De bakker

Een rustig slaapje kunnen doen op het vliegtuig maakt de reis heel wat aangenamer. De vlucht wordt meteen een stuk korter en de drukte rond de reis ben je ineens vergeten. Ik zak dieper in mijn zetel en geniet de slaap van de gelukzaligen, tot mijn buurman me een flinke duw geeft. Vrij luid vraagt hij mijn hulp om zijn formulier in te vullen. “Ik ben mijn bril vergeten”, zegt hij wat paniekerig. Iedereen weet dat, na elf september, formulieren voor en tijdens de vlucht correct moeten zijn ingevuld. Meteen mag je je slaapje vergeten, maar je probeert vriendelijk te zijn.

Een rustig slaapje kunnen doen op het vliegtuig maakt de reis heel wat aangenamer. De vlucht wordt meteen een stuk korter en de drukte rond de reis ben je ineens vergeten. Ik zak dieper in mijn zetel en geniet de slaap van de gelukzaligen, tot mijn buurman me een flinke duw geeft. Vrij luid vraagt hij mijn hulp om zijn formulier in te vullen. “Ik ben mijn bril vergeten”, zegt hij wat paniekerig. Iedereen weet dat, na elf september, formulieren voor en tijdens de vlucht correct moeten zijn ingevuld. Meteen mag je je slaapje vergeten, maar je probeert vriendelijk te zijn.

Een analfabeet is een tweederangsburger, maar iedereen zal ijveren om niet bij die groep gerekend te worden. Zijn bril of pen vergeten, is de meest voorkomende uitvlucht van iemand die niet kan lezen of schrijven. Op het vliegtuig moet je heel wat gegevens invullen. Wie niet kan schrijven, zoekt discreet iemand die het schrijfwerk kan overnemen. Mijn buurman heeft gelukkig een blanke naast zich – iemand die niets van het land afweet en ook geen vervelende vragen zal stellen.

Eigenaardig, maar de man kent de inhoud van het formulier vrij goed. Spontaan zegt hij zijn naam en voornaam – wat op de eerste regel moet komen. Joseph Petitjean heet hij. Dan volgt straat en nummer: Chemin des Dalles 24. Hij woont in een drukke straat met heel wat ziekenhuizen en scholen. Toevallig ken ik die buurt vrij goed. Ook een paar van de volgende vragen kent de man. Ofwel reist hij veel, ofwel heeft hij inderdaad zijn bril vergeten, denk ik bij mezelf.

“Beroep?”, vraag ik in naam van het formulier. “Bakker”, antwoordt mijn buurman. Wie in die buurt een bakkerij heeft, doet zeker gouden zaken. Misschien zit ik wel naast een steenrijke analfabeet – er zijn er, maar het zijn toch wel heel grote uitzonderingen. Maar misschien is hij wel iemand die het met keihard werken en een aangeboren zakentalent ver heeft gebracht. “Een mooi beroep”, zeg ik vol waardering. Joseph Petitjean voelt zich vereerd en knikt, want hij is een gelukkig man. Glimlachend steekt hij zijn formulier bij de andere papieren.

“Ben op bezoek geweest bij mijn zoon in Miami,” zegt de man vertrouwelijk. “Dat doe ik drie, vier keer per jaar”, voegt hij er nog aan toe. “Ook een bakker?” vraag ik glimlachend. “Ja, dat zit in de familie”, zegt de man. Hij praat nog wat over zijn zaak en de kinderen, ik praat wat over mijn thuisland en over het Noord-Oosten van Haïti, de streek waar ik woon. Joseph Petitjean is een aangename reisgezelt. Ik heb geen dutje kunnen doen, maar dat is niet zo erg. We hebben een boeiend gesprek gehad en de reis is heel vlug verlopen.

Bij onze aankomst in Port-au-Prince schudden we mekaar nog hartelijk de hand, wensen elkaar het beste en hopen dat we ooit nog eens naast elkaar mogen zitten in het vliegtuig. “Morgen kom ik brood kopen in de Chemin des Dalles”, zeg ik bij het afscheid. Het gelaat van Joseph Petitjean verandert totaal, de man wordt onzeker en op een fluistertoon zegt hij: “Die bakkerij staat er nog niet, maar ik heb wel het project ooit eens een bakkerij te bouwen in die straat.” De man glimlacht wat onhandig, weet niet wat te zeggen, en daarna proesten we het allebei uit van het lachen.

De bakker is dus geen bakker, denk ik bij mezelf, maar wat is hij dan wel? Zou Petitjean wel zijn echte familienaam zijn? En zijn paspoort, zou dat geen vals paspoort kunnen zijn? Naast wie zat ik eigenlijk op het vliegtuig? Alle mogelijke vragen spelen door mijn hoofd. En wat gaat die man drie, vier keer per jaar in Miami doen? Bij de uitgang van de luchthaven draait hij zich nog even om en zwaait met de hand. De deur valt achter hem dicht en hij verdwijnt in de naamloze massa van de grootstad.

The Comedians is de geniale titel van het geniale boek dat de beroemde schrijver Graham Greene scheef na zijn bezoek aan Haïti. Misschien zat hij, op de vlucht naar Port-au-Prince, naast Joseph Petitjean, de bakker uit de Chemin des Dalles.

Raymond De Caluwé
1 mei 2004