Verkiezingen in zicht!


Campagne voeren om naambekendheid te verwerven.

Normaal wordt in Haïti op 19 maart de eerste ronde gehouden van verkiezingen voor 83 volksvertegenwoordigers en 19 senatoren. De tweede ronde volgt op 30 april. Tegelijk zullen ook gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden. Normaal hadden de verkiezingen vóór 10 januari moeten plaatsvinden, maar de Voorlopige Kiesraad (Conseil Electoral Provisoire, CEP) moest de verkiezingen uitstellen omdat ze onvoldoende waren voorbereid.

Het democratiseringsproces in Haïti staat nog in zijn kinderschoenen. Nadat dictator Duvalier in 1986 het land ontvluchtte, werden enkele stappen richting democratie gezet.

De democratische verzuchtingen van het Haïtiaanse volk werden echter in de kiem gesmoord toen de verkiezingen van 29 november 1987 eindigden in een bloedbad. Op de verkiezingsdag werden in de hoofdstad 15 mensen door een met mitrailleurs gewapende bende neergekogeld. Daarna volgde een reeks militaire machthebbers, die allen president werden gedurende een korte periode.

Uiteindelijk vonden in december 1990 verkiezingen plaats die de man van het volk, Jean-Bertrand Aristide, met een overweldigende meerderheid als eerste democratisch verkozen president aan de macht brachten. Nog geen jaar later, in september 1991, werd Aristide van de macht verdreven door generaal Cédras. Aristide kon in ballingschap naar de Verenigde Staten vertrekken.

Met de steun van de VS, die troepen stuurden om een einde te maken aan het regime van Cédras, kon hij in oktober 1994 terugkeren naar Haïti. Na drie jaar ballingschap bleef van zijn ambtstermijn nog maar één jaar over. In juni 1995 werden vrije en democratische parlements- en gemeenteraadsverkiezinqen werden gehouden, en in december 1995 werd Aristides medestander René Préval tot president verkozen. Aristide kon zichzelf niet opvolgen omdat de grondwet bepaalt dat een president geen twee opeenvolgende mandaten mag vervullen.

De Amerikaanse soldaten verlaten Haïti

In januari verlieten de laatste Amerikaanse soldaten Haïti. Daarmee kwam er een einde aan een missie die begon in 1994 met een door de Verenigde Staten geleide invasie die een einde maakte aan de dictatuur van kolonel Cédras en president Aristide terug aan de macht bracht. De laatste jaren verbleven er zo’n 400 Amerikaanse soldaten permanent in Haïti. De Amerikaanse soldaten hielpen vooral met de vorming van de nieuwe politiemannen. In Haïti werd een politiemacht opgericht nadat het Haïtiaanse leger in 1995 werd ontbonden. Daarnaast zetten de soldaten zich in voor humanitaire doeleinden en hielpen ze bij de medische verzorging. In de toekomst zullen de VS nog wel groepen van 150 tot 200 reservetroepen zenden. Het zal gaan om medisch personeel en ingenieurs met een tijdelijke humanitaire opdracht.

Eind dit jaar moeten er opnieuw presidentsverkiezingen gehouden worden en Aristide is de uitgesproken favoriet.

Strijd tussen OPL en FL

De verkiezingen zijn nodig om de continuïteit van de democratische instellingen te herstellen en veilig te stellen voor de toekomst. De fel betwiste verkiezingen van 6 april 1997 hangen evenwel nog als een donkere schaduw boven de komende stembusgang. Toen daagde slechts 5% van de kiezers op, terwijl dat bij de verkiezingen van juni 1995 nog 50% was.

De grote winnaar van de eerste ronde in’97 was Fanmi Lavalas (FL). De grote verliezer was OPL (toen Organisation Politique Lavalas, nu omgedoopt tot Organisation du Peuple en Lutte). FL is de nieuwe partij die Aristide oprichtte nadat OPL, zijn vorige partij (of veeleer coalitie van partijen), hem verhinderde om drie jaar langer als president aan te blijven. Volgens sommigen mochten de drie jaar die Aristide in ballingschap doorbracht niet meegeteld worden voor zijn ambtstermijn, die bijgevolg niet had hoeven te eindigen op 7 februari 1996.

De onenigheid tussen FL en OPL over de verkiezingen van 1997 laaide zo hoog op dat er nooit een tweede ronde werd georganiseerd. De politieke situatie raakte volledig geblokkeerd. Op 9 juni 1997 gaf eerste minister Rosny Smarth (OPL) zijn ontslag. De OPL-parlementsleden, die de meerderheid vormden, weigerden een nieuwe premier te aanvaarden zolang de kwestie in verband met de verkiezingen van 6 april niet geregeld was.

Pas nadat in januari 1999 een einde kwam aan het mandaat van de meeste parlementsleden, was de macht van OPL gebroken en kon president Préval de huidige premier Alexis benoemen.

Problemen her en der

Veel waarnemers waren het erover eens dat de Voorlopige Kiesraad het niet gemakkelijk zou hebben met de organisatie van verkiezingen. Maar naarmate de verkiezingsdatum dichterbij komt, raken de meeste problemen toch opgelost. Op 10 december moesten de kandidaten hun dossier hebben ingediend. Velen daagden slechts de laatste dag op en de CEP besliste de inschrijvingsperiode met twee dagen te verlengen.

Eind december ontstond er onenigheid in het departement Grande Anse. Het kiesbureau van de gemeente Anse d’Hainault werd gesloten omdat manifestanten protesteerden tegen het feit dat de leden van dit bureau de burgemeester van Anse d’Hainault, Georges Simon, weigerden als verkiezingskandidaat. Het conflict liep zo hoog op dat het hele verkiezingsproces in het departement Grande Anse vastliep. Begin februari was er nog geen oplossing gevonden.


Eén van de 7000 kandidaten die naar de gunst van de kiezer dingt.

Hier en daar in het land deden er zich in januari incidenten voor. In het departement Grande Anse werden een aantal gemeentelijke kiesbureaus geplunderd. Verkiezingsdocumenten werden verbrand en blanco kieskaarten werden gestolen. Ook in Dame-Marie, in het zuiden van Haïti en in Petit-Goave en Grande-Goave, beide op zo’n 50 km van Port-au-Prince, werden kiesbureaus geplunderd.

Het registreren van de kiezers kon daardoor maar beginnen op 24 januari, in plaats van op 10 januari. In Haïti moet elke kiezer zich laten inschrijven om te kunnen gaan stemmen. Er wordt dan een foto van hem genomen en daarna krijgt hij zijn ‘kieskaart met foto’ die hij moet voorleggen op de dag van de verkiezingen.

Volgens de CEP hadden zich begin februari al meer dan 2,5 miljoen mensen laten registreren. In enkele bureaus deden zich enkele onregelmatigheden voor, maar over het algemeen verliep alles vlot.

De OEA (Organisatie van Amerikaanse Staten) zal ruim honderd waarnemers naar Haïti zenden om het verloop van de verkiezingen van nabij te volgen. In Haïti is een Nationale Raad voor de Observatie van de Verkiezingen opgericht. Een aantal politieke partijen ondertekenden ook een ethische gedragscode die door de Voorlopige Kiesraad werd opgesteld.

De kristallen bol

De partij die als grote favoriet naar de verkiezingen trekt is Fanmi Lavalas (FL), de partij van Aristide. Zij lijkt het best georganiseerd en hield in december een nationaal congres waaraan 3000 afgevaardigden uit het gehele land deelnamen. Op de openingsreceptie waren zowel president Préval als premier Alexis aanwezig. Tijdens het congres werd een ‘witboek’ van zo’n 200 bladzijden voorgesteld met als titel ‘Investeren in het menselijke’. Het bevat enkele analyses van experten en een aantal voorstellen die geformuleerd werden op bijeenkomsten in de verschillende departementen.

Naast FL zal OPL, de voormalige partij van Aristide, waarschijnlijk ook een belangrijk deelvan de stemmen in de wacht slepen. Voorts kan de alliantie van een aantal ‘oppositiepartijen’, verenigd in de ‘L’Espace de Concertation’, misschien een rol gaan spelen.

Bart Van Malderen
1 maart 2000

Meer artikels uit deze rubriek