Stand van zaken van de mensenrechten in Haïti na 5 jaar ‘Rene Préval’

De organisatie Réseau National de Défense des Droits Humains (RNDDH) maakt de balans op van de mensenrechten in de periode mei 2006 – mei 2011.

RNDDH maakte in mei 2011 een lijvig verslag over de mensenrechten in Haïti na 5 jaar presidentschap van Préval. De mensenrechtenorganisatie toetst de beleidsverklaring van de regering Préval af aan de realiteit. In dit artikel vindt u slechts de korte inhoud. Het volledige verslag vind je als bijlage onder het artikel.

Het verslag van de RNDDH bevat een hoop feiten en cijfers over volgende aspecten:

  • de politieke context
  • de organisatie van verschillende verkiezingen
  • het verloop van de legislatuur
  • de documenten die behandeld werden door het parlement
  • de documenten die niet behandeld werden door het parlement
  • het verslag van de terugkeer van 2 oud-presidenten
  • de strijd tegen de corruptie
  • de samenstelling van diverse commissies
  • de stand van zaken voor justitie, rechtspraak en gevangenissen
  • de veiligheid in het land
  • de situatie bij de politie
  • de werking van de MUNISTAH
  • de economische situatie
  • de gebruikte budgetten
  • diplomatie
  • de oprichting van de CIRH
  • het leefmilieu
  • de gezondheid
  • het onderwijs
  • het recht op arbeid
  • de privatisering van de telecommunicatie
  • personen met fysieke beperkingen
  • de infrastructuur

Na dit uitgebreid verslag ( een 70-tal bladzijden) volgen enkele conclusies ingedeeld in vier aspecten:

  • politiek
  • rechtspraak
  • veiligheid
  • socio-economische situatie

De RNDDH bekijkt de balans van 5 jaar Préval met gemengde gevoelens. Argumenten voor hun uitspraken zijn te vinden in het rapport.

Op politiek vlak trekt de RNDDH volgende conclusies:

  • Préval erfde een explosieve politieke situatie en een precaire veiligheidssituatie. Hij slaagde er de eerste twee jaren in een eenheidsregering aan te stellen. Daarnaast heeft hij beslist een aantal ambtenaren op hun ministeries te behouden, zodat de administratie een zekere stabiliteit kende.
  • Préval toonde weinig bereidheid om de verkiezingen, die voorzien waren in de grondwet, te organiseren.
  • In het parlement werden beslissingen meer en meer genomen met commerciële belangen.
  • Préval liet het op het einde van de legislatuur toe dat 2 oud-presidenten terugkeerden.
  • Préval meldde meermaals dat de strijd tegen alle vormen van corruptie belangrijk was, maar resulaten bleven uit.

Met betrekking tot de rechtspraak volgen ook enkele conclusies:

  • Tijdens het presidentschap van Préval zijn de overheidsinstellingen verzwakt, het gerechtelijk apparaat werd nooit versterkt.
  • De internationale gemeenschap hielp enkele justitiehuizen op te waarderen, maar een salaris voor de magistraten werd nooit gerealiseerd. De arbeidsvoorwaarden van magistraten zijn niet gestandaardiseerd.
  • Bovendien werden corrupte magistraten gereïntegreerd in het systeem met steun van Préval.
  • Verschillende assisenzaken kwamen voor de rechtbank, maar het probleem van de lange voorhechtenis blijft voortbestaan.
  • De situatie in de gevangenissen is in geen enkel opzicht verbeterd, na de aardbeving is ze zelfs nog verslechterd.

Er werden stappen ondernomen om de veiligheidssituatie te verbeteren. Er waren verschillende operaties tegen bendes, die ontwapening, arrestaties en dodelijke slachtoffers tot gevolg hadden. De arrestaties leidden zelden tot doorverwijzing naar rechtbanken. Ook het aantal politieagenten werd verhoogd.

Socio-economisch valt er ook goed en slecht nieuws te melden:

  • de koers van de gourde stabiliseerde.
  • Syndicale vrijheid werd niet gerealiseerd.
  • Het buitenland gaf financiële steun aan het land. Toch is er weinig verandering te merken.
  • Préval maakte van nationale productie zijn paradepaardje. Hij beloofde materiaal, zaaigoed en meststoffen ter beschikking van de boeren te stellen. Slechte en onvoldoende verdeling waren echter het resultaat.
  • De resultaten van de CIRH blijven onzichtbaar en onbekend.
  • In de gezondheidszorg waren er verschillende stakingen voor betere arbeidsvoorwaarden en voor de uitbetaling van achterstallige salarissen.
  • Op het vlak van onderwijs verloor de staat meer dan ooit zijn greep. Ook na de aardbeving nam het ministerie geen enkel initiatief om ervoor te zorgen dat de lessen hervat zouden worden.
  • Er werd een ministerie opgericht voor personen met een handicap, maar de talrijke personen met een handicap na de aardbeving merkten hierdoor geen verbetering tot nu toe.

Dit artikel is slechts een summiere samenvatting van een uitgebreid dossier te lezen op www.rnddh.org/IMG/pdf/Rapport_Droits_Humains_mai_06_mai_11_.pdf

Katrien Geens
13 juni 2011