maken, ja in extreme gevallen zelfs doden.Onderzoekingen in dit verband werden reeds in de jaren dertig verricht door de Amerikaanse fysioloog W.B. Cannon en gepubliceerd in zijn beroemd artikel over de voodoo-dood1. Een vervloeking door een medicijnman of priester kan iemand zo’n danige psychische en fysische shock bezorgen dat hij eraan sterft. Er zijn hiervoor geen geheime giffen nodig. Wij betreden hier het terrein van de psychosomatiek die ook in onze westerse geneeskunde aan belang schijnt te winnen. Tot deze brede antropologische stroming behoort o.a. Laënnec Hurbon wiens boek Le Barbare Imaginaire2 we besproken hebben in Ayiti Nouvèl nummer 13. Interessante beschrijvingen en analyses treffen we ook aan in Levi-Strauss’ bekende Anthropologie Structurale3.

Andere, meer fysisch-causaal denkende wetenschappers (voor al wat gebeurt is er een zichtbare oorzaak te vinden) gaan nog steeds op zoek naar de stoffen die een zombifiëring kunnen veroorzaken. Zo zouden tetrodotoxine en datura voorkomen in bepaalde door bokors gebruikte giffen. Tetrodotoxine zou het zenuwstelsel verlammen en iemand schijndood kunnen maken. Datura maakt willoos. Dit alles werd ontdekt door de Canadese dokter N.Kline, de Amerikaanse botanicus W.Davis en de Haitiaanse psychiater L. Douyon4.

Dr Yves Saint-Gérard, een Haïtiaanse neuropsychiater die al enkele jaren in Frankrijk woont, situeert zich binnen deze laatste stroming maar werkt een enigszins eigen klinisch model uit5. Volgens hem veroorzaakt het toedienen van tetrodotoxine, en hij geeft daarvoor allerhande bewijzen uit de medische literatuur aan, zware hypothermie (onderkoeling). Hij noemt dit de fase van de prezombifiëring: het slachtoffer wordt door zijn omgeving dood verklaard en begraven. Nadien wordt het door de bokor opgegraven en langzaam terug tot leven gewekt. Meestal is er een hersenbeschadiging en via hypnose (manyétizé in het Creools) of toedienen van bepaalde producten zoals het reeds eerder genoemde datura wordt het tot een willoze slaaf gemaakt, tot iemand die nauwelijks nog persoonlijkheid heeft, kortom tot een zombi.

Saint-Gérard baseert zijn theorie op het medisch verslag van Clairvius Narcisse , een revenant, een bevrijde zombi dus, wiens geval ook reeds door Davis en Douyon werd bestudeerd. Narcisse overleed in 1962 als slachtoffer van zijn broer die zijn grond wou inpikken. Hij werd plots zwaar ziek en naar het Albert Schweitzer hospitaal te Deschapelles gebracht, waar hij twee dagen later overleed. Dit werd vastgesteld door een arts van het ziekenhuis. In 1980 echter duikt hij terug op en kan vertellen wat er ondertussen met hem gebeurd is. Volgens zijn zeggen werd hij drie dagen na zijn begrafenis ‘opgewekt’ door de houngan Joseph Jean en vervolgens op diens eigendommen jarenlang tewerkgesteld. Later werd hij dan door diens vrouw bevrijd. Omdat we van Narcisse over een echt medisch dossier beschikken (grote uitzondering op Haïti !), opgesteld door het ziekenhuis in 1962, wordt hij de beroemdste zombi van Haïti.

Nu wil Saint-Gérard dat zijn theorie van de hypothermie verder zou onderzocht worden, bijvoorbeeld door anaesthesisten, want er zijn vele raakpunten tussen een volledige verdoving en een toestand van schijndood zijn. Het zwakke punt blijft voorlopig dat hij zich baseert op slechts 1 geval. Het is onmogelijk om van daaruit op wetenschappelijk verantwoorde wijze een theorie te ontwerpen. Daarbij komt nog dat een aantal studies gepubliceerd in het toonaangevende blad Science, hét referentiepunt voor wetenschappers, zich erg kritisch uitlaat over de zogenaamde werking van het tetrodotoxine. Langs de andere kant heeft onze auteur wellicht gelijk als hij in zijn boek waarschuwt voor de vele misdaden die in naam van de voodoo gepleegd worden. Misschien is het allemaal niet zo spectaculair als hij beweert. Later onderzoek zal het moeten uitwijzen. Maar in elk geval stemt een uitspraak tot nadenken van Max Beauvoir, als houngan en chemicus lid van de Haïtiaanse elite, die zegt dat de voodoo een juridisch aspect heeft, dat erin bestaat ‘onwillligen’ te straffen, bijvoorbeeld door ze te zombifiëren en aldus uit het systeem te halen. Dit kan echter aanleiding geven tot ernstige misbruiken en heeft allemaal weinig met echte religie en echte rechtspraak te maken en doet eerder terug denken aan de dagen van de Duvaliers, met duidelijke vermenging van criminele daden en zogenaamde voodoo. Misschien moeten we ervoor oppassen om voodoo zonder onderscheid als een ‘Afrikaans goed’ te bestempelen, zoals in sommige kringen van Haïtiaanse intellectuelen een beetje mode was en is6. Wordt de voodoo niet vaak misbruikt door een elite om de massa te marginaliseren en gebruiken allerhande geheime secten en paramilitaire bendes hem soms niet om de onderdrukking te handhaven ? De kans is niet denkbeeldig.

1 W.B. Cannon, “Voodoo“Death, in American Anthropologist, April-June, 1942.

2 Laënnec Hurbon, Le Barbare Imaginaire,Editions du Cerf, Paris, 1988.

3 Cl. Lévi-Strauss, Anthropologie Structurale,Paris,Plon,1958. Vooral de hoofdstukken 9 (Le Sorcier et sa Magie)en 10 (L’Efficacité Symbolique) zijn hier van belang. Er worden parallellen getrokken tussen het ingrijpen van de shamaan en een psycho-analytische kuur.

4 De neerslag vindt men in E.Wade Davis, The ethnobiology of the haitian zombi, in Journal of Ethnopharmacology,9 (1983), 85-104. De thesis wordt ook uitgewerkt in een soort ‘wetenschappelijk avonturenverhaal’ van dezelfde auteur: The Serpent and the Rainbow, Simon and Schuster, New York, 1986.

5 Dr Yves Saint-Gérard, Le Phénomène Zombi, Editions Erès, Toulouse, 1992.

6 In de jaren dertig ontstond in Haïti een ‘negritude-beweging’, Les Griots genoemd. Een Griot is een Afrikaanse wijze, die tevens toekomst kan voorspellen. Een belangrijke figuur was Dr Jean Price-Mars met zijn boek Ainsi parla l’oncle. De beweging legde de nadruk op de waarde en de originaliteit van de Haïtiaanse cultuur.

Paul De Wolf
26 oktober 2007