Cholera teistert Haïti


Foto: Le Nouvelliste

Rond 18 oktober werd het duidelijk dat er cholera was uitgebroken in de Artibonitestreek. Vier dagen later telde men al meer dan 1500 zieken en waren er al 138 patiënten overleden. Nog eens vier dagen verder bleken ook Arcahaie, Hinche, Port-au-Prince en Limbé getroffen. De officiële balans bedroeg op 27 oktober reeds 292 doden en 4.147 zieken

Na de aardbeving van januari 2010 had men steeds voor een cholera-epidemie in de hoofdstad gevreesd. De levensomstandigheden van de overlevenden waren daar immers erg precair en er lagen nog overal niet geborgen lijken. Dat de ziekte nu toch eerst op het platteland is uitgebroken, zegt veel over de levensomstandigheden in het ‘pays en dehors’, zoals men het achterland op Haïti pleegt te noemen.

De ziekte

Voor ons westerlingen klinkt de naam cholera als iets uit lang vervlogen tijden. Dit is niet helemaal correct: op wereldvlak is de ziekte jammer genoeg nog zeer verspreid. Volgens de Wereld- Gezondheidsorganisatie (WHO) worden er jaarlijks nog drie tot vijf miljoen mensen door getroffen, van wie er gemiddeld 120.000 overlijden.

De ziekte wordt gekenmerkt door zware diarree en uitdroging, nadat voedsel of drinkwater is besmet geraakt door de Vibrio Cholerae-bacil. Van de getroffenen zijn 80% oraal behandelbaar met zout bevattende vochtoplossingen, voor de zeer ernstige gevallen heeft men infusen nodig. Velen zijn echter ook geïnfecteerd zonder symptomen te vertonen. De bacillen blijven dan een tijd in hun stoelgang aanwezig, komen in de omgeving terecht en kunnen zo weer andere personen besmetten. De thans op Haïti uitgebroken soort, de 01 variant, is zeer krachtig. De incubatietijd is kort, diarree en braken zijn zeer hevig, weliswaar met weinig buikpijn, maar de dood volgt soms al na enkele uren.

De permanente staat van ondervoeding van de Haïtianen, van wie er ook nog heel wat verzwakt zijn door andere kwalen, zoals bijvoorbeeld HIV, werkt natuurlijk het ontstaan van een epidemie in de hand. De weinige gezondheidscentra op het platteland kunnen de toestroom van zieken niet aan. Er is een groot gebrek aan hydraterende zoutoplossingen en de lijken moeten snel gedumpt worden in gemeenschappelijke grafkuilen. Tijd voor een echte begrafenis is er niet: weer eens een groot verdriet voor de betrokken families.

De besmettingshaard

Ondertussen schijnt het duidelijk te worden dat het begin van de besmetting moet gesitueerd worden rond de Artibonite. Een bijrivier zou besmet zijn geraakt bij het leegmaken van de latrines van een aldaar gestationeerde MINUSTAH-basis. Echt drinkbaar water is in de streek onvoldoende beschikbaar. Het merendeel van de bevolking is daardoor gedwongen uit de rivier te drinken, met de gevolgen die zich thans voordoen. Bovendien zijn de Haïtianen niet altijd op de hoogte van de maatregelen die ze zouden kunnen nemen om verdere verspreiding van de ziekte tegen te gaan. Sommigen denken zelfs niet besmet te zijn omdat ze zelf geen symptomen hebben. Ze blijven besmet water drinken en zo kan de cholera natuurlijk nog vele jaren in het land blijven.

Verdere evolutie?

De Verenigde Naties en vele ngo’s zijn bevreesd voor een zware epidemie. Zij vinden dat vooral de hoofdstad nauwlettend in het oog moet worden gehouden. Een verspreiding in de vele tentenkampen van de daklozen zou catastrofaal kunnen zijn. Ook in de Dominicaanse Republiek houdt men zijn hart vast: eerst werden de grensovergangen zelfs afgesloten voor wie geen speciaal doorgangsbewijs had. Dit zorgde dan weer voor beroering bij de vrouwen uit de grensstreek, want er is traditioneel heel wat marktverkeer over de landsgrenzen heen. Daarom mochten wat later de ‘binationale’ markten terug doorgaan, op voorwaarde dat er strenge hygiënemaatregelen worden toegepast.

De aanwezigheid van medische ngo’s op Haïti heeft het in elk geval mogelijk gemaakt om snel twee behandelcentra op te zetten, één in Port-au-Prince en één in Saint Marc. President Préval heeft de DINEPA (Direction Nationale de l’ Eau Potable et de l’ Assainissement) opgedragen om in te staan voor de verspreiding van Aquatabs, HTH ( High-test hypochlorite, een desinfecteringsproduct), ontsmettingszeep en rehydratatieserum, in samenwerking met de gemeentebesturen en de ter plaatse werkzame ngo’s.

In de zone rond Belladère, waar PROTOS actief is, werden voorlopig nog geen choleragevallen gesignaleerd. Samen met de partnerorganisaties blijft men er hard werken rond drinkwatervoorziening en verdere sensibilisering. Bij de DINEPA heeft men intussen alle producten aangevraagd. Omdat Belladère slechts preventiezone is, werd jammer genoeg alleen de zeep toegekend. Daarom werd besloten de lokale bevolking alvast te instrueren hoe ze met ontsmet water, suiker en zout, zelf een levensreddend serum kan aanmaken.

Op dit ogenblik blijft het moeilijk om over de globale situatie correcte informatie te vergaren. Opvallend is wel dat de meeste internationale media zwijgen over de ‘buitenlandse oorsprong’ (wellicht Nepalese blauwhelmen) van de ziekte. Op Haïti was de cholera nochtans een ganse eeuw lang niet meer voorgekomen. Was de bevolking na de vreselijke aardbeving voorlopig aan de ergste orkanen ontsnapt, dan treft hen nu deze plaag.

Julie Lebeau, PROTOS
Eerder verschenen in PROTOS en Marche N°38 (November 2010)
Bewerking en vertaling Paul De Wolf
16 december 2010