Vlaams Haïti Overleg

Maria Vargas Llosa is één van de bekendste én beste Latijns-Amerikaanse auteurs. Als zo’n man zich gaat bezig houden met een onderwerp dat Haïti – al is het maar zijdelings – raakt, zitten we graag op de eerste rij. En we komen niet bedrogen uit. Het feest van de bok is een schitterend boek over de dictator Trujillo die decennialang de plak heeft gezwaaid in het buurland van Haïti, de Dominicaanse Republiek. (meer lezen…)

Deze roman van Gary Victor, de meest gelezen Haïtiaanse schrijver van het ogenblik, is zonder meer beangstigend en rauw. (meer lezen…)

Roman over de opstand van een ziel

In zijn “Rue des Pas-Perdus” verschenen in 1998, brengt Lyonel Trouillot in de tijdspanne van één nacht al het geweld en het lijden van een buurtwijk over. “Thérèse en mille morceaux” gaat over een heel ander thema. Het is het dagboek van een 26-jarige vrouw uit het kleine burgermilieu van Cap Haïtien. (meer lezen…)

Er bestaan mooie en vrij ingewikkelde theorieën over de relatie tussen de lezer en de literaire tekst. Het product dat nog onontsloten voor me ligt, roept vooralsnog de Afrikaanse savanne op en haar voedende én verslindende zon. Welke indruk maakt op mij de poëzie van Jacques Roumain? Welke afdruk kan zij op mij nalaten? Is mijn geest niet te nuchter, is mijn hart niet te kil om deze zuiderse beelden en ritmes tot hun recht te laten komen? (meer lezen…)

De reus zet grote passen;
hij gooit de kom van de hemel omver;
de slagroom van de wolken deint uit.
Van een boom maakt hij een tandenstoker. (meer lezen…)

Deze roman schetst het harde Haïtiaanse plattelandsleven via het levensverhaal van 3 vrouwen: Simone, Lamercie, ErzuLie. Het is een familie-epos dat drie generaties omvat tegen de achtergrond van de gebeurtenissen in Haïti van de jongste eeuw. (meer lezen…)

Dit boek is het verhaal van de VS-invasie in september ’94, die de inleiding vormde tot de terugkeer van president Jean-Bertrand Aristide na 3 jaar ballingschap. Het begint bij de eerste carnaval na de staatsgreep van 30 september ’91 en eindigt bij carnaval ’98. (meer lezen…)

Op een dag brengt Blanc Philippe zijn zoon Robert Cadet, alias Bobby, uit het binnenland naar Florence Cadet, een goede bekende in de hoofdstad. Zij zal voor het kind zorgen. Vanaf die dag is Bobby een “restavec”. Hij krijgt allerlei taken te vervullen: vroeg opstaan, vuur maken, tuin proper houden… (meer lezen…)

Saint-Jules is een doodarme boer – een ‘nègre gros orteil’ – uit het zuiden van Haïti. Op een dag krijgt hij de kans om in de Verenigde Staten kennis de moderne landbouwtechnieken te leren kennen. Maar hij raakt in de ban van een oude zwarte professor sociologie die de motor is achter een wereldwijd netwerk van bewegingen van kleine boeren. Hij motiveert Saint-Jules om in Haïti een soortgelijke beweging uit te bouwen; wat hij bij zijn terugkeer ook doet. (meer lezen…)