De ouders van de getroffen kinderen verenigden zich in de ‘Association de Parents d’Enfants Victimes d’Intoxication au Diéthylène Glycol (APEVIDIGH) en startten een juridische procedure om gerechtigheid te vragen voor de 200 kinderen die in 1996 ziek werden of overleden na inname van een hoestsiroop die het giftige glycoldiethyleen bevatte. Zij dienden klacht in tegen Rudolph Boulos, toenmalig directeur van de Laboratoires Pharval . Ook de Nederlandse firma VOS was bij de levering van het giftige product betrokken. VOS leverde het product uit China via Nederland in Haïti. In Haïti werd het door de laboratoria Pharval gebruikt bij de vervaardiging van geneesmiddelen, maar er bleek giftige glycerine in te zitten.
Jaren was er niets meer gehoord van deze zaak waarbij tientallen kinderen overleden of levenslang nierproblemen ontwikkelden. Tien jaar lang procedeerden de ouders vanuit 4 landen.
De vraag naar de verantwoordelijkheid voor de vergiftiging bleef jarenlang onbeantwoord.
Maar op 8 maart 2018 viel er een beslissing, als een donderslag bij heldere hemel. Rechter Jean Wilner Morin veroordeelde de toenmalige directeur van de laboratoria Pharval, M. Rudolph H. Boulos, tot 6 maanden gevangenis en een vergoeding van 3 miljoen gourdes per slachtoffer waarvoor klacht werd ingediend. Deze veroordeling bracht wel enige beroering teweeg in Haïti en ook in het buitenland. 22 jaar na de feiten is er eindelijk een definitieve beslissing in deze zaak van de vergiftigde koortswerende middelen Afebril, Valodon en andere gevaarlijke siropen. Een goede stap in de richting van correcte rechtspraak?