In het dagboek volgen we de actualiteit in Haïti van dag tot dag. Over de verschillende nummers ontstaat dus een archief waarin je op datum alle belangrijke gebeurtenissen met betrekking tot Haïti kunt terugvinden.
De Veiligheidsraad van de VN keurt de vorming goed van een ‘Missie van de Verenigde Naties voor de stabiliteit in Haïti’ (MINUSTAH). Op 1 juni zullen 6700 militairen en 1622 politiemannen aantreden voor een periode van 6 maanden. De multinationale troepenmacht die nu aanwezig is, moet eind juni weg zijn. De Missie zal de regering vooral moeten helpen bij de ontwapening, demobilisatie en reïntegratie van de gewapende groepen.
Het ‘Weerstandsfront’ wordt ‘Front voor de Wederopbouw’ en zal onder die naam deelnemen aan de verkiezingen. Winter Etienne verzekert dat het Front geen gewapende groep meer is, maar een politieke partij.
Volgens Associated Press hebben sinds het vertrek van Aristide minder dan de helft van de politiemannen hun dienst hernomen. In het Centraal Plateau verklaart de vroegere kolonel Remissainthe Ravix dat geen enkele van zijn 1681 mannen bij de politie wil aansluiten omdat zij het wettige leger vormen. De ‘rebellen’ van het Centraal Plateau, voor het grootste deel oud-militairen, vinden dat zij alleen in staat zijn om de veiligheid van de bevolking te verzekeren.
Louis Jodel Chamblain, één van de leiders van de ex-militairen die op dit moment terug op de voorgrond treden, geeft zich vrijwillig over. Hij wordt gevangen gezet in Pétionville. Hij was vroeger sergeant in het leger en de nummer 2 van het gehate FRAPH. Hij werd tweemaal bij verstek veroordeeld tot levenslange opsluiting voor zijn deelname aan de massamoord bij Raboteau en voor de moord op Antoine Izméry.
In het nationaal paleis wordt een zogenaamde ‘Consensus van Politieke Overgang’ ondertekend door de regering, de politieke partijen, de privé sector en de Raad van Wijzen. Het akkoord voorziet in algemene verkiezingen in 2005. De nieuw verkozen president zal ten laatste in functie treden op 7 februari 2006, datum waarop het mandaat van Aristide verstrijkt.
De nieuwe regering (13 ministers, 6 staatssecretarissen) bestaat uit bekende figuren zonder binding met de politieke partijen. De Convergence Démocratique voelt zich uitgesloten en weigert deel te nemen aan de investituurplechtigheid.
Oud-generaal Hérard Abraham wordt minister van Openbare Veiligheid en Binnenlandse Zaken. Hij kondigt een commissie aan om om het in 1995 afgeschafte leger terug op te richten. Bernard Gousse, advocaat en actief in de Groep van 184, wordt minister van Justitie.
Yvon Neptune neemt ontslag als eerste minister. Gérard Latortue wordt officieel beëdigd als eerste minister door interim-president Boniface Alexandre.
De Raad van Wijzen duidt Gérard Latortue (69) aan als eerste minister. Latortue was reeds minister van Buitenlandse Zaken onder Leslie Manigat in 1988. Daarna leefde hij in Florida, waar hij werkte als financieel raadgever.