Met de mensenrechten gaat het onder Aristide van kwaad naar erger


Het onderzoek naar de moord op Journalist Jean Dominique schiet niet op.

De Nationale Coalitie voor de Rechten van de Haïtianen

De Nationale Coalitie voor de Rechten van de Haïtianen heeft onlangs een verslag over de situatie van de mensenrechten in Haïti gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de algemene toestand van de mensenrechten er één jaar na de terugkeer van Aristide op de presidentiële stoel duidelijk is op achteruitgegaan. We namen het verslag door en vatten het voor u samen.

De vrijheid van vereniging en van uitdrukking, verworven na jarenlange harde strijd sinds de vlucht van Duvalier, zijn het voorbije jaar opnieuw hard op de proef gesteld. De civiele en politieke rechten van de burgers werden niet geëerbiedigd. In heel het land werden vreedzame politieke manifestaties tegen de regerinq gewelddadig onderbroken door sympathisanten van de machthebbers. Dat was o.m. het geval in Hinche, Pétionville, Cap Haïtien, Les Cayes, Saint-Marc, Gonaïves, Plaisance, Portde-Paix, Belle-Anse, Grand Gosier enz. In al die gevallen schenen de sympathisanten van de machthebbers te kunnen rekenen op de medeplichtigheid van de Nationale Politie, die niet altijd blijk gaf van onpartijdigheid.

De vrije meningsuiting in het gedrang

Sinds de terugkeer van het constitutionele bestel in 1994 was de vrijheid van meningsuiting nooit sterker bedreigd dan nu. Er zijn ten aanzien
van de onafhankelijke pers geregeld en zelfs openlijk doodsbedreigingen geuit door leiders van volksorganisaties en door verkozenen van de partij van president Aristide, Lavalas. Een stuk of twintig journalisten zijn naar het buitenland gevlucht. Radiostations moesten tengevolge van bedreigingen hun deuren sluiten of tijdelijk hun uitzendingen stopzetten. Dat was o.m. het qeval voor Vision 2000, Caraïbes FM, Echo 2000, Radio tele contact Petit Goave, Rotation FM Belladère en Vwa peyizan Papay.

Het ‘hoogtepunt’ werd op 3 december 2001 bereikt toen journalist Brignol Lindor op schandalige wijze in Petit Goáve werd vermoord drie dagen nadat er tegen hem doodsbedreigingen waren geuit door de adjunct-burgemeester van de stad, Dumay Bonny.

Stokken in de wielen van het gerecht

De werking van het gerecht kan op verschillende manieren worden belemmerd, b.v. door politieke druk op de magistratuur, door de weigering van de politie om haar taak te vervullen, door het evidente gebrek aan samenwerking met de gerechtelijke macht, door het misprijzen van de parketten voor de beslissingen van de rechtbanken, en door de systematische weigering van de Senaat (die volledig uit verkozenen van één partij bestaat) en de Kamer om de onschendbaarheid op te heffen van politici die van misdrijven worden verdacht.

Enkele concrete gevallen om het een en het ander te illustreren. Het parket van Port-au-Prince heeft geweigerd gehoor te geven aan ten minste drie gerechtelijke beslissingen (het betreft Prosper Avril, Guy François en Mario Andrésol). Het onderzoek naar de moord op journalist Jean Dominique wil maar niet opschieten, de onderzoeksrechter zag zich zelfs verplicht het land te verlaten in plaats van de bescherming te krijgen die hij sowieso zou moeten genieten. Verscheidene arrestatiebevelen werden niet uitgevoerd, o.m. ten aanzien van Ronald Kadav, Paul Raymond, Richard Salomon en René Civil. De moordenaars van Brignol Lindor zijn nog niet gevonden.

De volksvertegenwoordiger van Port Salut, Jean Robert Placide, was betrokken bij een gewapende diefstal en is door het gerecht niet eens om uitleg verzocht. Burgemeester Dongo Joseph van Hinche gearresteerd omdat hij een rechter in functie had geslagen, is door een tussenkomst van de minister van Binnenlandse Zaken vrijgelaten.

Ronald Kadav, een Lavalas-militant, die er publiekelijk van verdacht wordt een huurmoordenaar te zijn en o.m.van de moord op Fritzner Jean wordt verdacht, geniet nog steeds straffeloosheid. De senaat heeft zichzelf in de plaats van de rechterlijke macht gesteld door inzage van het dossier tegen Danny Toussaint te eisen alvorens zich over de opheffing van diens parlementaire onschendbaarheid te willen uitspreken. Het feit dat de politie weigert de bendes te ontwapenen die met name in de krottenwijken terreur zaaien, draagt bij tot een klimaat van anarchie, waardoor bepaalde van die wijken simpelweg in handen van bandieten worden gelaten, en zo verder, en zo voort.

Nultolerantie

Tijdens een bezoek aan de Nationale Politie op 28 juni 2001 heeft president Aristide de zogenaamde “nultolerantie” gelanceerd: geen genade voor criminelen. Sindsdien zijn veel mensen bij klaarlichte dag gelyncht. Het spectaculairste geval is dat van Panel Rénélus, alias Tipanel, die in het subcommissariaat van de politie van Léogane werd gelyncht. Er is van overheidswege niet opgetreden tegen de verantwoordelijken, noch tegen de medeplichtige politieagenten.

De nationale politie geeft niet altijd blijk van onpartijdigheid.

Mensenrechtenverdedigers

De situatie van de verdedigers van de mensenrechten is niet bepaald geruststellend. Zij staan bloot aan bedreigingen en intimidatie. In oktober 2001, na de publicatie van een verslag over de politisering van de Nationale Politie, circuleerde bij de NP een lijst met namen van te vermoorden mensenrechtenverdedigers.

Economisch, sociaal, cultureel…

In een lange toespraak ter gelegenheid van zijn aantreden als president op 7 februari 2001 beloofde Aristide 500.000 banen, een vermindering van de werkloosheid van 60 naar 40%, een betere voedselvoorziening, 348MW bijkomende elektrische energie, betere toegang tot drinkbaar water en nog veel meer.

Een jaar later is de toestand catastrofaal: de inflatie stijgt uit boven 10%, de kosten van levensonderhoud zijn aanzienlijk gestegen door de waardedaling van de gourde ten opzichte van de Amerikaanse dollar, de werkloosheid blijft torenhoog, de voedselafhankelijkheid ten aanzien van het buitenland is toegenomen, en de internationale hulp blijft geblokkeerd. Haïti is vandaag nog armer dan voorheen, het staat nu 134ste op de lijst van 162 landen die het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (Programme des Nations Unies pour le Développement, PNUD) op 10 juli 2001 heeft opgesteld.

Corruptie

President Aristide had beloofd de orde en het staatsgezag te herstellen. Met dezelfde ijver zou hij ook de corruptie bestrijden. Deze belofte is niet nagekomen. Er hebben zich integendeel een hele reeks schandalen voorgedaan. Enkele voorbeelden. Tegen een exorbitante prijs werd een villa aangekocht als ambtswoning voor de eerste minister, terwijl de staat reeds over een dergelijke woning beschikte, aangekocht door de vorige regering onder leiding van Jacques Edouard Alexis. Over deze transactie blijft de grootste onduidelijkheid bestaan. De president doet er het zwijqen toe.

700.000 Amerikaanse dollars werden op de luchthaven “afgeleid” door politieagenten die beweren banden te hebben met invloedrijke volksvertegenwoordigers en senatoren die dicht bij de president staan. Niemand werd ondervraagd.

Er is het schandaal van de belastingvrije rijstinvoer waarbij de Fondation Aristide betrokken is (zie ook de rubrieken Actueel en Dagboek) en die de schatkist zo’n 117 miljoen gourde zou kosten.

Zowat overal in het land worden Lavalas-burgemeesters beschuldigd van willekeur, wanbeheer en diefstal. Dat is onder meer het geval in Port-auPrince, Mirebalais, Ennery, Croix des Bouquets, Miragoane, Lascahobas, Petit Goáve, Delmas, Plaine du Nord en Hinche. In al die gevallen werden de voorgeschreven procedures niet gevolgd.

Ook wat het milieu betreft, is de balans zonder meer mager. Er is geen sprake van een beleid dat burgers en bedrijven tot meer respect voor het milieu aanzet. Het volstaat een blik te werpen op de vuilnishopen in de steden. Door de ongebreidelde boomkap en het aanhoudende gebruik van houtskool gaat de woestijnvorming ongestoord voort.

De Nationale Coalitie voor de Rechten van de Haïtianen verzoekt de Lavalasmachthebbers om meer politieke wijsheid aan de dag te leggen, blijk te geven van tolerantie en daadwerkelijk te zoeken naar een oplossing van de politieke crisis door middelvan onderhandelingen, opdat de komende jaren van het presidentschap van Aristide verschillen van het eerste.

Bewerking: René Smeets.

René Smeets
1 maart 2002

Meer artikels uit deze rubriek