Haïti tussen mythe en werkelijkheid

De tweede helft van de twintigste eeuw stond in Haïti in het teken van bewustwording en bundeling van de krachten. Een moeilijke inspanning, want sinds de onafhankelijkheid van1804 werkte de leidende Haïtiaanse klasse op geen enkel moment naar een politieke, economische of sociale breuk met het koloniale verleden. Zodoende liet men het land helemaal afglijden.

Zonder illusies toont Yves Saint-Gérard hoe de verouderde bestuursvormen van de Duvaliers en van Jean-Bertrand Aristide hebben bijgedragen aan de zombifiëring van de Haïtianen. Volgens Saint-Gérard hadden deze twee populisten nooit echt de bedoeling de levensomstandigheden van hun landgenoten te verbeteren. Een zware beschuldiging ten aanzien van Aristide, die hij vooral staaft met de centralisering van de macht onder Aristide en de desintegratie van de staatsinstellingen. Er is een zeer wrokkige toon in het boek ten aanzien van de Ti Légliz en religieuzen, die samen met Aristide de politieke scène innamen en volgens hem nalieten aan de zo noodzakelijke bundeling van krachten toe te werken om een echt democratisch bestuur tot stand te brengen, die een ontwikkeling ten bate van de meerderheid kon schragen.

Deze neuropsychiater, die reeds menig essay en artikel pleegde, wordt als een lucide observator van de Haïtiaanse problemen voorgesteld. Saint-Gerard is evenwel geen politiek neutraal waarnemer. Hij draagt zijn boek b.v. op aan zijn vrienden van de sociaal-liberale partij PANPRA, die deel uitmaakte van de Convergeance Démocratique, de koepel van oppositiegroepen en -partijen tegen Fanmi Lavalas van Aristide. Klagen over het gebrek aan samenwerking en eendracht om het algemeen belang van Haïti te behartigen, ligt dan wel heel gevoelig…

Rhoddy Petit
1 september 2004

Yves Saint-Gérad, Haïti 1804-2004. Entre mythes et réalités, Editions du Félin, Parijs, 2004, 19,50 euro, ISBN: 2-86645-537-1.