Naïma en Tijean, de gestorvene die leeft

Telkens bij het vallen van de avond kwam er in het dorp van mijn achtergrootmoeder een kleine jongen, die Tijean noemde. De mensen van het dorp noemden hem zo omwille van zijn kleine gestalte : hij was maar 1m 30. Elke dag verfriste hij zijn gezicht en zijn handen, en zette zich daarna op de wortels van een grote Mapou (reuzegrote boom waaronder – volgens men zegt – zich geheimzinnige en onheilbrengende ceremonieën afspelen). Hij was zo mooi en zo ongelooflijk charmant dat alle meisjes uit het dorp hem wilden ontmoeten en, waarom niet, met hem wilden trouwen.

Zo gebeurde het dat Naïma, een van de mooiste meisjes van het dorp besliste de uitdaging aan te gaan, want alle andere meisjes waren hierin mislukt. Op een vrijdag tegen het avondgebed aan besliste Naïma zich op te tutten : ze deed haar mooiste feestjurk aan en begaf zich naar de grote Mapou. Ondertussen had Tijean zich reeds op zijn gebruikelijke plaats gezet, met een triest en vertwijfeld gezicht; zijn oude strohoed verborg zijn zacht engelengezicht dat Naïma zo graag wilde zien. Toen de toenaderingspogingen van Naïma minutenlang niets bleken uit te halen, verdween Tijean plots. Naïma stortte in elkaar en kon haar ontgoocheling en pijn niet verbergen. Een stortvloed van tranen vol verdriet, wanhoop en pijn rolden over haar gezicht.

Die nacht kon Naïma de slaap niet vatten, haar ogen waren wijd open en traanden. Twee dagen later probeerde ze het opnieuw en ging terug naar dezelfde plaats. Nu nam Naïma een kop chocolademelk mee, die ze met veel liefde had bereid. Maar nog maar eens : ontgoocheling. Tijean drinkt nooit chocolademelk want Tijean is een gestorvene die onder ons leeft. Naïma barstte weer in tranen uit.

Creoolse verhaaltjes van Marlène Dorcena

Naïma en Tijean, de gestorvene die leeft is één van de verhaaltjes uit het boekje Creoolse verhaaltjes. Haïti van gisteren en vandaag van Marlène Dorcena dat in april 2004, met een voorwoord van René Verreth en tekeningen van Bénéla Desauguste, is verschenen bij Editions du Coq, rue Fernand Piron 6, 7011 Ghlin (http://users.belgacom.net/lesfrespils, e-mail: lesfrereplis@belgacom.net). Het boekje van zestig bladzijden kost 10 euro, over te maken op rekening 035-4194099-54 van bovengenoemde uitgever.

De volgende morgen – het was markt – kocht Naïma voor hem een mooi bloemetjes-hemd en suikerrietsiroop. Toen het Angelus luidde ging Naïma alles naar Tijean brengen, die spijtig genoeg niet onder stoelen of banken stak dat hij nooit een hemd droeg en nauwelijks suikerrietsiroop dronk, want Tijean is een gestorvene onder ons. De jonge Naïma, ontgoocheld en verward, stortte zich aan zijn voeten, verklaarde hem haar liefde en vroeg hem met haar te willen trouwen. Nu was het Tijean die niet aan de charme van Naïma kon weerstaan. Hij verklaarde haar zijn liefde maar hij kon niet met haar trouwen. Naïma, die hierdoor opnieuw gekwetst werd, begreep er niets van.

Toen vertelde Tijean haar dat de doden nooit met de levenden trouwen. Naïma moest sterven opdat zij ooit zouden kunnen trouwen. Toen Naïma dat hoorde, vlijde ze zich in de armen van Tijean, omhelsde hem en stierf.

Sindsdien heeft men Tijean nooit meer teruggezien. Tijean heeft het lichaam van Naïma meegenomen naar het rijk der doden, waar ze voor altijd van mekaar houden.

René Smeets
1 juni 2004

Meer artikels uit deze rubriek