De dubbele regenboog

Zo had ik de savanne nog nooit gezien. Twee, drie onweerswolken zochten een plek hoog aan het firmament. Als vechtende kinderen gooiden ze steeds opnieuw bliksemschichten naar mekaar. Hevige donderslagen galmden door de savanne, dansten over de bergtoppen en rolden met veel lawaai door de vallei. In de verte duwden rukwinden de regenbuien voor zich uit.

Als je op een gewone dag op het kleine heuveltje staat, lijkt de savanne een eindeloos uitgestrekt gebied. Aan de ene kant is ze afgezoomd door bergen en een rivier, aan de andere kant lopen groene struiken tot aan de zee. Het is wellicht de rustigste plek op deze wereld. ’s Nachts kan het er wel dreigend donker zijn, en dan komt geen mens in dat schijnbaar eindeloos gebied, maar vandaag is het uitzicht heel anders, het is alsof alle natuurelementen naar hier komen als naar een slagveld. “Straks wordt heel het firmament één grote onweerswolk en dan komt de zware tropische regen”, zegt Jordany zelfverzekerd.

Mijn zegsman is onze klusjesman, een jonge kerel. Hij kan lezen – wel met moeite –, maar schrijven heeft hij nooit geleerd. De school met haar boeken was zijn terrein niet, maar in de natuur voelt hij zich thuis, en de savanne kent hij als zijn broekzak. Elk wolkje, elk briesje vertelt hem wat de natuur van plan is. En dan plots, als een totale verrassing, valt er vlak naast ons een pracht van een regenboog uit de lucht. De boog overspant het hele firmament, de kleuren zijn krachtig als komen ze net uit een olieverfdoos. Even later komt er een tweede regenboog, even mooi en even kleurrijk, dicht bij de eerste. “Nog nooit gezien”, stamelt Jordany.

Blij als een kind ga ik vooruit om eens in de kleuren van de regenboog te staan. “Niet doen!”, roept Jordany, en meteen wordt de klusjesman een echte wetenschapper. Hij vertelt dat de regenboog van nature heel vreedzaam is, maar heel gevaarlijk waar hij aan de grond komt. Nu drinkt hij water, heel veel water, en daardoor regent het niet op deze plaats. Als de boog voldoende heeft gedronken, verdwijnt hij en dan komt hier ook de regen. De uitleg van Jordany zit vrij logisch in mekaar. Hij voegt er nog aan toe dat je de boog zeker niet mag storen als hij drinkt. Als je in de kleuren wijst, bijt hij kwaad een stuk van je vinger. Bij het drinken legt de boog zijn hoed – meestal met veel geld – naast zich op de grond. Wie de hoed wegneemt, moet lopen voor zijn leven. Alleen een open kerkdeur brengt redding voor de hoedendief, anders is hij een vogel voor de kat. “Vanwaar komt dat geld?”, vraag ik als een aandachtig leerling. Dat lijkt een domme vraag zoals alleen blanken die kunnen stellen. “Iedereen weet dat geld in die hoed steekt, vanwaar het komt heeft geen enkel belang”, zegt mijn leermeester.

Jordany spreekt met overtuiging want hij kent de natuur door en door. En dan plots, zoals ze gekomen waren, verdwijnen de prachtige regenbogen in een oogwenk. Een stuk droomwereld is voorbij voor ons. We lopen vlug naar de jeep, in volle snelheid rijden we weg. Nog voor we uit de savanne zijn heeft het onweer heel de streek in zijn greep en stort de regen neer. Zalig glimlachend kijkt Jordany in het rond. De regen is het bewijs dat zijn wetenschappelijke theorie juist is. Als student vond ik fysica niets bijzonders. Met een leraar als Jordany wordt het een ongelooflijk boeiend vak. Bovendien had ik er geen idee van dat de wetenschap de laatste jaren zo sterk is vooruitgegaan.

Een dubbele regenboog is een heel zeldzaam gebeuren. Het is als een teken aan de hemel. Zoals die eerste regenboog voor NoÎ en die grote ster voor de herders van Bethlehem. Wellicht kwam de dubbele regenboog met dezelfde boodschap voor de wereld van vandaag: vrede op aarde.

Raymond De Caluwé
1 december 2002

Meer artikels uit deze rubriek