Actueel maart 2013

De verkiezingen voor de gemeenteraden en de vernieuwing van een derde van de senatoren lijken eind dit jaar te zullen plaatsvinden. Zowel voormalig president Aristide als dictator Duvalier worden aan de tand gevoeld door het gerecht. De boomstam Kita Nago werd doorheen het land gedragen als teken van solidariteit.

De verkiezingen hadden eigenlijk al in 2011 moeten plaatsvinden, maar de nasleep van de aardbeving en de onenigheid tussen president Martelly en het parlement, zorgden ervoor dat ze steeds maar werden uitgesteld. Ook nu zijn alle problemen nog niet van de baan. In maart was er nog discussie over de samenstelling van de kiesraad die de verkiezingen moest organiseren. Het parlement was het niet eens met de kiesraad die door Martelly werd samengesteld. Vooral op de voorzitter, Josué Pierre-Louis, was er veel kritiek. Pierre-Louis zou in november 2012, toen hij minister van Justitie was, een vrouwelijke werkneemster hebben geslagen en verkracht. Bernadin, de vrouw in kwestie, legde klacht neer, maar uiteindelijk trok ze haar aanklacht in.
De zaak Bernadin zorgde voor heel wat commotie. Sommigen lieten uitschijnen dat Bernadin door personen of organisaties met een politieke agenda tot haar beschuldigingen zou zijn aangezet. Bernadin ontkende dit. Ze bekritiseerde het Haïtiaanse gerecht dat haar behandelde als de beul, terwijl ze het slachtoffer is. Ze trok haar aanklacht in omdat zij en haar advocaten bedreigd werden door aanhangers van Pierre-Louis. Leden van vrouwenorganisaties die voor haar opkwamen werden uitgescholden. De overheid bekommerde zich niet om haar veiligheid, terwijl ze doodsbedreigingen kreeg.
De parlementsleden vinden dat president Martelly, Josué Pierre-Louis niet langer kan handhaven als lid van de kiesraad en ze willen zelf een vervanger naar voor kunnen schuiven. De weg naar de vorming van een kiesraad, die de verkiezingen moet organiseren, verloopt via slagen onder de gordel, verdachtmakingen en beschuldigingen. Het blijft een opdracht om een eerlijke en geloofwaardige kiesraad samen te stellen, die van niemand bevelen ontvangt en die geen postjes uitdeelt.

Wrijvingen tussen regering en parlement

Premier Lamothe werd geboycot door de parlementsleden van de oppositie. Ze verhinderden hem om op 14 januari een toespraak te houden in het parlement. Toen Lamothe naar het spreekgestoelte wou gaan bliezen ze op toeters en fluitjes. De parlementsleden verweten de regering dat ze fondsen achterhield die bestemd waren voor de ontwikkeling van de dorpen waar zij verkozen werden.
Een ander wrijvingspunt tussen regering en parlement is de persvrijheid. De senaat verzette zich tegen het censureren en muilkorven van de pers. De senatoren tonen zich bezorgd over de manifeste wil van de regering om de vrijheid van meningsuiting aan banden te leggen.
Daarnaast is er ook kritiek van de internationale gemeenschap op de Haïtiaanse regering. De donorlanden en de internationale organisaties zijn teleurgesteld en bezorgd over de tergend langzame vooruitgang van het land op politiek en socio-economisch vlak.

Canada bevriest hulp

Op 7 januari liet de Canadese minister van ontwikkelingssamenwerking weten dat zijn land alle hulp aan Haïti bevroor. Volgens hem moet Canada zijn houding tegenover Haïti herzien. De Haïtiaanse regering moet verantwoordelijk worden gesteld voor de heel beperkte vooruitgang sinds de aardbeving van 2010. De hulp van Canada is geen blanco cheque. Daarom worden de fondsen die bestemd zijn voor nieuwe projecten bevroren.
Canada is een van de grootste donoren aan Haïti. Sinds 2006 gaf het land 1 miljard dollar hulp aan Haïti. De Europese Unie gaat wel verder met het steunen van de heropbouw in Haïti. Een woordvoerder van de EU merkte wel op dat de hulp efficiënter zou zijn als ze niet zou worden gehinderd door de politieke instabiliteit.

Aristide ondervraagd

Een commissaris van de regering bracht een bezoek aan voormalig president Aristide bij hem thuis in Tabarre. De klachten die tegenover Aristide werden geformuleerd hebben te maken met beschuldigingen van diefstal, oplichting en misbruik van vertrouwen.
Tijdens het bewind van Aristide werd een coöperatieve bank opgericht waaraan veel eenvoudige Haïtianen hun geld toevertrouwden. De bank ging failliet en een aantal gedupeerden klaagt nu de voormalige president aan voor betrokkenheid bij het faillissement.
Het is niet de gewone gang van zaken dat een regeringscommissaris zich verplaatst naar het huis van de beschuldigde. Normaal zou Aristide zich naar het gerechtsgebouw moeten begeven. De advocaten van Aristide spraken dan ook niet van een convocatie, maar van een vriendschappelijke ontmoeting tussen het parket en Aristide.

Duvalier

Jean-Claude Duvalier, bekend als Baby Doc, die na vijfentwintig jaar ballingschap in januari 2011 terug naar Haïti kwam, heeft een diplomatiek paspoort, uitgereikt door de Haïtiaanse autoriteiten. Volgens zijn advocaten is hij vrijgesproken van misdaden tegen de menselijkheid en kan hij zich overal vrij bewegen. Toch zijn heel wat mensen het hier niet mee eens. Er werden bij het gerecht heel wat klachten neergelegd tegen de voormalige dictator.
Op 7 februari diende Duvalier voor het hof van inbeschuldigingstelling te verschijnen. Deze datum is symbolisch, want op 7 februari 1986 kwam er een einde aan zijn dictatuur. Duvalier zelf verscheen niet op de zitting en zijn advocaten wensten zijn dossier definitief af te sluiten.
Op 21 februari weigerde Duvalier opnieuw om voor het Haïtiaanse gerecht te verschijnen. Nationaal en internationaal zijn er nochtans mensenrechtenorganisaties die klacht neerlegden en zich verzetten tegen straffeloosheid.
Uiteindelijk verscheen Duvalier persoonlijk voor het gerecht op 28 februari. Tijdens de zitting probeerde hij de beschuldigingen te minimaliseren. Het was de eerste keer dat verschillende families van slachtoffers oog in oog stonden met de voormalige dictator, die verantwoordelijk wordt gesteld voor talrijke moorden, willekeurige executies, verdwijningen, deportaties, illegale en arbitraire opsluitingen, martelingen…
Naast deze misdaden tegen de menselijkheid wordt Duvalier ook van diefstal beschuldigd. Gedurende de 14 jaren van zijn regime (van 22 april 1971 tot 7 februari 1986) plunderde hij systematisch de staatskas. Documenten tonen aan hoe Jean-Claude Duvalier, zijn vrouw Michèle Bennett en zijn moeder Simone Ovide Duvalier, geholpen werden door een aantal ambtenaren om geld van de staat te verduisteren. In totaal zou het gaan om meer dan 500 miljoen Amerikaanse dollar. Het geld dat verkregen werd door systematische fraude werd grotendeels getransfereerd naar buitenlandse rekeningen.

Exploitatie van mijnen

Op 21 december werden door de regering en enkele buitenlandse bedrijven contracten ondertekend voor de ontginning van de koper en goudreserves in bepaalde delen van het land. Het zou gaan om contracten met een waarde van verschillende miljarden Amerikaanse dollars. Enkele dagen na de ondertekening startten de bedrijven met werkzaamheden in het noorden van Haïti.
De commissie openbare werken van de senaat riep op om de exploitatie van de mijnen te stoppen omdat het parlement buitenspel was gezet. Volgens de grondwet moeten contracten met buitenlandse bedrijven ter goedkeuring voorgelegd worden aan het parlement. Pas daarna mag de president ze ondertekenen. Dit was hier niet het geval. Het parlement kreeg immers geen inzage in de contracten.
Het bedrijf dat de meeste contracten in de wacht sleepte is Somine, een Canadees bedrijf. Daarnaast duiken de namen op van VCS Mining en Newmont in een partnerschap met Eurasian Minerals.

Marathon voor eenheid

Een organisatie die de lokale landbouwproductie wil bevorderen startte op 1 januari 2012 een voettocht dwars door Haïti met een boomstam, die de naam Kita Nago kreeg. De boomstam van acajou woog 500 kg en was meer dan 3 meter lang. De tocht begon in het zuidelijkste punt van Haïti, Irois, en eindigde op 27 januari in Ouanaminthe in het noordoosten.
Meer dan 25 000 deelnemers, mannen en vrouwen droegen de boomstam doorheen 45 gemeenten. De boomstam legde een parcours af van 700 km. Het idee voor de karavaan kwam van de Haïtiaan Harry Nicolas, die het Haïtiaans gezegde ‘Men anpil chay pa lou’, vele handen maken het werk licht, tastbaar wilde maken.
Nicolas wou de solidariteit van zijn landgenoten stimuleren en tot uitdrukking brengen. Op iedere plaats waar halt werd gehouden, werd Kita Nago verwelkomd en op het dorpsplein gezet. ’s Avonds werd Kita Nago verlicht door een generator die meegenomen werd.
Kita Nago werd een symbool voor de kracht van de Haïtianen om samen te werken en solidair te zijn.
De politieke leiders kunnen er wat van opsteken.

Bart Van Malderen
1 april 2013

Meer artikels uit deze rubriek