De Dominicaanse Republiek: zon, strand en steekpenningen

Toeristen gaan graag naar de Dominicaanse Republiek: het is goedkoop, er is zon en strand en ook het bergachtige binnenland is zeer de moeite waard en nog nauwelijks ontdekt door het toeristendom. Maar waarom wordt het land door haar eigen inwoners zo weinig gewaardeerd? Bij bosjes proberen de Dominicanen hun land te verlaten: er zijn er meer dan een miljoen in New York, meer dan 300.000 in Madrid en dagelijks wagen Dominicanen de levensgevaarlijke oversteek naar Puerto Rico op gammele vlotjes. Hoe kan het dat een land dat gedurende bijna 30 jaar een gestage economische groei heeft gekend van rond de 8%, nog steeds maar op plaats 95 in de Human Development Index staat van de UNDP?

Verkiezingen

Op 16 mei 2006 vonden de verkiezingen plaats voor gemeenten, de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. Wat nu precies de verkiezingsthema’s waren, werd nooit erg duidelijk temidden van alle feestelijke manifestaties en optochten. De politiek draait hier voornamelijk om personen en hoeveel clientèle zij aan zich weten te binden.

De regerende PLD (Partido de la Liberación Dominicana) van president Leonel Fernandez, aan de macht sinds 2004, boekte een daverende overwinning. De PLD heeft nu de absolute meerderheid in de Senaat (73% van de zetels met 52% van de stemmen) én in het Huis van Afgevaardigden en ze veroverde 67 burgemeestersposten van de in totaal 151 gemeenten.

De oppositionele PRD (Partido Revolucinario Dominicano, lid van de Socialistische Internationale) verloor fors. Blijkbaar zijn de kiezers de bankcrisis van 2003 nog steeds niet vergeten. Toen gingen een aantal banken failliet, de regerende PRD van president Hipolito Mejia schoot te hulp, en het land stortte in een economische crisis. De omvang van de fraude die toen plaatsvond, is nog steeds niet duidelijk. In 2004, pal na deze crisis, won de PLD met Leonel Fernandez dan ook met gemak de presidentsverkiezingen.

De PRD had voor deze verkiezingen een alliantie gesloten met de PSRC (Partido Reformista Social Cristiano) en dat kwam hun geloofwaardigheid niet ten goede. De PRSC was immers de partij van Balaguer, de man die het hulpje was van dictator Trujillo . Nadat Trujillo gedood werd in 1961, was Balaguer met behulp van repressie en verkiezingsfraude in verschillende perioden in totaal 20 jaar president tot aan zijn dood in 1996. De voornaamste opponent van Balaguer was de PRD, die een sterke leider had in Peña Gomez. Balaguer voerde een racistische campagne tegen Peña Gomez, die hij ervan beschuldigde van Haïtiaanse afkomst te zijn.

De verkiezingsalliantie van de voormalige aartsvijanden PRD en PRSC leidde tot veel ontevredenheid onder de aanhang. De PLD maakte handig van die ontevredenheid gebruik door een aantal kandidaten met veel aanhang over te kopen. Op 16 augustus wordt het nieuwe Congres geïnstalleerd. Op de valreep probeert het huidige Kamer van Afgevaardigden nog een wet aan te nemen die alle leden van de Kamer een levenslang pensioen garandeert van 3.000 dollar per maand.

Energie

De Dominicaanse Republiek heeft veel last van de stijgende olieprijzen, men moet bijna alle energie importeren. Die stijgingen werken onmiddellijk door in de prijzen van de eerste levensbehoeften en een boel mensen wordt bruut over de armoedegrens geduwd. Gelukkig is er nog Chávez, de president van Venezuela, die goedkope olie levert, waardoor de pijn wat wordt verzacht.

Verkiezingen in Dajabón

Ook in Dajabón, het stadje op de noordgrens waar we sinds 2004 wonen, waren de verkiezingen het gesprek van de dag. De kandidaten deelden bier en benzine uit aan de aanhangers die meededen aan de optochten. Lokale basisorganisaties werden bezocht met cadeautjes: naaimachines voor de vrouwen en honkbalattributen voor de mannen. Er waren veel feestelijke optochten, met toeterende brommers en schaars geklede dames. In ons stadje verloor de PRD-burgemeester, en de nieuwe burgemeester van de PLD zal bijna het voltallige gemeentepersoneel ontslaan en haar eigen maatjes aanstellen. Dat is ze verplicht in een politieke cultuur die op gunsten is gebaseerd en niet op rechten.

De energiepannes zijn hier een voortdurende bron van frustratie. De meeste sloppenwijken hebben geen stroom, of tappen illegaal af. Wie wel aansluiting heeft op het stroomnet, krijgt zo’n 10 uur per dag geen stroom. Ongeveer 50% van de bevolking betaalt de stroomrekening niet, en zowat 40% heeft een illegale aansluiting. Het zijn vooral grote bedrijven en overheidsinstellingen die niet betalen. De Dominicaanse Republiek slaagt er al 30 jaar niet in het stroomprobleem aan te pakken. Op de meest onverwachte momenten valt de stroom uit, zonder enige regelmaat, met heel nare gevolgen: kinderen kunnen ‘s avonds niet studeren, koelkasten werken niet, buurten worden onveilig omdat alles donker is, enz

Resort toerisme

Toerisme is in de jaren ‘80 massaal op gang gekomen, onder het regime van Balaguer. Buurland Haïti was daarvoor een populaire vakantiebestemming in de Cariben, maar dat raakte in het slop, vanwege instabiliteit en geweld. Het merendeel van het toerisme in de Dominicaanse Republiek is ‘alles inbegrepen’, en dat betekent dat opbrengsten voor de lokale bevolking gering zijn, de toerist besteedt immers weinig buiten het complex waar hij verblijft. De eigenaars van de toerismecomplexen zijn vaak buitenlandse bedrijven (b.v. Viva Wyndham, Barceló, Sol Melía) en vrijwel vrijgesteld van belasting, dus het land schiet er qua staatsinkomsten weinig mee op.

De werknemers in het toerisme verdienen er geld aan, maar niet veel, terwijl de prijzen en huren wel flink stijgen door het toerisme. De serveerster in het alles-inbegrepen-hotel waar onze familie logeerde, verdiende 120 euro per maand en ze had dan ook nog een baan als onderwijzeres, daar verdiende ze dan 110 euro. Dit soort ´pluri-empleo´ is heel gebruikelijk, veel mensen hebben uit pure economische noodzaak 2 banen of soms zelfs meer.

De baten van het toerisme zijn er ook: de bevolking krijgt er goede wegen en internetcafés voor terug en in de toeristengebieden wordt de vuilnis wél opgeruimd en is er ook meestal stroom. Natuurgebieden kunnen behouden blijven dankzij het toerisme. Of vernietigd, dat wil ook nog wel eens gebeuren en staat nu op stapel in het zuidoosten van het land, op de grens met Haïti.

De blauwe steen Larimar, waaraan geneeskrachtige eigenschappen worden toegedicht, is populair onder de toeristen. De steen is alleen in het zuidwesten van de Dominicaanse Republiek te vinden en nergens anders ter wereld. Maar de mensonterende omstandigheden waaronder de Larimar door de mijnwerkers naar boven worden gehaald, wordt zelden beschreven in de toeristengidsen.

Van landbouw naar diensten

De Dominicaanse Republiek is in een dertigtal jaren veranderd van een agrarisch land in een economie die vooral drijft op de dienstensector. Door lage prijzen op de wereldmarkt werden de exportproducten suikerriet, koffie en bananen steeds minder rendabel. Veel boerenfamilies wonen inmiddels in de sloppenwijken van de grote steden en proberen zich daar staande te houden in de informele sector. De biologische landbouw is sterk in opkomst en het land is de grootste exporteur ter wereld van biologische bananen. Mijnbouw, met name nikkel en goud, is ook nog steeds een belangrijke inkomstenbron.

De snelste groei zit in de telecommunicatie, ook hier is een mobieltje zeer gewild. De grootste buitenlandse investeerder is Verizon uit de VS, die voor 370 miljoen dollar de nationale telefoonmaatschappij overnam. Verizon Dominicana is inmiddels weer opgekocht door de Mexicaanse multimiljonair Carlos Slim.

Nu draait de economie steeds meer op geldzendingen van migranten, toerisme en vrijhandelszones. Maar de vrijhandelszones, waar voornamelijk kleding in elkaar wordt gezet, krijgen steeds meer last van de concurrentie van China. Een aantal jaren geleden wilden de vrijhandelszones fors investeren in Haïti, want dat land is het enige land in de regio dat kan concurreren met de loonkosten van China. Maar dat plan liep stuk op de instabiele politieke situatie in Haïti, uiteindelijk kwam er slechts één vrijhandelszone in Wanament, aan de noordgrens. De Dominicaanse eigenaren kregen het aan de stok met de Haïtiaanse arbeiders, die hen beschuldigden van mishandeling en uitbuiting. Arbeiders die actief waren in de vakbond werden ontslagen en vrouwen kregen verdachte injecties, die in abortussen resulteerden. Inmiddels is de situatie verbeterd, o.a. dankzij een internationale campagne voor steun aan de vakbond.

Kees Kodde
Dajabón, República Dominicana

Kees Kodde
1 december 2006