Actueel 13 december 2016

Na de verwoestende doortocht van de orkaan Matthew op 4 en 5 oktober hapt Haïti nog steeds naar adem. Er is dringend hulp en vooral voedselhulp nodig. Door de catastrofe konden de verkiezingen, die gepland waren voor 9 oktober, niet doorgaan. Ze werden verplaatst naar 20 november. De spanningen rond de uitslagen duren voort. De Verenigde Naties zetten zich mee in tegen de uitbreiding van de cholera-epidemie.

Zware stormwinden, die gepaard gingen met hevige stortbuien, hebben een ravage aangericht in de departementen Sud, Grande Anse en Nippes. Golfplaten van daken werden weggeblazen, dorpen en steden liepen onder water, de gewassen op de velden werden vernield, bomen werden uitgerukt. Men schat dat bijna de helft van de landbouwoogst verloren is gegaan en dat ook de veestapel is gehalveerd. Veel vissers verloren hun materieel en hun boten.
Volgens officiële cijfers vielen er door de orkaan Matthew 473 doden te betreuren. Ongeveer 75 mensen werden vermist en er waren ongeveer 300 gewonden. Meer dan 175 500 mensen dienden onderdak te zoeken in inderhaast ingerichte voorlopige schuilplaatsen.
In een gezamenlijke verklaring zeggen de Nationale Coördinatie voor de Voedselzekerheid, het Wereldvoedselprogramma en het Fonds van de Verenigde Naties voor Voedsel en Landbouw dat 800 000 mensen die zwaar getroffen werden door de orkaan Matthew heel erg dringend voedselhulp nodig hebben. Andere bronnen spreken van 1,4 miljoen mensen die hulpbehoevend zijn. Het is belangrijk dat de voedselhulp op een efficiënte manier gecoördineerd wordt. De voedingsproducten op de lokale markt raken uitgeput. Er zijn fondsen nodig om de voedselbedelingen te kunnen blijven verzekeren. Voor de eerste drie maanden schatte men dat meer dan 50 miljoen Amerikaanse dollar nodig is.
De vertegenwoordiger van de Verenigde Naties zegt dat het ook belangrijk is dat de boeren zo vlug mogelijk zaaigoed, meststoffen en werktuigen krijgen zodat ze terug aan landbouw kunnen doen en zo uit de situatie van blijvende voedselonzekerheid kunnen geraken. Ook de vissers hebben nood aan boten, netten en ander materiaal.
Ban Ki Moon, secretaris-generaal van de VN, deed op 15 oktober, toen hij een bezoek bracht aan Haïti, een oproep aan alle bevriende landen van Haïti om het land te steunen. ‘Het gaat om een zaak van leven of dood’, verklaarde hij.

Opflakkering van cholera

Tijdens de eerste veertien dagen na de orkaan registreerde men in de drie sterkst getroffen departementen meer dan 1400 gevallen van cholera. Bijna 30 mensen bezweken door de ziekte. Een multinationale ploeg experten probeert de heropflakkering van de ziekte tegen te gaan. Gezondheidscentra moeten worden heropgebouwd, zodat ze zo vlug mogelijk terug kunnen functioneren. Het ministerie van gezondheidszorg voorzag een vaccinatiecampagne tegen de verspreiding van de cholera in de getroffen regio. Er is ook nood aan zuiver drinkbaar water in verschillende afgelegen rurale gebieden.
De Verenigde Naties beschikken over een fonds van 400 miljoen Amerikaanse dollar om de cholera-epidemie in Haïti volledig uit te roeien. Op 18 augustus 2016 hebben de Verenigde Naties in een gemeenschappelijke verklaring van het Haïtiaanse Instituut voor justitie en democratie en het Internationale Bureau van advocaten, die reeds heel wat jaren druk uitoefenden op de VN om het feit te erkennen, hun verantwoordelijkheid voor het binnenbrengen van de cholera-epidemie in Haïti toegegeven. Het cholera-virus werd in oktober 2010 Haïti binnengebracht door besmette Nepalese soldaten die deel uitmaakten van de Minustah. Deze VN-soldaten of blauwhelmen staan samen met de Haïtiaanse politie in voor de veiligheid en stabiliteit in Haïti. Tot nog toe hadden de Verenigde Naties geweigerd hun betrokkenheid bij het uitbreken van de cholera-epidemie toe te geven. Hierdoor werd de reputatie en de geloofwaardigheid van de VN in Haïti zwaar beschadigd.
Vanaf oktober 2010 tot oktober 2016 zijn in Haïti meer dan 10 000 mensen door cholera gestorven. Men schat dat in dezelfde periode ongeveer 800 000 mensen besmet werden met het virus.

Verkiezingen

De orkaan Matthew gooide de verkiezingskalender overhoop. Normaal gezien hadden de Haïtianen op 9 oktober moeten gaan stemmen voor de eerste ronde van de presidentsverkiezingen, de tweede bijkomende ronde voor de kamer en de eerste ronde voor een derde van de senatoren. De verkiezingen gingen uiteindelijk door op 20 november. Slechts 21% van de stemgerechtigden kwam opdagen. Veel mensen overleven in zeer precaire omstandigheden en hebben andere zorgen aan hun hoofd. Op de verkiezingsdag waren er geen noemenswaardige incidenten, wat uitzonderlijk is.
Volgens de voorlopige resultaten van de presidentsverkiezingen, die op 28 november bekendgemaakt werden, zou Jovenel Moïse 55,67 % van de stemmen gehaald hebben. De voorlopig tweede plaats bij deze verkiezingen is voor Jude Celestin met 19,52 % van de stemmen. De definitieve uitslagen van de presidentsverkiezingen zullen bekendgemaakt worden op 29 december, na bijkomende controles van de uitslagen. Als dan blijkt dat Jovenel Moïse de helft van de stemmen behaalde is er geen tweede ronde nodig en wordt hij de nieuwe president.
Jovenel Moïse is de presidentskandidaat van de partij ‘Tèt kale’ van voormalig president Joseph Michel Martelly. In augustus lag Moïse nog onder vuur omdat hij ervan verdacht werd betrokken te zijn bij het witwassen van geld. De Centrale Financiële Inlichtingendienst kwam tot dit besluit na een onderzoek. In de periode tussen 5 maart 2007 en 31 mei 2013 zou Jovenel Moïse betrokken zijn geweest bij verdachte bancaire transacties. Hij zou ook geld verworven hebben dat niet afkomstig was uit salarissen of commerciële activiteiten. De partij ‘Tèt kale’ reageerde niet op het rapport van de financiële inlichtingendienst en bleef Jovenel Moïse steunen als presidentskandidaat.
Toen de voorlopige resultaten van de presidentsverkiezingen werden bekendgemaakt was er wel wat tumult. Verschillende presidentskandidaten spraken van een ‘electorale staatsgreep’. Ze verklaarden dat de proces verbalen van de verkiezingen niet overeenkwamen met de ondertekende kieslijsten. Ze eisten dat deze flagrante schendingen van het verkiezingsproces gecorrigeerd zouden worden.
Op 20 november haalde de partij ‘Tèt kale’ niet alleen de meeste stemmen voor de presidentsverkiezingen, maar ook voor de kamer en senaat. Bijna overal werden kandidaten van ‘Tèt kale’ verkozen.

Aftredende regeringsleden beschuldigd van verduistering van fondsen

Twee ministers, François Anick Joseph en Yves Romain Bastien, werden ervan beschuldigd geld te hebben gebruikt dat bestemd was voor de lokale besturen. De ministers gebruikten het geld om er anonieme cadeaukaarten mee te financieren. Ze werden ervan verdacht de cadeaukaarten uit te delen en zo stemmen te ronselen voor de aankomende verkiezingen.

Zwak juridisch systeem

In Haïti zijn corruptie en het witwassen van geld wijd verspreid omwille van het zwakke juridische systeem. Dit staat te lezen in een rapport van het ministerie van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten. Volgens Insight Crime, dat de georganiseerde misdaad onderzoekt in Latijns Amerika en de Caraïben, is het zwakke juridische systeem een van de belangrijkste problemen in Haïti. De Amerikaanse autoriteiten zetten druk op Haïti om in dit verband concrete maatregelen te nemen.

Onveiligheid

In september werden een aantal verkiezingsbijeenkomsten verstoord door amokmakers. Zo waren er incidenten in de Artibonite en in het Noorden toen de karavaan van de partij Fanmi Lavalas voorbijtrok. Ook in Gonaïves waren er grote spanningen toen Maryse Narcisse, de presidentskandidate van Fanmi Lavalas, samen met oud-president Aristide een meeting hield.
De voorlopige eerste minister Enex Jean-Charles veroordeelde het verkiezingsgeweld scherp. Hij zei dat de aanhangers van bepaalde kandidaten niet het recht hebben om samenkomsten van andere kandidaten te verstoren. De politie en de regering kondigden aan dat ze extra maatregelen gingen nemen om het klimaat van onveiligheid, dat gepaard ging met de verkiezingscampagne, tegen te gaan.
Wat de onveiligheid ook doet toenemen is de wapensmokkel. Op 8 september ontdekte de douane van de haven van Saint-Marc in een vrachtwagen die geladen was met tweedehands goederen meer dan 150 vuurwapens en bijhorende munitie. De wapens waren afkomstig uit Miami. Pierre Espérance, directeur van een mensenrechtenorganisatie, zei dat dit een ernstige en verontrustende gebeurtenis is. Volgens hem zouden er ook wapens en munitie het land binnengekomen zijn via Cap Haïtien. Hier zou de politie onder een hoedje spelen met de wapenhandelaars.
Op 22 oktober konden 173 gevangenen ontsnappen uit de gevangenis van l’Arcahaie. Slechts een tiental ontsnapte gevangenen kon nadien gevat worden. De gevangenen konden ontsnappen omdat een cipier vergeten was een poort te sluiten. De gedetineerden konden zich zo meester maken van wapens en munitie en ontsnappen. Daarbij werd een agent gedood. Twee andere agenten raakten gewond. Een gevangene kwam om. De gevangenen die na hun vlucht gevat werden en de gevangenen die niet konden ontsnappen werden allemaal overgebracht naar andere gevangenissen. Een agent die verdacht wordt van medeplichtigheid werd in afzondering geplaatst.
In 2014 vond een andere spectaculaire ontsnapping plaats. Toen konden 329 gevangenen uit de gevangenis van Croix des Bouquets wegvluchten. Mensenrechtenorganisaties eisen dat de overheid structurele maatregelen neemt om dergelijke massale ontsnappingen in de toekomst te voorkomen.

Levensduurte

In augustus werd de prijs van alle petroleumproducten opgetrokken, wat leidde tot fel protest van alle transportbonden. De regering hield echter voet bij stuk. Alle handelaars pasten daarna hun prijzen aan omwille van de toegenomen transportkosten.
Na de doortocht van de orkaan Matthew was er vooral in het departement Sud een nooit geziene stijging van de prijzen van levensnoodzakelijke goederen. In verschillende dorpen stegen de prijzen met 25 tot 50 %. Een zak rijst die voordien 500 gourden kostte, werd na de passage van Matthew verkocht aan meer dan 750 gourden. Een golfplaat die 200 gourden kostte, werd na de orkaan verkocht voor 250 gourden. Matthew zorgde ervoor dat ontelbaar veel golfplaten van de daken werden gerukt. In Haïti is het overgrote deel van de daken van huizen, scholen, kerken en overheidsgebouwen bedekt met golfplaten. Sommige handelaars die over een stock beschikten aarzelden niet om hun prijzen drastisch te verhogen. Zo worden ze rijk dankzij de ramp.
Ondertussen vermindert de waarde van de gourde steeds verder. Voor 1 Amerikaanse dollar moeten 67 gourden neergeteld worden. Een euro kost 78 gourden.

Bart Van Malderen
13 december 2016

Meer artikels uit deze rubriek