Actueel december 2022

Auteur: Bart Van Malderen

Haïti implodeert. De scholen zijn sinds september niet opengegaan. Brandstof is schaars en daardoor vallen zelfs ziekenhuizen uit. Gewapende bendes zaaien nog altijd terreur, niet alleen in Port-au-Prince, maar in heel het land. Journalisten worden gedood. De vrouw van een politiek mandataris wordt betrapt terwijl ze wapens en munitie binnensmokkelt via de Dominicaanse Republiek.

In september waren er veel betogingen tegen de regering en de facto eerste minister Ariel Henry. Directe aanleiding was de beslissing van de de facto regering om de brandstofprijzen met meer dan 100% te verhogen. Dit kwam bovenop de schaarste van benzine en diesel, die al enkele maanden aansleepte. Het transport viel zo goed als stil, waardoor er op verschillende plaatsen een tekort was aan basisproducten zoals drinkbaar water, brood en bloem, olie, propaangas of houtskool.
De manifestaties verspreidden zich als een olievlek over het hele land. Er was geen openbaar leven meer. Commerciële banken gingen niet open, alle formele en informele handel hield op, de burelen en openbare diensten bleven dicht. Het gebrek aan olieproducten zorgde ervoor dat er quasi geen moto’s, auto’s en vrachtwagens rondreden. Wie dan toch de baan op ging werd overal geconfronteerd met wegversperringen. Alleen te voet kon men de barricades passeren. Een groot deel van de bevolking besloot thuis te blijven.

Scholen blijven dicht

Omwille van het heersende klimaat van angst en terreur, werd beslist om de opening van de scholen te verplaatsen van 5 september naar maandag 3 oktober. Maar in oktober was er geen verbetering van de algemene situatie. Integendeel, tijdens de protesten werden meer dan 30 scholen volledig geplunderd en vernield. Veel van deze instellingen moeten alles opnieuw heropbouwen vooraleer ze onderwijs kunnen aanbieden.
Zowel ouders, leerkrachten en directies zien een heropening van de scholen niet zitten. Kinderen die aangewezen zijn op openbaar vervoer kunnen niet naar school omdat er geen brandstof is voor de bus en er overal barricades zijn. Daarnaast is er de terechte angst bij leerlingen, leerkrachten en ouders om gekidnapt te worden door gewapende bendes.

Uitbraak cholera

Cholera werd in Haïti binnengebracht door Nepalese blauwhelmen die deel uitmaakten van de Minustah, de voormalige missie van de Verenigde Naties voor de stabilisatie van de situatie in Haïti. In de periode van oktober 2010 en februari 2019 stierven meer dan 10 000 mensen aan deze ziekte. Daarna werd gedurende een periode van drie jaar geen enkel geval van cholera vastgesteld.
De ziekte duikt nu terug op in de armste wijken van Port-au-Prince. De cholera verschijnt in een context van protesten tegen de verhoging van de brandstofprijzen en vooral de afwezigheid van brandstof, de schaarste van drinkbaar water en het bendegeweld waardoor het hele land ontwricht is geraakt.
Op 2 oktober raakte bekend dat minstens 8 personen overleden zijn aan cholera. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft gevraagd om aan Haïti vaccins te bezorgen tegen de cholera, maar met een wereldwijde stijging van het aantal cholera besmettingen, is het mogelijk dat niet alle nodige vaccins geleverd zullen kunnen worden. Daarnaast maken de vele wegversperringen, de brandstofschaarste en de terreur van gewapende bendes het moeilijk om de vaccins tot bij de mensen te krijgen.

Ziekenhuizen vallen uit

Niet alleen kantoren, openbare diensten en bedrijven worden getroffen door de brandstofschaarste, maar ook verschillende ziekenhuizen. Ze zitten volledig door hun brandstofreserves en kunnen hun generatoren niet meer draaiende houden. Veel ziekenhuizen moeten noodgedwongen sluiten.
Unicef schat dat maandelijks 22 000 kinderen jonger dan vijf jaar en 28 000 pasgeborenen geen noodzakelijke medische zorgen zullen kunnen krijgen. Mensen met levensbedreigende aandoeningen kunnen niet geholpen worden.

Ambassades sluiten

Door de aanhoudende situatie van onveiligheid besloten verschillende landen om hun ambassade te sluiten. De ambassade van Frankrijk sloot als eerste haar deuren op 13 september. De Fransen dringen er bij hun landgenoten in Haïti op aan om zoveel mogelijk binnenshuis te blijven, een voorraad van levensnoodzakelijke goederen aan te leggen en hun verplaatsingen te beperken tot de strikt noodzakelijke.
Na de Franse ambassade sloten de ambassades van Canada, Spanje, de Dominicaanse Republiek, Mexico en Taiwan hun deuren. De beslissingen werden ingegeven door het geweld, de criminaliteit en de ontvoeringen.

Journalisten worden gedood

In september onderzochten 7 journalisten de moord op een 17 jarige jongeman in Cité Soleil. Twee van hen werden doodgeschoten door bandieten. Hun lichamen werden nadien verbrand.
Tijdens de nacht van 19 op 20 september werd het huis van een radiojournalist in brand gestoken. Gelukkig kon de reporter in kwestie ontkomen.
Op 18 oktober verdween een journalist in de stad Les Cayes. Zijn dode lichaam werd op 25 oktober gevonden op een verlaten strand. Als radiojournalist veroordeelde hij het geweld dat de politie gebruikte tegen betogers.
Op 30 oktober kreeg een journalist op de koer van het politiecommissariaat van Delmas 33, een kogel door het hoofd.
Enkele dagen later, op 5 november, vermoordden gewapende bandieten een journalist.
Geen enkele journalist zou mogen sterven tijdens de uitoefening van zijn beroep. Het is de overheid die moet instaan voor de bescherming en veiligheid van de journalisten. Het is de taak van justitie om telkens wanneer een journalist vermoord wordt een grondig onderzoek te voeren, zodat de daders voor het gerecht gebracht kunnen worden.
De vereniging van Haïtiaanse journalisten wijst erop dat in een democratie de persvrijheid gegarandeerd moet worden en dat journalisten vrij moeten kunnen circuleren zonder dat ze moeten vrezen voor hun leven. Ze roept iedereen op om de brutaliteiten tegenover de reporters te stoppen.

Gewapende bendes

Naarmate de dagen verstrijken groeit de angst in Haïti door de onvoorspelbare acties van gewapende bendes, die overal in het land straffeloos kunnen toeslaan. De bendes voeren aanvallen uit, ze persen mensen af, ze stelen, ze gebruiken niets ontziend geweld, ze steken huizen in brand, ze verkrachten, kidnappen en doden mensen.
Zo is bijvoorbeeld de gemeente Petite Rivière de l’Artibonite ten noorden van Port-au-Prince volledig in de greep van het bendegeweld. Omwille van de permanente agressie besloten veel inwoners om naar andere gemeenten van de Artibonite te trekken. Ze lieten daarbij hun huizen achter, hun velden, hun oogsten, hun vee en alle andere goederen die ze hadden. Bendeleden vielen het politiecommissariaat aan van Petite Rivière de l’Artibonite. De politie laat betijen en is niet bij machte om het tij te keren.
Veel mensen klagen dat de politie de bendeleden niet oppakt, terwijl ze anderzijds wel brutaal betogingen uiteenslaat van mensen die protesteren tegen de verhoging van de brandstofprijzen en de snel toenemende levensduurte. Veel basisproducten, zoals olie, rijst, bananen, bonen zijn niet meer te verkrijgen op de plaatselijke markten. Ze worden verkocht tegen woekerprijzen, waar ze nog te vinden zijn.
Sinds enkele maanden is de stad Cabaret in handen van bendes. Tijdens de nacht van 29 november werden een twintigtal mensen gedood door bandieten. Verschillende huizen werden in brand gestoken. Na dit bloedbad vluchtten veel inwoners naar veiliger oorden. Op 4 december kwamen verschillende eenheden van de politie in actie. Ze doodden verschillende bandieten en ze arresteerden er een aantal.
Toch slaagt de politie niet in het bestrijden van het geweld en de onveiligheid. De politie is vaak machteloos. Regelmatig worden politieagenten gedood. Het syndicaat van de politieagenten verklaarde dat tussen 1 januari en 25 november vijftig agenten vermoord werden door gewapende bandieten.

De VS, Canada en de EU nemen maatregelen

Het Amerikaans ministerie van justitie onderneemt actie tegen minstens 7 Haïtiaanse bendeleiders die Amerikaanse burgers ontvoerd, opgesloten en na het betalen van losgeld vrijgelaten hebben. Enkele van deze bandieten werden door de Haïtiaanse politie gearresteerd. Het Amerikaanse staatsdepartement looft ook 3 miljoen dollar uit voor informatie die kan leiden tot de arrestatie van enkele andere bendeleiders.
Canada besloot om de rekeningen van leden van de Haïtiaanse economische elite te bevriezen omdat deze betrokken zijn bij het witwassen van geld van de gewapende bendes en andere corrupte praktijken.
Ook de Europese Unie veroordeelt de bendeleiders en hun financiers die rechtstreeks of onrechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de extreme onveiligheid en daaruit voortvloeiende humanitaire crisis.

Wapensmokkel

Dat er leden van de elite betrokken zijn bij het gewapend geweld bleek nog maar eens toen de echtgenote van de vice-afgevaardigde van Belladère gearresteerd werd in de Dominicaanse Republiek aan een grensovergang met Haïti. Een Dominicaanse militair trof in de wagen, met officiële Haïtiaanse nummerplaat, meer dan 22 000 cartouches aan en een som geld.
Op 25 november werd een invloedrijk Haïtiaans zakenman aangehouden die in het bezit was van een serie oorlogswapens en bijhorende munitie.
Ook politiemensen zijn betrokken bij de wapenhandel. In november werd een inspecteur van de politie aangehouden. In zijn wagen vond men wapens en munitie en een grote som geld.

De Dominicaanse Republiek

De relatie tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek staat weeral eens onder druk. De Dominicaanse autoriteiten zijn begonnen met het verjagen van Haïtiaanse migranten uit hun land. In september 2013 verloren meer dan 200 000 Dominicanen van Haïtiaanse afkomst, hun Dominicaanse nationaliteit na een vonnis van het Dominicaans grondwettelijk hof. Op slag werden al deze mensen illegaal en beschikten ze niet meer over de nodige papieren.
De Dominicaanse president Luis Abinader, luistert naar de Dominicaanse nationalisten. Hij is de Dominicanen van Haïtiaanse afkomst liever kwijt. Een twintigtal Dominicaanse organisaties protesteren tegen massieve deportaties naar Haïti. Ze veroordelen de Dominicaanse regering die ermee dreigt om een grootschalige etnische zuivering door te voeren.
De Dominicaanse regering gaat hiermee lijnrecht in tegen een advies van de Verenigde Naties, die alle Amerikaanse landen oproepen om Haïtiaanse migranten niet terug te sturen naar hun land omdat de situatie er zo kritiek is.


Bart Van Malderen 12 december 2022