Op 4 oktober overleed Jean-Claude Duvalier (Baby-Doc) in de hoofdstad Port-au-Prince. De gewezen dictator van Haïti – tweemaal tot “Président à vie” verkozen – werd amper 63 jaar oud. Door zijn plotse hartaanval behoort het regime Duvalier nu tot de geschiedenis. Bij dit overlijden kwamen vage herinneringen opnieuw klaar voor de geest en oude littekens werden opnieuw pijnlijke wonden.
De dictatuur van vader en zoon Duvalier – Papa en Baby Doc – duurde bijna 30 jaar. De macht steunde vooral op de gevreesde Tonton Macoutes, paramilitaire groepen die buiten en boven de wet stonden. In november 1985 ging hun brutaliteit één stap te ver. Op de speelplaats van een middelbare school in de stad Gonaïves schoten ze drie studenten dood. Rond drie lege lijkkisten hebben we toen, blootsvoets als teken van diepe rouw, met een bomvolle kerk gebeden en rouwliederen gezongen. Het stille protest tegen het regime groeide van dag tot dag en liep over het hele land. De orde herstelde zich niet meer en twee maanden lang groeide het verzet met een gemiddelde van 50 slachtoffers per week. De spanning was te snijden maar er was geen weg terug. Om 5 uur in de morgen, op 7 februari 1986, meldde de BBC dat Jean-Claude Duvalier het land was ontvlucht. Nog dezelfde morgen had een dansende menigte het lokaal van de Tonton Macoutes in ons dorp met de grond gelijk gemaakt.
Er was een uitzinnige vreugde over heel het land. En toch waren er in elke stad en in bijna elk dorp enkele mensen, zoals de leraar Moïse, die niet deelden in de vreugde. Ze droegen een te groot verdriet mee en waren het zingen en dansen verleerd.
Moïse was nog een schoolkind toen in een paar minuten tijd het leven van de hele familie is veranderd. Bij valavond stampte een zware schoen de deur van het ouderlijk huisje open. Twee gewapende mannen, in blauw macouten-uniform, zegden één enkel woord: “meekomen” en dwongen zijn vader hen te volgen. Moïse heeft zijn vader nooit meer teruggezien. Uitleg is er nooit gekomen. Maanden later is er iemand langs geweest. Hij was vrij gekomen uit Fort Dimanche, de foltergevangenis in de hoofdstad. Hij vertelde aan de moeder van Moïse dat hij haar man daar enkele maanden had gekend. Op een nacht is hij uit zijn cel gehaald, men hoorde enkele doffe slagen, enkele kreten en daarna niets meer. Dat verdriet draagt Moïse mee en dat verdriet geeft hij ook door aan zijn kinderen. Heel wat families in Haïti dragen een verdriet dat nooit zal genezen.
Na een verblijf van 25 jaar in Frankrijk keerde Jean-Claude Duvalier in 2011 in alle stilte naar zijn land terug. Bij zijn dood liep nog een onderzoek naar corruptie tegen hem. Er was ook een onderzoek naar zijn misdaden tegen de menselijkheid. Geen enkele aanklacht of onderzoek heeft ooit tot een proces of veroordeling geleid.
Iedereen hoopt dat de dictatuur als staatsvorm voor altijd tot de geschiedenis behoort in Latijns-Amerika. Mensen als Moïse hebben een kleine hoop nog te vernemen waar hun verdwenen familielid begraven ligt.