Zes drukke maanden

  • Op 30 november 2006 heeft een vertegenwoordigster van het EHO, Alessandra Spalletta, in Madrid deelgenomen aan de zevende van de internationale Haïticonferenties (na Washington, Montréal, Cayenne, Brussl, Brasilia, Port-au-Prince) sinds 2004. De conferentie had met name tot doel om een balans op te maken van de vooruitgang die is geboekt sinds de vorige conferentie (in Port-au-Prince) op 25 juli 2006 en om de internationale gemeenschap op één lijn te krijgen inzake de nieuwe uitdaging van de efficiëntie van de hulp.

De conferentie van Madrid heeft nota genomen van politieke toezeggingen en van bijkomende fondsen van de internationale gemeenschap ten voordele van de Haïtiaanse regering opdat die zijn hervormingsinspanningen in Haïti kan voortzetten. Nieuwe Europese partners zijn de solidariteit ten voordele van Haïti komen versterken, b.v. Spanje, waarvoor Haïti een prioriteitsland is geworden.

De internationale Haïticonferentie bood tevens de gelegenheid voor een ontmoeting met de actoren van de civiele Haïtiaanse samenleving die tot deelname waren uitgenodigd, en zij heeft het mogelijk gemaakt de banden met de wereld van de niet-gouvernementele organisaties en de Spaanse civiele samenleving nauwer aan te halen. Tijdens de internationale conferentie heeft het EHO zijn (samen met de Haïtiaanse partners uitgewerkt) standpunt kunnen uiteenzetten over de beloften van de internationale samenleving aan Haïti, en samen met een Spaanse niet-gouvernementele organisatie, Solidariedad Internacional, heeft het EHO aan het einde van de conferentie een perscommuniqué opgesteld over de resultaten van de conferentie van Madrid en de mobilisatie van de Spaanse organisaties.

  • In december 2006 hebben vertegenwoordigers van het EHO ten huize van Broederlijke Delen een ontmoeting gehad met Bruno Montarial, de man die bij de EU-missie in Haïti belast is met de projecten betreffende de civiele samenleving. De gesprekken hadden betrekking op de internationale conjunctuur en de stand van de EU-projecten in Haïti, maar vooral op de plaats van de civiele samenleving in Haïti vandaag. Een plaats die van zeer groot belang blijkt te zijn voor de gang van zaken in Haïti. De EU-vertegenwoordiger is van oordeel dat de Haïtiaanse niet-gouvernementele organisaties een belangrijke rol te vervullen hebben bij de bepaling van het nationale beleid, maar dat zij inspanningen moeten leveren om zich beter te organiseren. Ook de vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap hebben tijdens hun laatste aan Haïti gewijde bijeenkomsten vaak laten verstaan dat de actoren van de civiele samenleving in Haïti een belangrijke factor zijn om het democratische proces in Haïti te doen slagen.
  • In januari 2007 heeft het EHO een nota gericht aan zijn Haïtaanse partners betreffende het armoedebestrijdingsproject van de Wereldbank. Haïti is momenteel bezig zijn armoedebestrijdingsstrategie te bepalen. Dit proces moet in september 2007 uitmonden in een nota waarin de partners worden aangezet tot reflectie over de prioriteiten van de Haïtiaanse regering en over de participatie van de civiele samenleving aan het armoedebestrijdingsproces.
  • Het EHO heeft standpunten gepubliceerd, over voedselzekerheid en over de burgerrechten en de mensenrechten in Haïti. Deze documenten worden onderschreven door de Haïtiaanse partners van het EHO die op deze twee gebieden actief zijn. De documenten zijn toegezonden aan vertegenwoordigers van de EU (Europese Commissie, Raad van de EU en Europees Parlement).
  • Op 7 februari heeft het EHO in de lokalen van Broederlijk Delen in Brussel zijn eerste algemene vergadering van 2007 gehouden. Bij die gelegenheid heeft het EHO de balans van 2006 opgemaakt en zijn jaarplan voor 2007 voorgesteld.
  • Op 28 en 29 februari heeft het EHO deelgenomen aan het seminar over de evaluatie van de Overeenkomst van Cotonou in het algemeen en het negende en het tiende Europees Ontwikkelingsfonds in het bijzonder. De Afrikaanse civiele samenleving heeft in ruime mate aan het seminar deelgenomen.
  • In april heeft het EHO deelgenomen aan de algemene vergadering van het Haïti-platform van het Verenigd Koninkrijk en Ierland (HAPI-UK) in Londen. De Britse en Ierse organisaties zijn zeer actief inzake de problematiek van de Haïtiaanse migranten in de Dominicaanse Republiek. Aan het eind van de dag werd het EHO uitgenodigd om in het Britse Parlement als waarnemer deel te nemen aan een onmoeting met Britse parlementsleden over de Dominicaanse Republiek. Bij die gelegenheid heeft een vertegenwoordiger van Amnesty het laatste verslag van zijn organisatie over de schendingen van de rechten van Haïtiaanse migranten in de Dominicaanse Republiek voorgesteld.
  • In mei 2007 heeft het EHO, ter gelegenheid van het bezoek aan Brussel van Colette Lespinasse (directrice GARR, Groupe pour les Rapatriés et refugiés Haïti) een bezoek aan de Raad van de EU georganiseerd om de situatie te schetsen van de mensenrechten in Haïti en van de rechten van migranten aan de grens van Haïti met de Dominicaanse Republiek. EU-ambtenaar Didier Cossé suggereerde meer contacten te leggen met de Europese ambassades in Haïti omdat deze politiek verplicht zijn verdedigers van mensenrechten te ontvangen en hun verhaal te aanhoren in geval van mensenrechtenschendingen. In het geval van Haïti gaat het dan vooral over de ambassades van Frankrijk, Spanje en Duitsland.
  • Gedurende de zes voorbije maanden heeft het EHO de contacten betreffende Haïti onderhouden met Europese ambtenaren van de Commissie, van de permanente vertegenwoordigingen bij de EU en van het Europese Parlement.

Greet Schaumans
1 juni 2007