Op achttien augustus jongstleden was het feest in Haïti: de nationale voetbalploeg speelde tegen La Selecoa, de nationale Braziliaanse voetbalploeg, zo maar eventjes vijf keer wereldkampioen, met in haar rangen sterspelers als Ronaldo, Ronaldino, Adriano…
Ook al ontbreekt de infrastructuur in het land, talrijke Haïtianen, mannen zowel als vrouwen, zijn bezeten van voetbal en zij volgen met belangstelling het wel en wee van de belangrijkste competities in het buitenland, meer bepaald die van Italië, Frankrijk, Engeland…
Het Haïtiaanse volk is op zoek naar geluk. Teveel stress, teveel geweld, teveel angst, teveel onveiligheid voor een jong volk waarvan de meerderheid nog geen 35 jaar is. De opeenvolgende politieke en economische crisissen laten ons niet de tijd om ons te ontspannen, om te spelen, te dromen. Deze match gaf ons daartoe wél de kans, met vedetten in levende lijve die men op televisie zo bewonderd heeft. Een maand lang waren ‘foot’ en de Braziliaanse supersterren in tal van media, op vele lippen, op straat, op de markten en in de bedrijven hét gespreksonderwerp. Ondertussen gingen de herstellingswerken van het nationale stadion de goede richting uit, zodat het feest kon plaatsvinden.
Politici wilden echter deze gebeurtenis vergallen door een gewelddadige manifestatie te organiseren in het voordeel van Aristide, de gewezen president die eind februari het land heeft verlaten en nu in Zuid-Afrika verblijft. Maar de wil van het overgrote deel van de bevolking om van dit kleine moment van vreugde te genieten, heeft gelukkig de overhand gehaald.
Deze voetbalmatch had als doel een ander beeld van Haïti te projecteren; niet dat van een miserabel en vernederend land dat men alle dagen in de grote media ziet, maar een beeld waarvan de Haïtianen dromen en dat zij via schilderijen, boeken, liederen doen ademen, doen leven. Een Haïti waar het goed is om te leven, waar het volk kan eten, zich amuseren, lachen, een land ook waar kinderen naar school kunnen gaan…
Toen ik aan die dag terugdacht, zei ik bij mezelf dat er van het volk een grote les te trekken valt. Het heeft genoeg van dat politiek gekibbel dat nergens toe leidt. Het wil leven, dansen, eten, feesten. Vandaar ook dat allen, zowel mannen als vrouwen, die van Haïti houden de inspanning zouden moeten doen om het land de kans te geven te ontsnappen aan deze hachelijke situatie waarin het zich momenteel bevindt. Positieve initiatieven die mensen kunnen samenbrengen rond een gedeelde liefde, een concrete activiteit, een gemeenschappelijke zaak, zijn interessante gelegenheden om opnieuw hoop te geven en het vertrouwen te herstellen. Wij hebben nood aan positieve voorbeelden die ons stimuleren tot eenheid en niet tot verdeeldheid. Vandaar dat ervaringen die de moeite waard zijn om op nationaal niveau te worden verspreid, moeten worden gebundeld. De uitdaging is er: werken aan vrede en aan een goede verstandhouding om ontwikkeling op gang te trekken in plaats van geweld en gekibbel te zaaien die enkel toto miserie en frustratie leiden. Moge elke druppel van vreugde die het Haïtiaanse volk beleeft, een bron worden van geluk die nooit opdroogt.