Onrust!

Een malaise in Fanmi Lavalas, gewelduitbarstingen in Cité Soleil en La Saline, schandalen binnen de regering en onderhandelingen tussen Fanmi Lavalas en de Convergence Démocratique die alsmaar afspringen: allemaal tekens die erop wijzen dat het in Haïti onrustig is en blijft.

Eind september had Lavalas-senator Gérard Gilles kritiek op het beleid van eerste minister Jean-Marie Chérestal. De eerste zeven maanden van zijn regering leverden volgens hem niet veel resultaten op. Gilles had ook kritiek op de aankoop van een luxueuze residentie voor de eerste minister. De regering had een uitgestrekt domein gekocht in Canapé Vert. Er brak een schandaal uit toen de vice-president van de senaat de aankoop bekend maakte. Verschillende parlementsleden vroegen zich of het wel verantwoord is dat de staat een dergelijk domein aankoopt op een moment dat het land zich in een penibele economische situatie bevindt. De eerste minister bleef een week afwezig en nadien was het president Aristide die de plooien opnieuw glad streek. Verschillende parlementsleden hekelden de luxueuze levensstijl die de leden van de regering erop nahouden.

Er waren nog andere conflicten in de Lavalas-regerinq. De minister van Onderwijs wekte wrevel op bij Aristide toen hij verklaarde dat de ouders zich onvoldoende voorbereidden op de start van het nieuwe schooljaar. Ook de minister van Binnenlandse Zaken, Henry Claude Ménard, kwam in opspraak. Op 22 september werden vier van zijn medewerkers gearresteerd omdat ze pamfletten verspreidden die vernederend en vijandig
waren tegenover de eerste minister en de minister van justitie Gary Lissade. Volgens de pamfletten zou de eerste minister samengewerkt hebben met het regime van Jean-Claude Duvalier. Eind oktober kwam aan het licht dat Ménard fondsen misbruikt had. De eerste minister sprak van een misdrijf. Het zou gaan om een aanzienlijk geldbedrag dat verdween uit het bureau van de paspoorten. Senator Gilles maakte zijn wrevel opnieuw bekend. Hij vroeg zich af of dergelijke praktijken zich ook elders niet voordeden en hij verklaarde dat hij qeen vertrouwen meer had in de regering.

Onenigheid in Lavalas

De verdeeldheid binnen Lavalas kwam ook tot uiting eind september tijdens een bezoek van president Aristide aan de Artibonite-vallei. Er waren toen spanningen en onlusten in de steden Gonaïves en Saint-Marc. Autobanden werden in brand gestoken. Aanhangers van Fanmi Lavalas manifesteerden en eisten een andere regering. Op muren in de straten van Gonaïves werden qraffiti gespoten die vijandig waren tegenover Aristide, zoals ‘A bas Aristide’. Tegelijk stond op de muren ‘Vive Médard Auguste’. Médard Auguste is een oud-militair uit de Artibonite die senator is voor Lavalas.

Merkwaardig is dat er enerzijds kritiek is op Aristide en de regering en dat anderzijds andere Lavalaspolitici opgehemeld worden. Inwendige twisten tussen politici die vooral hun persoonlijke belangen verdedigen, ondermijnen Lavalas. Elke week zijn er nieuwe beschuldigingen in verband met verduistering van geld en onverantwoorde uitgaven. In oktober hielden leden van Fanmi Lavalas, die verantwoordelijkheid draqen in de regering en in het parlement, verschillende bijeenkomsten om over hun meningsverschillen te discussiëren. Ze besloten om voortaan niet meer in het openbaar te bekvechten.

Onlusten in Cité Soleil

Op 15 oktober uitten de inwoners van Cité Soleil hun woede. Er waren manifestaties waarbij slogans teqen president Aristide geroepen werden, terwijl de wijk gebarricadeerd werd met brandende autobanden. De opschudding ontstond na een nachtelijke actie van de politie, waarbij minstens drie mensen gedood werden. De inwoners van Cité Soleil keerden zich tegen de willekeur waarmee de politie te werk gaat. Ze hekelden de regering die volgens hen geen oog heeft voor hun dagelijkse problemen. Aristide beloofde maatregelen te nemen tegen bepaalde politieagenten. Twee politiemannen die betrokken waren bij de brutaliteiten werden verhoord door de justitie. Een week later waren er opnieuw rellen in Cité Soleil. Brandende barricaden werden opgericht. Conflicten tussen rivaliserende bendes zorgden voor verscheidene doden en gewonden. Foto’s van president Aristide werden verscheurd.

Geweld in La Saline

Begin november waren er in La Saline, een andere wijk van Port-au-Prince, zware rellen. Drie mensen werden gedood en honderden huizen werden in brand gestoken. Het zou gaan om een strijd tussen verschillende bendes die vechten voor de controle over de markten van La Saline. Al geruime tijd werden deze gecontroleerd door de broers Ronald en Franco Camille, die de handelaars afpersten. Er werden verschillende versies van de feiten gegeven. Volgens sommigen zouden de aanvallers tegenstanders zijn van de twee broers. Volgens anderen zouden de broers Camille zelf verantwoordelijk zijn voor het bloedbad en zouden ze daarbij zelfs de steun van de politie gekregen hebben.

De Lavalas-militant Ronald Camille, bijgenaamd Ronald Cadavre, wordt reeds verscheidene weken gezocht door de politie voor moord. Hij zaaide terreur in La Saline, waar hij als het ware boven de wet stond.

FRAPH-documenten teruggegeven

Tijdens een toespraak in Gonaïves verklaarde president Aristide dat de Verenigde Staten, na herhaaldelijke verzoeken, de archieven van de FRAPH hebben teruggegeven, die door het Amerikaans leger in 1994 waren meegenomen. De FRAPH was een paramilitaire organisatie die opgericht werd op vraag van de Amerikaanse geheime dienst CIA en gedurende de staatsgreep en het militair bewind van 1991-1994 heel wat misdaden pleegde.

Aristides voorganger René Préval weigerde de documenten in ontvangst te nemen omdat de autoriteiten van de V.S. de namen van alle Amerikaanse burgers uit de documenten zouden hebben geschrapt. De VS-ambassadeur verklaarde dat de archieven van de FRAPH en van het voormalige Haïtiaanse leger aan de Haïtiaanse autoriteiten werden overhandigd zonder schrappingen.

Wat betreft de uitlevering van de voormalige leider van de FRAPH, Toto Constant, verklaarde hij dat daartoe geen enkele vraag gericht werd aan de Amerikaanse autoriteiten. Toto Constant woont al verscheidene jaren in New York. Vorig jaar werd hij bij verstek veroordeeld tot levenslang tijdens het proces over het bloedbad in Raboteau.

De verkiezingen hebben plaatsgevonden. Het blijft echter de vraag of er conflicten zullen ontstaan wanneer de – bij het ter perse gaan nog niet gekende – definitieve uitslag van de eerste ronde gepubliceerd wordt. Als de tweede op 25 juni doorgaat, krijgt Haïti weer een democratisch verkozen parlement en dito gemeenteraden.

Lavalas versus Convergence

De internationale gemeenschap eist nog steeds dat er een oplossing gevonden wordt voor de politieke crisis. Pas dan kan de steun aan Haïti hervat worden. In oktober werden er op internationaal niveau opnieuw pogingen ondernomen om Fanmi Lavalas en de Convergence Démocratique ertoe te brengen de dialoog te hervatten die in juli onderbroken werd. Luigi Einaudi van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) kwam op 10 oktober naar Port-au-Prince. Het was de 15e keer dat hij een bemiddelingspoging ondernam in 17 maanden.

Hij vestigde er de aandacht op dat na de aanslagen in de Verenigde Staten, Haïti niet langer een prioriteit is voor de internationale gemeenschap. Hij drong aan op een compromis. De onderhandelingen begonnen op 13 oktober en werden de dag nadien zonder akkoord afgesloten. De discussies liepen vast op het bepalen van een datum voor nieuwe verkiezingen. Er was ook discussie over het karakter van de verkiezingen. Volgens Fanmi Lavalas zou het gaan om vervroegde verkiezingen, de Converqence sprak van plaatsvervangende verkiezingen, aangezien er volgens hen tijdens de verkiezingen van mei 2000 gefraudeerd werd.

Lavalas-woordvoerder Yvon Neptune beschuldigde de OAS ervan samen te werken met de oppositie en zich te richten tegen de regering. Deze beschuldiging werd door Einaudi verworpen. De bisschop van Jeremie, Willy Romélus, stelde voor een volksraadpleging te houden om uit de crisis te geraken. Volgens hem is het tijd dat de actoren van de crisis hun persoonlijke belangen opzij schuiven en denken aan de belangen van het land. Hij vindt dat de Haïtianen zelf een oplossing moeten vinden voor de crisis en hij betwijfelt of de internationale gemeenschap werkelijk de intentie heeft te helpen.

Een woordvoerder van Lavalas verklaarde dat het de oppositie en de internationale gemeenschap alleen om te doen is president Aristide te doen mislukken. Volgens hem kan de OAS gezien worden als een laboratorium dat de crisissen op Haïti aanwakkert. Eind oktober werden er opnieuw pogingen ondernomen om de partijen rond de tafel te krijgen, zodat Luigi Einaudi opnieuw zou kunnen komen bemiddelen.

Operatie tegen drugshandelaars

Met de steun van de drugsbestrijdingsdiensten van de V.S. lanceerde de Haïtiaanse politie een operatie tegen handelaars in verdovende middelen. Over heel het land werden meer dan 100 personen ondervraagd, 31 van hen werden aangehouden. De politie legde beslag op 1,5 ton marihuana, 1 kilo cocaïne en een aanzienlijke som geld. De politie ontdekte dat de productie van marihuana in volle expansie is. De operatie tegen de drugshandelaars lokte ook kritiek uit. Een aanhanger van Lavalas verklaarde dat de VS zich bemoeien met de interne aangelegenheden van een land dat ze op economisch vlak te gronde richten.

Waarheen?

Aristide blijft bekommerd om de alfabetisering en neemt in dit verband allerlei initiatieven. Het is onqeveer het enige domein waarop iets qebeurt. Fanmi Lavalas is intern verdeeld. Aanhangers van Lavalas tegen wie de justitie een aanhoudingsbevel uitvaardigde, worden door de politie niet gearresteerd. Journalisten worden afgeranseld en verdedigers van de mensenrechten worden met de dood bedreigd. De ontevredenheid over de regering groeit. In sommige steden werd betoogd door de oppositie, maar in veel steden waren het aanhangers van Lavalas die protesteerden tegen de regering. Pamfletten waarin Aristide vergeleken werd met Bin Laden werden verspreid in Petit Goáve.

De schrijnende realiteit die schuilgaat achter deze politieke situatie is dat meer dan de helft van de Haïtianen ondervoed zijn.

Het volk verdient beter!

Bart van Malderen
1 december 2001