Jean-Bernard Aristide: van profeet tot zondebok

Als alle beschuldigingen aan het adres van Aristide waar zijn, moet die man hoognodig gearresteerd worden en voor de rest van zijn leven de gevangenis in. Hij wordt door zijn vijanden bestempeld als moordenaar, drugsdealer, dictator, dief en leugenaar. Hij doet aan zwarte magie, laat overal in het land voodooceremonies houden, laat pasgeboren kinderen stelen en verpulvert hun hoofdjes in een stamppot tot magisch poeder, doet zwarte missen, heeft huurmoordenaars in dienst, slaat regelmatig zijn echtgenote en koopt mensen om en pleegt chantage. Teveel om waar te zijn. Feit is dat er een goed georchestreerde propaganda tegen hem wordt gevoerd in binnen- en buitenland.

Het is hem door de hoge burgerij, de bisschoppen en de republikeinen in de VS nooit vergeven dat hij de verkiezingen van 1990 met brio heeft gewonnen. Hij heeft dan ook nooit de kans gekregen om er ook maar iets van te maken. In 1991 werd hij, na zeven maanden waarin hij en Preval een nieuw politiek geluid hadden laten horen, door de militairen via een bloedige staatsgreep, gesponsord door de CIA, aan de dijk gezet. Zijn eeuwige vijanden hebben het nooit kunnen verteren dat hij in 1995 door president Clinton terug op zijn presidentszetel is gezet. Vanaf zijn terugkeer in 1995 tot het einde van zijn eerste mandaat en vanaf de eerste dag van zijn nieuw mandaat werden hem almaar grotere stokken in de wielen gestoken. Hij wordt als een kat in de zak gezet, en als hij dan begint te krabben, wordt hem dat nog verweten ook. Nooit wordt er iets positiefs over hem verteld of over het werk dat zijn regering verricht. En toch zie ik dat er, ondanks het onrechtvaardig embargo dat het arme Haïti wordt opgelegd, gewerkt wordt aan wegen, scholen en gezondheidscentra, dat sociale woningen worden gebouwd en tientallen prachtige stadspleinen aangelegd, dat er aan alfabetisering wordt gedaan. De aanwezigheid van meer dan 500 Cubaanse geneesheren, die uitzonderlijk werk verrichten overal in het binnenland waar Haïtiaanse dokters niet willen gaan, en de honderden Haïtiaanse jongeren die in Cuba universitaire studies kunnen doen, zijn het resultaat van de vriendschapsbanden tussen Haïti en buurland Cuba, doorn in het oog blijkbaar van Nonkel Sam.

Aristide is niet meer de profetische figuur van twaalf jaar geleden. Hij is meer en meer politicus geworden, één die serieuze blunders maakt.

Aristide is niet meer de profetische figuur van twaalf jaar geleden. Hij is meer en meer politicus geworden, één die serieuze blunders maakt. Hetgeen me onder andere aan hem stoort, is de neiging om al wat er aan duurzame ontwikkeling door de regering wordt gedaan naar zich toe te trekken, daarmee de indruk gevend dat hij het land wil leiden als een Sinterklaas, als de enige die weet wat goed is. Hij regeert het land als een almachtige dorpspastoor. Verder heb ik de indruk dat hij zijn onmiddellijke omgeving niet voldoende onder controle heeft.

Aan de rand van een burgeroorlog

Het politiek gesjoemel van een oppositie zonder enig waardevol alternatief en de sterkte van de propaganda tegen Aristide werpen triestige resultaten af. Het land is in twee verdeeld en staat aan de rand van een burgeroorlog. Het is opvallend dat mensen die gestudeerd hebben de eerste zijn om al die propaganda te slikken. Ik blijf spreken van leugens en propaganda tot ik het bewijs krijg van het tegendeel. Feit is dat Aristide nu niet alleen de hogere burgerij tegen zich heeft, maar ook de middenstand, de universitair opgeleiden en de studenten. De rijken hebben in Haïti officieel de oorlog verklaard aan de armen. Aristide blijft populair bij het kleine volk uit de volkswijken en op het platteland, bij straatventers en boeren. Die zien wel in dat de oppositie hen gewoon aan de kant van de maatschappij wil houden. Zij zijn ook niet vergeten waar de leiders van deze oppositie tijdens de staatsgreep stonden.

Wat ook zwaar weegt, is dat er hier geen onafhankelijke pers meer bestaat. De meerderheid van de media, vooral de radiostations, zijn met groot geld opgekocht door de oppositie. Geldschieters zijn de republikeinse partij uit de VS en ook de Europese Unie. De Amerikaanse ontwikkelingsorganisatie USAID heeft hier een programma lopen, Ramak, om alle volksradio’s via geldelijke steun de gewenste oriëntatie op te dringen. Erger nog: sommige radiostations zijn echte oproerkraaiers geworden en sturen valse informatie en oproepen tot verzet de ether in. De staatsradio en –tv zijn propagandastations geworden voor Aristide en zijn Lavalasbeweging. Wat de mensenrechten betreft, zijn we al niet beter af: de National Coalititon for Haitian Rights, die geld krijgt van USAID, kiest duidelijk kamp tegen Aristide en ziet alleen maar schendingen in het Lavalaskamp.

De laatste weken waren getekend door betogingen van de oppositie, bestaande uit de Groupe des 184 (waar dat getal vandaan komt, mag Joost weten) en de Convergence Démocratique, met zichtbare steun van de Amerikaanse, Franse en Canadese ambassades. Het betrof acties die het aftreden van Aristide beoogden en die botsten op tegenbetogingen van aanhangers van Aristide, die willen dat hij zijn vijf jaar uitdoet. Provocatie van de oppositie, die uitmondt in tegenacties van de Lavalasmensen. In de nieuwsberichten wordt het gewoon in omgekeerde volgorde aangegeven. Het geweld komt volgens deze gepolariseerde pers uitsluitend uit het Lavalaskamp. Feit is dat er deugnieten zijn die van deze chaotische toestand profiteren om te vernielen, te stelen en afrekeningen te houden. De politie werd er aanvankelijk van beschuldigd de Lavalasbeweging te begunstigen, maar de laatste weken kwam daar onder voelbare druk verandering in en werden ze geloofd voor hun «professionele» aanpak.

Aristide wordt als een kat in de zak gezet, en als hij dan begint te krabben, wordt hem dat nog verweten ook.

De gewone man, die al dat betogen meer dan moe is, moet machteloos toezien op deze zinloze machtstrijd en voelt zich gegijzeld door de politici zonder enige moraal. Op 1 januari, de 200e verjaardag van de Haïtiaanse onafhankelijkheid, organiseerde de oppositie een betoging die richting paleis trok waar meer dan 15.000 mensen de viering volgden. Pure provocatie! De stakingen op initiatief van de oppositie waren een echte flop. Grote winkels, supermarkten, banken en benzinestations bleven dicht, maar voor de rest was er van die staking niet veel te merken. Het openbaar vervoer werkte als normaal en er was heel veel volk op straat. De kleine winkeltjes gingen open en de straatventers en marktkramers waren op post. Desondanks hoor ik enkele radiostations verklaren dat de staking een succes was. Leugens en valse informatie zijn hier het belangrijkste wapen bij de destabilisatie van het land. De oppositie wil duidelijk dat de bom barst. Ze heeft ook geprobeerd het schoolgaan lam te leggen. Zeer tot ongenoegen van de kleine man die fortuinen heeft neergeteld om zijn kinderen aan een nieuw schooljaar te laten beginnen. De laatste weken zijn de scholen weer normaal bevolkt. Alleen de staatsuniversiteit en enkele privé-hogescholen blijven zonder studenten.

Sinds enkele dagen is de paniek hier weer voelbaar. Het nieuws uit het binnenland is onrustwekkend. Gewapende bendes trekken van stad tot stad en vallen politieposten aan en steken die in brand: Gonaives, Grand Goâve, Petit Goâve, en gisteren ook Hinche. De groep van Metayer in Gonaives kreeg nu ook 200 man versterking geleid door Guy Philippe, die betrokken zou zijn bij de poging tot staatsgreep in 2002, en Chamblain, nummer 2 van de FRAPH, een paramilitaire organisatie die tijdens de militaire junta werd opgericht als repressief apparaat tegen de aanhangers van Aristide.

De enige oplossing voor deze crisis is een compromis, maar daar wil de arrogante oppositie niet van horen. Een alternatief zou de ontslagname van Aristide kunnen zijn, maar daar is die te fier voor. Hij gaf al meer dan genoeg toe aan zijn tegenstanders. Elke andere oplossing zal hier de deur openen voor afrekeningen en ondemocratisch handelen. Sinds 200 jaar waggelt Haïti van de ene staatsgreep naar de andere. Zal daar in 2004, na 200 jaar onafhankelijkheid; verandering in komen?

Jan Hoet
15 februari 2004