Actueel september 2015

Tijdens de parlementsverkiezingen van 9 augustus waren er heel wat onregelmatigheden. De Dominicaanse Republiek zette heel wat mensen de grens over. De epidemie van cholera is nog niet onder controle. Door droogte mislukte een groot deel van de oogst wat meteen de prijzen van de basisproducten deed stijgen.

Ondanks de oproep van de verkiezingskandidaten om de verkiezingen te laten doorgaan in een klimaat van tolerantie en wederzijds respect en niettegenstaande de waarschuwing van de Voorlopige Kiesraad dat iedereen die het zou wagen om de verkiezingen te verstoren, streng zal gestraft worden, waren er op de verkiezingsdag toch heel wat onregelmatigheden. Sommigen zeggen zelfs dat de stembusgang chaotisch verliep.
Geweld in de aanloop naar en tijdens de verkiezingen, gebrek aan organisatie en vertragingen op de verkiezingsdag zelf hebben ertoe geleid dat weinig kiezers gingen stemmen. Hierdoor komt de geloofwaardigheid van de verkiezingen en de legitimiteit van de kandidaten in het gedrang. Na 4 jaar zonder verkiezingen, is er met deze stembusgang geen sprake van een democratische heropleving.
De oorzaak is onder meer dat er in januari van dit jaar veel nieuwe politieke partijen opgericht werden, die onvoldoende gekend waren door de kiezers. Voor de vacante plaatsen van 20 senatoren en 119 volksvertegenwoordigers diende gekozen te worden tussen 1800 kandidaten waarvan de meerderheid geen politieke ervaring had. De Voorlopige Kiesraad maakte de officiële kieslijsten geen 30 dagen vóór de verkiezingen bekend. Nochtans is dat wettelijk verplicht. Dit alles verklaart het wantrouwen van de kiezers.
Op de verkiezingsdag waren er onregelmatigheden en fraude. De 1500 lokale waarnemers van de verkiezingen verklaarden dat de Voorlopige Kiesraad tot elke prijs verkiezingen wou organiseren, zonder rekening te houden met de kwaliteit ervan. De tekortkomingen waren volgens de waarnemers onder meer een gebrekkige voorbereiding door de Voorlopige Kiesraad, de afwezigheid van een verkiezingscampagne van de kandidaten, de laattijdige mobilisatie van de kiezers, onregelmatigheden op de verkiezingslijsten, het ontoegankelijk zijn van sommige kiesbureaus en het niet functioneren van het noodnummer van de Voorlopige Kiesraad op de verkiezingsdag.
De Voorlopige Kiesraad verdedigde zich door te zeggen dat 90% van de kiesbureaus om 9 uur openging en dat in 92% van de kiesbureaus alle materiaal aanwezig was. Verder waren er volgens de Voorlopige Kiesraad slechts in 4% van de kiesbureaus gewelddadigheden.

Presidentsverkiezingen?

Volgens de verkiezingskalender zijn er op 25 oktober presidentsverkiezingen en op dezelfde dag ook verkiezingen voor 140 gemeenteraden en 570 raden van gemeentelijke secties. Het is nog maar de vraag of de Voorlopige Kiesraad er in slaagt om dit in goede banen te leiden.
Verschillende politieke partijen lieten al weten dat ze niet deelnemen aan de komende verkiezingen als de huidige Voorlopige Kiesraad op post blijft.
Er zijn ongeveer 50 kandidaten voor de presidentsverkiezingen, waarvan slechts een minderheid ruime bekendheid geniet. Om de wildgroei van kandidaten te beperken zullen de protestantse kerken slechts één presidentskandidaat naar voor schuiven waarop hun gelovigen kunnen stemmen.
De huidige president Michel Martelly ligt onder vuur nadat hij op 28 juli in Miragoâne een vrouw publiekelijk schoffeerde. De partij Fusion vond dat het gedrag van Martelly een president onwaardig was en stapte prompt uit de regering. De twee ministers en de staatssecretaris van Fusion dienden onmiddellijk hun ontslag in.
Op 4 augustus was er in Port-au-Prince een manifestatie van tientallen vrouwen die eisten dat Martelly publiekelijk zijn excuses zou aanbieden. Een presidentskandidaat legde klacht neer tegen Martelly bij het parket van Miragoâne. De verontwaardiging over het gedrag van president Martelly was vrijwel algemeen en vond ook een uitlaatklep via de sociale media.

De Dominicaanse Republiek

Ondanks de storm van protest begon de Dominicaanse Republiek half juni met de uitwijzing van Haïtianen en afstammelingen van Haïtianen. Een arrest van 23 september 2013 bepaalt dat alle afstammelingen van personen die sinds 1929 op illegale wijze geïmmigreerd zijn in de Dominicaanse Republiek hun Dominicaanse nationaliteit ontnomen wordt. Door dit arrest worden meer dan 200 000 Haïtianen en hun nakomelingen geviseerd. Onder druk van de internationale gemeenschap werd in 2014 de wet 169-14 goedgekeurd waardoor de kans geboden werd aan de Haïtianen en hun afstammelingen om hun papieren in orde te brengen. Maar aan deze overgangsmaatregel kwam op 17 juni van dit jaar een einde.
De eisen om zich te kunnen inschrijven in het ‘Nationaal Plan voor de regularisatie van vreemdelingen’ waren zo streng dat de meerderheid van de mensen er niet in slaagde hieraan te voldoen. Zo diende een Haïtiaanse migrant een aankoopbewijs te kunnen voorleggen van meer dan tienduizend pesos. Verder diende hij zijn paspoort bij te hebben en zijn nationale identificatiekaart. Daarnaast moest hij een belastingfiche bijhebben, zijn huwelijksakte en een bewijs van goed gedrag en zeden. Daarenboven diende hij een bankrekening te hebben waarop minstens tienduizend pesos stond, zijn huurcontract en de handtekeningen van minstens 7 Dominicaanse getuigen uit zijn woonplaats.
Langs Haïtiaanse kant werd in juli 2014 het ‘Programma van de identificatie en documentatie van Haïtiaanse immigranten’ gelanceerd met als doel Haïtianen in de Dominicaanse Republiek de nodige papieren te bezorgen. De Haïtiaanse autoriteiten konden maar aan 50.000 Haïtiaanse immigranten de nodige documenten bezorgen.

Protest tegen repatriëringen

Vanaf 17 juli werden Haïtiaanse migranten massaal en zelfs met geweld verdreven uit de Dominicaanse Republiek. Ze werden op verschillende plaatsen de grens met Haïti overgezet. De gerepatrieerden verklaarden dat ze opgepakt werden in hun huizen, op de plaats waar ze werkten of gewoon op straat. Ze kregen de tijd niet om hun persoonlijke bezittingen mee te nemen. Zo arriveerden veel volwassenen en ouderen op blote voeten. Sommige kinderen waren naakt. Ook enkele zwangere vrouwen werden zonder pardon de grens over gezet. Er zijn ook moeders die gescheiden werden van hun kinderen. Veel repatriëringen en uitzettingen gebeurden ’s nachts.
In Haïti probeerden verschillende organisaties een beweging van solidariteit met de gerepatrieerden tot stand te brengen. Ze verzamelden kledij, voedselpakketten, spullen voor baby’s, matrassen, lakens en drinkbaar water. Ook de Haïtiaanse regering maakte geld vrij om de mensen die uit de Dominicaanse Republiek verdreven waren, op te vangen. Een echt goed gestructureerde opvang was er niet, maar velen deden hun best in de mate van het mogelijke.
De Haïtiaanse regering protesteerde tegen de Dominicaanse autoriteiten omdat die hen niet officieel op de hoogte hadden gebracht van de gedwongen repatriëringen. Ze verklaarden ook dat de uitdrijvingen indruisten tegen de akkoorden die Haïti en de Dominicaanse Republiek in 1999 sloten.
De Haïtiaanse kardinaal, Chibly Langlois, zei tijdens een interview op een Amerikaanse televisiezender in Miami, dat het gedrag van de Dominicaanse autoriteiten onmenselijk was. Een priester riep de Haïtiaanse autoriteiten op om alle diplomatieke middelen in te zetten zodat de internationale gemeenschap druk zou uitoefenen op de Dominicaanse Republiek.
De regeringsleiders van de landen die deel uitmaken van de Caribische Gemeenschap, de CARICOM, drukten in een verklaring hun afschuw en verontwaardiging uit over de manier waarop de Dominicaanse Republiek de Dominicanen van Haïtiaanse afkomst en de Haïtiaanse migranten behandelt. De Caribische regeringsleiders veroordeelden ook de schending van de engagementen waartoe vertegenwoordigers van de Dominicaanse Republiek zich engageerden tijdens een dialoog op hoog niveau tussen de Europese Unie en het CARIFORUM, die op 11 juni van dit jaar plaatsvond in Brussel.
De Organisatie van Amerikaanse Staten, de OAS, stuurde een onderzoekscommissie naar Haïti en de Dominicaanse Republiek om de omstandigheden na te gaan waarin de massale deportaties gebeurden van Haïtiaanse migranten en Dominicanen met Haïtiaanse roots. In haar rapport wijst de commissie op het feit dat door de acties van de Dominicaanse Republiek veel mensen statenloos dreigen te worden. De onderzoekscommissie wijst ook op de precaire omstandigheden waarin de uitgedrevenen in Haïti moeten zien te overleven.
Volgens tellingen van mensenrechtenorganisaties waren er eind juli al meer dan 43.000 personen door de Dominicanen gedeporteerd naar Haïti.

Stijgende voedselprijzen

Sinds begin juni stijgen de prijzen voor levensnoodzakelijke producten zoals rijst, olie en bloem. Voor een zakje rijst bijvoorbeeld betaalde men in juni 200 gourdes, terwijl de prijs enkele maanden geleden nog 150 gourdes was.
De oorzaak van de prijsstijgingen dient onder meer gezocht te worden in de waardevermindering van de gourde ten opzichte van de Amerikaanse dollar. In december 2014 betaalde men 47 gourden voor 1 dollar, in juni van dit jaar diende men voor 1 dollar 58 gourden neer te tellen.
Een andere oorzaak van de prijsstijgingen is de mislukte oogst van de afgelopen lente. In verschillende departementen zorgde de aanhoudende droogte ervoor dat 60 tot 70% minder geoogst werd dan normaal.
Voor veel families betekenen de prijsstijgingen dat ze veel levensnoodzakelijke basisproducten niet meer kunnen kopen. Men berekende dat in juni ongeveer 4 miljoen Haïtianen met een zeer precaire situatie geconfronteerd worden wat betreft voedselzekerheid. Dit betekent honger voor bijna de helft van de Haïtiaanse bevolking, die volgens de laatste schattingen 11 miljoen mensen telt.
Een directe oplossing voor dit probleem is er niet. De handelsbalans van Haïti is al negatief. Volgens cijfers van de nationale bank van Haïti exporteert het land jaarlijks voor 910 miljoen dollar. De uitvoer betreft vooral goederen die in onderaanneming gefabriceerd worden. Haïti importeert jaarlijks voor 4 miljard dollar, wat betekent dat er een jaarlijks deficit is van ongeveer 3 miljard dollar. Het grootste deel van de goederen die Haïti importeert bestaat uit voedingsmiddelen.

Cholera

De epidemie van cholera is nog lang niet onder controle. In de eerste zeven maanden van 2015 werden bijna driemaal meer mensen besmet dan in dezelfde periode in 2014. Het ministerie van gezondheidszorg telde van januari tot juni van dit jaar ongeveer 20.000 besmette personen waarvan er 170 stierven.
De situatie blijft alarmerend. Om de ziekte te bestrijden moeten de mensen hun handen regelmatig wassen en zuiver water drinken. Dat laatste is bijzonder moeilijk te realiseren want in Haïti halen ongeveer 3 miljoen mensen hun drinkwater uit de rivieren en uit onbeschermde bronnen.

Bart Van Malderen
8 oktober 2015

Meer artikels uit deze rubriek