De eerste communie


Foto: Liesbet De Pooter

Het binnenland van Haïti kent in het voorjaar een opvallende verhoging van de economische activiteit. Vrouwen stappen uren ver naar alle markten in de omliggende dorpen. Ze bekijken en betasten de verschillende soorten stoffen en vergelijken prijs en kwaliteit. Al die cijfers zitten vast in het hoofd om toch geen cent teveel uit te geven. De oorzaak van al die drukte is de voorbereiding op de eerste communie.

De communie is naast een religieus ook een sociaal gebeuren. Het kind komt voor het eerst in de maatschappij en moet netjes voor de dag komen. Een donkere broek, wit hemd met lange mouwen en zwarte lederen schoenen – dat vraagt de etiquette in het heuvelland. Dat eerste paar schoenen is wellicht de grootste uitgave. Voetjes die jaren lang blootsvoets hebben gelopen; moeten nu in een gesloten schoen proberen te stappen. Lederwaren zijn goedkoper in de Dominicaanse republiek en sommige vrouwen gaan heel de weg tot aan de grens voor de aankoop.

Een feest is belangrijk in het leven van arme mensen. Ze ontzeggen zich veel om eens te kunnen feesten. Het geeft hen ook kracht voor de toekomst. Kinderfeesten met geschenken en heiligen die pakjes brengen voor de kinderen zijn onbekend in economisch zwakke landen. De eerste communie is dan ook een feest om nooit te vergeten. Hoogbejaarde mensen die geen geboortebewijs hebben, weten wel “ten tijde van welke president” ze geboren zijn – zo heb je een idee hoe oud ze zijn. Ze zullen je ook met een zekere fierheid zeggen “uit de handen van welke père” ze de communie hebben ontvangen. Dat is een bewijs dat ze meetellen in de kerk en in de maatschappij.

Wie zijn eerste communie gaat doen, kiest een “masè” of een “monfrè”. Dit is de eerste belangrijke keuze in het leven en gebeurt zonder inmenging van de ouders. Het meisje kiest een “masè” (ma soeur), de jongen een “monfrè” (mon frère). Een vertaling van dat woord bestaat niet, en het gebruik zullen we nooit helemaal begrijpen. Feit is dat het een keuze is voor altijd. Voortaan noemt men elkaar niet meer met de voornaam, men is masè of monfrè voor de rest van het leven. Om de band duidelijk te maken, gaan de twee meestal samen naar de catechese en op de grote dag dragen ze dezelfde kledij.

Buurvrouwen zijn al enkele dagen in de weer om te helpen bij de feestmaaltijd. Uitnodigingen bestaan niet en iedereen is welkom. Sommigen komen gewoon eens langs voor een glaasje en een hapje, anderen blijven langer, nog anderen gaan eens langs bij elk feest in het dorp. Het geheel is een gezellig gedoe en kent één algemene regel: het feest is gedaan als er niets meer te eten valt. Officieel begint het feest met “chante tab la” – zingend de zegen vragen over de maaltijd. Iemand uit het plaatselijke koor is de voorzanger en alle feestvierders zingen het refrein. De zanger zingt heel zijn repertoire, soms duurt het wel een half uur en de zang klinkt ver over het heuvelland. Maar de wereld gaat vooruit en een radio met muziek verdringt dit aloude gebruik.

Bij elk feest hoort spijs en drank in overvloed. Voor de kinderen is er inlandse cola. Volwassenen drinken “kremas” en likeur – ter plaatse bereide alcoholische dranken. Op het menu staat altijd pompoensoep, rijst en vlees. Taart met koffie of nog een glaasje kremas vormen het nagerecht. De communicant gaat ook nog soep drinken bij zijn masè of monfrè. Hij moet er ook eens overnachten. Het is als een heilig ritueel.

Buurman Chil heeft zelfs een geitje gefokt voor het communiefeest van zijn oudste zoontje. Zijn vrouw heeft karamellen en andere lekkere dingen gekocht op de markt. Het is een mooi feest en heel wat mensen komen eens langs. In de late namiddag komen ook zijn twee beste vrienden. Ze hebben een fles rum mee. De drie mannen zitten onder een afdakje rond een grote schotel rijst met geitenvlees. Bij valavond zijn de schotel en de fles leeg. Chils’ vrouw brengt een slaapmat en laat in de morgen worden de drie mannen wakker. Aan iedereen die het wil horen, heeft Chil het over het mooie feest. Zijn kinderen gaan naar die grote lagere school in het dorp en zijn oudste heeft reeds zijn eerste communie gedaan. “Ik had nooit gedacht dat mijn gezin het zover zou brengen” zegt hij fier.

Raymond De Caluwé
1 maart 2009

Meer artikels uit deze Lambi

Meer artikels uit deze rubriek