“Zonder de Minustah hadden we al een reeks staatsgrepen gehad”

Ontmoeting met Micha Gaillard (woordvoerder Fusion)

Begin november 2006 was Micha Gaillard op bezoek in Frankrijk en België. Bij die gelegenheid was hij kort aanwezig op de algemene vergadering van het Europees Haïti Overleg en hadden we met hem een gedachtewisseling. Een Haïtiaanse kijk op de situatie in het land en de perspectieven met de nieuwe regering.

Micha Gaillard was jaren actief in het onderwijs, professor aan de staatsuniversiteit van Haïti, en lid van het rectoraat tot 2002. Hij was woordvoerder van gewezen president Aristide tijdens diens ballingschap in de VS (1991-1994). Hij heeft een aantal verenigingen opgericht, b.v. onderwijsvakbonden, en hij is tot vandaag medewerker van Haïti Solidarité Internationale, een Haïtiaanse ngo die zich bezighoudt met de mensenrechten. Van daaruit was hij mede-initiatiefnemer van het Forum Citoyen, een denkforum voor de vernieuwing van het justitieel bestel in Haïti. Als lid van de partij CONACOM (Congrès national des mouvements démocratiques) stimuleerde hij het ontstaan van FUSION, de samensmelting van Conakom, Panpra en Ayiti kapab, en vandaag is hij de woordvoerder van deze partij van sociaal democratische strekking.

De kidnappingindustrie

Om te beginnen vroegen we hem of Haïti klaar is voor de weg van dialoog en consensus om uit het slop te geraken? Gaillards concrete antwoord laat niet veel plaats voor twijfel: “Nabij de hoofdstad heb je een reeks krottenwijken met zowat 300.000 ‘uitgeslotenen’, met daarbinnen bendes die de inwoners domineren. Van de politie is ook een 20% betrokken bij of heeft banden met deze bendes. In de voorbije maanden is er een grote inspanning geleverd door de Minustah en de politie, waardoor ze nu aanwezig zijn in Cité Soleil. We zien dat de bendes hun terrein verleggen, o.a. naar de zuidkant van de stad, in Martissant. Onveiligheid is een probleem, in hoofdzaak in Port-au-Prince.”

Vele van de bendeleiders waren voorheen gemeenschapsleiders die Aristide heeft aangetrokken en die in zijn dienst zijn gaan werken, zo vertelt Gaillard nog. Bij het vertrek van Aristide verloren zij hun ‘baan’ en dus hun inkomen. Zij eisen nu terug hun baan op, “want ze hebben geholpen om Preval aan de macht te brengen”.

Kidnapping is een ‘industrie’ geworden, een relatief gemakkelijke bron van inkomen voor sommige bendes. Heel wat groepen worden echter ook gedomineerd door de drugsmaffia. In een staat die niet werkt, hebben ze vrij spel.

De verkiezing van Preval gebeurde deels mee dank zij deze bendes die macht uitoefenden op ‘hun bevolking’. Anderzijds kreeg hij ook heel wat steun vanuit de betere burgerij. Maar Preval laat zich niet beïnvloeden door hun logica van hand en spandiensten, evenmin als door de invloed van sommigen uit de rijkere burgerij. Dit betekent echter dat Preval een zeer behendig spel van evenwicht moet spelen om de groepen niet tegen elkaar op te zetten. Zijn boodschap is evenwel duidelijk: wie de wapens niet inlevert, zal er door sterven.

Traagheid en verdeeldheid troef

De nieuwe regering komt volgens Gaillard traag – te traag – op gang. Het P.A.S.(Programme d’Apaissement Social), een programma van sociale vrede, is nog niet gestart. Er zijn fondsen beschikbaar van de Internationale Gemeenschap via het CCI – Cadre de Coopération Internationale. De regering moet echter voorstellen en projecten uitwerken en indienen en dat laat op zich wachten. Het parlement is verdeeld en de afgevaardigden zijn eerder gericht op ontwikkelingswerk dan op politiek en wetgevend werk. De civiele maatschappij is verdeeld en op zoek naar zichzelf. Syndicale organisaties bestaan nauwelijks, sociale bewegingen zitten nog te veel in een logica van verzet en zijn op zoek naar een tweede adem. De internationale gemeenschap wacht op voorstellen. Er is kritiek op de Minustah – en terecht, aldus Gaillard -, maar zonder de Minustah hadden we al een hele reeks staatsgrepen gehad.

Het land heeft nood aan eenheid. Er is dialoog nodig om te kunnen bouwen aan een project van samenleving, waarin alle puzzelstukken van het land kunnen samengebracht worden en waar de diverse sectoren (industriëlen, burgerij, handelaars, boeren, vrouwenbewegingen, syndicaten, ngo’s) elkaar vinden en tot overleg komen om samen een project voor de opbouw en de ontwikkeling van het land uit te werken.

Greet Schaumans
1 december 2006

Meer artikels uit deze Lambi