Port-au-Prince en het binnenland


De producten van Vedek in Cap Rouge.

Van 2 tot 20 juli 2008 was ik op dienstreis in Haïti voor een bezoek aan de partners van Broederlijk Delen en gesprekken met onze coöperanten daar. Het werd een deugddoende en boeiende periode, die vooral mijn motivatie ten goede kwam. Meer dan ooit ben ik er nu van overtuigd dat we de lokale mensen en initiatieven nog sterker moeten aanmoedigen en steunen, natuurlijk ook financieel, maar het eerste is het belangrijkste: tonen dat we in hen geloven. Ik probeer hierna een reeks impressies te geven van de reis en ook een aantal meer anekdotische feiten.

In de luchthaven wordt je sinds een klein jaar verwelkomd door een muziekbandje … met een schaaltje in hun buurt natuurlijk, maar het zet onmiddellijk een vrolijke toon bij aankomst. De enige keer dat ik dit meemaakte, was vele jaren geleden in Guatemala toen we wegens noodweer moesten uitwijken naar de toenmalige militaire luchthaven aan de westkust en er verwelkomd werden door een marimbaorkestje.

Er is organisatie en orde in de luchthaven, en ook bij het buitenkomen wordt je niet ‘overvallen’ door bereidwillige bagagedragers. Ze staan netjes in een rij en hebben een uniform en een badge, de fooi blijft natuurlijk tot de verwachting horen.

Port-au-Prince

In de stad is het zeer rustig. We hebben weinig met ‘blocus’ (verkeersopstoppingen) te maken en ik heb de indruk dat er minder getoeterd wordt, of is dit omdat het vakantie is en de kinderen dus niet naar school gebracht moeten worden? Of is het dank zij de vele politieagenten die instaan voor het regelen van het verkeer? Het zijn voor het merendeel jonge mensen, recent gevormd die – voor zover ik het in die korte periode kon beoordelen – zeer netjes hun werk doen, met tact en gezag.

Nieuw ook zijn een hele reeks verkeerslichten op een reeks drukke kruispunten. Het is een bijdrage van Cuba, en de lichten werken op zonnepanelen, dus geen probleem als de elektriciteit uitvalt.

De straten zijn proper, op een paar kleine uitzonderingen na. Er wordt gewerkt aan onderhoud met vernieuwing van de asfaltlagen, er worden ‘echte’ voetpaden aangelegd, waarvoor hier en daar een muur moet wijken. Of de eigenaars hiervoor vergoed worden, is niet zeker, want meestal stond hun muur buiten de eigendomsgrens…

“Monsieur le premier ministre”

Tijdens mijn bezoekperiode was het politieke nieuws in hoofdzaak geconcentreerd op de vraag of de door president Preval voorgestelde kandidaat-premier, een vrouw uit de ngo-wereld, kans zou maken om door het Parlement en de Senaat aanvaard te worden. Door diverse parlementsleden werden alle mogelijke excuses en redenen aangevoerd om haar niet te aanvaarden. Tot het feit toe dat in de grondwet enkel gesproken wordt van ‘Monsieur le Premier Ministre’, niet van Madame, en dus zou een vrouw die taak niet kunnen opnemen…

Het dagelijkse (over)leven in de stad is een ander paar mouwen. De brandstof is zeer duur geworden en op sommige dagen ook schaars. De vraag hier is of er echt geen aanvoer is geweest dan wel of de benzinedepots hun reserves op peil houden en op die manier ook de prijsstijging in de hand werken? Venezuela levert wel tegen goedkopere voorwaarden op korte termijn, maar op de lange termijn moeten die schulden ooit wel betaald worden.

“Le pays en dehors”: het binnenland

Behoren de slechte wegen weldra tot het verleden? Er wordt op vele plaatsen gewerkt aan het binnenlandse wegennet. De weg Cap Haitien–Ouanaminthe is nu, dank zij EU-steun, een mooie vlakke asfaltbaan die je in een klein uur van Cap naar Terrier Rouge brengt. Uiteraard is de handel in de grensstad Ouanaminthe hierdoor ook vergemakkelijkt.

Wie ooit van Port-au-Prince naar Hinche reisde, zal nu de ‘Morne Cabrit’ en ‘Terre Rouge’ nog moeilijk vinden, want de smalle bergweg is nu een ruime ‘autoweg’ van bijna 4 rijvakken breed, dankzij de EU. In twee uur ben je van Mirebalais in Port-au-Prince. Hopelijk zal het comfort van de verbeterde weg niet te veel snelheidsduivels aantrekken, want de afgronden zijn nog steeds diep, mocht je een bocht missen.

Ook de moeilijke weg naar het volledig ingesloten gebied van Savanette in het laagplateau wordt verbeterd, met Taiwanese steun. Het budget was echter te beperkt om de weg over de gehele afstand te verbeteren, en dus blijft het toch nog een onderneming om naar Savanette te reizen. In de streek van Papaye en rond Hinche zou ook verbetering van de wegen gepland zijn. En er zijn plannen om de weg Cayes-Jeremie aan te pakken. Dat blijkt een dringende noodzaak.

De boeren en hun organisaties werken moedig voort. Er is weer dynamiek bij vele boerengroepen, vooral daar waar gewerkt wordt aan verbetering van productie en de families vaststellen dat ze meer opbrengst hebben dank zij eenvoudige technieken van grondverbetering met zelf geproduceerde meststoffen zoals compost of dierenmest. De ingevoerde chemische meststoffen zijn nog steeds onbetaalbaar, en als er al subsidiëring is, dan speelt de corruptie weer haar rol. De kweek van kippen, varkens en geiten levert ook een centje meer op voor het gezinsbudget als de dieren goed verzorgd worden en er een paar mensen vorming kregen in dierengeneeskunde. Bij de meeste groepen kreeg ik positieve reacties te horen en lekkere resultaten te zien: aubergines, bananen, mango’s, kip, geit, melk, cassavebrood…

We organiseerden ook een bijeenkomst met de elf getuigen die tijdens de Broederlijk Delen – campagne in België waren. Het was voor hen een enige gelegenheid om elkaar terug te zien en tegelijk brachten zij verslag en getuigenis van hun verblijf in België voor alle andere aanwezigen van de partnerorganisaties. Zij vertelden dat zij verbaasd waren over zoveel solidariteit met Haïti, over de vele initiatieven, de kennis van de kinderen in de scholen over hun land en de belangstelling voor hun situatie. En zij bedankten uitdrukkelijk iedereen die hieraan had bijgedragen en hen die kans had gegeven. Dus langs deze weg ook veel dank aan al wie op de een of andere manier aan de campagne heeft meegewerkt.

Gerechtvaardigde verwachtingen

Laten we evenwel niet te euforisch worden. De armoede weegt op de mensen. Je ziet geen uitgehongerde lichamen, wel mensen met gebrek aan energie en kracht, met een fletse blik, kinderen met een dikke buik en rossig haar. Op vele plaatsen is er een latente ondervoeding, door gebrek aan voldoende afwisseling in de voeding. Drie keer hoorden we dat een lid van de groep niet aanwezig kon zijn omdat er een begrafenis was in de familie of van een buur.


Composteren in Desarmes.

Opvallend, vooral in het binnenland, was het grote aantal begrafenisondernemingen. Is het een nieuwe branche of is er echt nood aan? Wellicht onder invloed van bezoekers uit en aan de V.S. is een nieuwe sector van werkverschaffing tot stand gekomen: aangezien het zeer belangrijk is een overledene een passende laatste eer te bewijzen, is een begrafenis ‘zoals het hoort’ een dure aangelegenheid. En we kennen het spreekwoord: de een zijn dood is de ander zijn brood.

In juli was het rustig wat betreft de veiligheid en voelde je dat mensen herademen. In de organisaties en bewegingen is er dynamiek en tijdsdruk omdat men weet dat er gewerkt kan worden aan verandering van onderuit en dat er ruimte is om voorstellen te doen aan de overheid. Tegelijk is er veel ongerustheid over het feit dat een beslissing over de keuze van de eerste minister uitblijft en de regering dus niet kan werken.

Wat verwachten de mensen in het binnenland en in de organisaties? De verwachtingen zijn in hoofdzaak gericht op de overheid en houden verband met de economische situatie: brandstofprijzen, schoolgeld in september, economische maatregelen in verband met werkverschaffing…

En de boeren, de grote meerderheid van de bevolking? Zij verwachten uiteraard een landbouwbeleid dat hen toelaat een beter inkomen te verwerven, toegang tot gronden die nu nog in handen zijn van grootgrondbezitters, of tot staatsgronden die zij bewerken zonder garantie dat te kunnen blijven doen.

De vrouwen verwachten vooral dat ze meer kansen en middelen krijgen om een handeltje te drijven, wat voor hen nog steeds de belangrijkste taak lijkt in de huidige overlevingseconomie.

Algemeen merk ik veel veranderingen en evoluties, vooral in de bewustwording bij de mensen. Het besef groeit dat verandering van henzelf en van onderuit kan komen. Er is zeker hoop voor het talent in Haïti!

Greet Schaumans
 Haïti
1 september 2008

Meer artikels uit deze Lambi