CHIKUNGUNYA DAGBOEK

Er is een nieuwe ziekte neergestreken in Haïti. Waarschijnlijk reisde het virus mee in het bloed van iemand die op reis ging naar een land waar het virus voorkomt. Niet verwonderlijk dus dat de epidemie in het begin vooral in Port-au- Prince woedde. Maar dat de ziekte snel het hele land zou inpalmen, was duidelijk.

Op Wikipedia was ik al een gaan zoeken en ik las er : “Het chikungunya-virus (CHIKV) is een virus dat milde koorts en gewrichtspijnen veroorzaakt. Normaal is de ziekte niet dodelijk. De benaming is afkomstig van het makonde-woord voor “wat krombuigt”, daarmee verwijzend naar de artritis-symptomen. Het virus werd voor het eerst vastgesteld in 1955 in het tegenwoordige Tanzania, naar aanleiding van een uitbraak van het virus in 1952/1953. Overigens wordt soms ten onrechte gesuggereerd dat de naam uit het Swahili afkomstig is. Het virus kan overgedragen worden door een muggenbeet van de Aedes aegypti-mug (Denguemug) en door de Aedes albopictus (Aziatische tijgermug).”
Op ander websites, o.a. van de WHO, las ik dat je een levenslange immuniteit hebt na een Chikungunya-aanval. En dus had ik zo iets van … laat maar komen. Een paar dagen ziek en dan een levenslange immuniteit, daar kan ik mee leven.

Donderdag 6 juni was het ook in Haïti internationale dag van het milieu. De partnerorganisatie van Broederlijk Delen, Solidarite Fwontalyè, had samen met haar zusterorganisatie aan de andere kant van de grens, Solidaridad Fronteriza, een binationale foor gepland in Ouanaminthe. Toen ik me die ochtend gereedmaakte om te vertrekken, had ik rugpijn. Nu ja, dat gebeurt al eens meer. Mijn rug krijgt immers heel wat schokken te verwerken als ik met de motor op de slechte wegen rondrijd. Ik besteedde er niet te veel aandacht aan en vertrok naar Ouanaminthe. Maar de pijn nam toe en in de loop van de dag tastte ik regelmatig naar mijn rug. Ik begon ook krom te lopen. Heel wat mensen die dat zagen, keken me lachend aan en zeiden : “Aha, Chikungunya !!” Ik had toen nog altijd het gevoel dat het ook een licht verschot kon zijn.

Vrijdag 7 juni was er een vorming rond composteren in Aux Perches van de partnerorganisatie van Broederlijk Delen, IRATAM. De pijn in mijn rug was er nog, maar ik besloot van toch te gaan. Ik voelde me niet ziek. Toen ik in Aux Perches toekwam, zat Claudin, de lokale verantwoordelijke als een lijk op zijn stoel. “Ik heb het te pakken Dirk”, zei hij, “Chikungunya.” Claudin had koorts en voelde zich slecht. Uiteindelijk gaf ik bijna heel de vorming alleen, terwijl Claudin met zijn kop op de tafel lag te luisteren. Af en toe vulde hij wat aan. Er waren een 40-tal boeren en boerinnen en iedereen had thuis mensen met Chikungunya, of had het zelf net gehad, of kende familie elders in het land met de ziekte. Ik merkte nu ook pijn in mijn nek en in mijn knieën. Die namiddag, zodra de vorming voorbij was, reed ik naar huis en kroop ik in mijn bed.

Vooral zaterdag 8, maar ook zondag 9 juni, was ik echt wel ziek. Ik had koorts en al mijn gewrichten deden pijn. Mijn rechterknie deed zo’n pijn dat ik maar met moeite kon stappen. Als er krukken in huis waren geweest, zou ik ze gebruikt hebben. Ik bleef liggen in mijn bed, elke beweging deed pijn. Als ik naar het toilet moest, was ik meer dan 10 minuten onderweg enkele reis. Ik kreeg mijn ene voet gewoon niet voor de andere. Ik was een wrak. Ik moest mezelf bijna forceren om wat corn flakes te eten, maar verder had ik absoluut geen trek.

Zaterdag kwam Rozeni om de was te doen. Ze komt om de veertien dagen. Ze vertroetelde me, ging brood en een grote 5 gallon fles drinkwater halen, zodat ik het huis niet uit moest. Rozeni vertelde me dat de mensen overtuigd waren dat er twee Chikungunya varianten waren : een mannetje en een vrouwtje. En zoals je kon verwachten : “Mal la pi mal.” (Het mannetje is het ergst.) Ik had volgens Rozeni het vrouwtje te pakken, anders zou ik niet kunnen rondlopen. Het is een grappige Creoolse manier om aan te geven dat niet iedereen op dezelfde manier Chikungunya heeft. Sommige patiënten zijn veel zieker dan anderen.

Zondagavond ebde de koorts weg en met haar ook de pijn. De pijn verdween zoals hij gekomen was : eerst uit mijn rug en dan, maandag, ook uit mijn andere gewrichten. De knokels van mijn handen waren het laatst beginnen pijn doen en die bleven ook dinsdag nog wat zeuren. Maandag had ik honger en at ik stevig. Het was voorbij. In de namiddag kwamen er mensen van Solidarite Fwontalyè op bezoek. Ze vertelden me dat Mode, de administratrice van de organisatie, in het ziekenhuis was opgenomen met Chikungunya. Ze had heel hoge koorts. Daar had ‘het mannetje’ duidelijk toegeslagen. Alles bij elkaar waren minstens de helft van alle kaderleden van Solidarite Fwontalye ziek. Mijn bezoekers vertelden dat er scholen gesloten waren, omdat de helft van de kinderen en de leerkrachten ziek waren. De Chikungunya had heel Ouanaminthe in haar greep.
In de volgende dagen voelde ik mijn krachten stilaan terugkeren. Ik had van verschillende mensen gehoord dat vele zieken na een aanval huiduitslag kregen en/of pukkeltjes op de ledematen. Maar daar was bij mij niet echt iets van te merken. Wikipedia had helemaal gelijk : een milde koortsaanval gedurende enkele dagen en vooral pijn in de gewrichten. Eigenlijk best te vergelijken met de griep, behalve als je pech hebt en als ‘het mannetje’ toeslaat.

De ziekte woedt in Haïti in alle hevigheid, omdat ze nieuw is. Zo goed als niemand heeft er enige weerstand tegen. In de volgende jaren zal Chikungunya zeker aan belang inboeten. Het overgrote deel van de bevolking zal immuun zijn, omdat ze de ziekte al eens hadden. Voor bezoekers is het een bijkomend risico en het feit dat Haïti nu officieel ‘Chikungunya-gebied’ is, zal de zwakke toeristische sector zeker geen goed doen.
Traditiegetrouw zullen Haïti en de Dominicaanse Republiek elkaar wederzijds de verantwoordelijkheid geven over hoe de ziekte op het eiland binnenkwam. Ook voor de Dominicaanse Republiek is dit immers geen goed nieuws. Stel maar eens dat de helft van de toeristen na een week vakantie in de Dominicaanse Republiek Chikungunya krijgt, dan zal dat het aantal vakantiegangers toch wel doen dalen. Nu ja, er zou een vaccin in de maak zijn, voor bezoekers en toeristen zou dat een eenvoudige oplossing betekenen.

Ergens ben ik toch blij dat het relatief ongevaarlijke virussen als Chikungunya zijn, die via muggen worden verspreid. Stel je maar eens voor dat aids op die manier zou kunnen overgedragen worden. Wat mij betreft, ik ga nog veel rusten de volgende dagen, maar ik sluit mijn Chikungunya-dagboek hierbij definitief af. Ik ben levenslang immuun.
Joepie !

Dirk Vermeyen
22 juni 2014

Meer artikels uit deze rubriek