En de winnaar is... Aristide!


Aristide opnieuw verkozen.

Op 26 november werden in Haïti presidentsverkiezingen gehouden. Er was maar één echte kandidaat: Jean Bertrand Aristide.

Behalve Aristide waren er zes vrij onbekende kandidaten waarvan er zich dan nog enkele voor de stembusgang reeds hadden teruggetrokken. De verkiezingen werden geboycot door alle belangrijke oppositiepartijen. Ze protesteerden daarmee tegen de volgens hen frauduleuze manier waarop de stemmen geteld werden tijdens de parlementsverkiezingen eerder dit jaar. De partij van Aristide, Fanmi Lavalas, won die parlementsverkiezingen met een absolute meerderheid.

De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), die voor de verkiezingen van mei nog waarnemers stuurde, bleef deze keer afzijdig. Er werd weinig campagne gevoerd voor deze verkiezingen. Aristide hield geen verkiezingsbijeenkomsten. Alleen op 9 oktober, toen hij zich als presidentskandidaat liet registreren, sprak hij zijn aanhangers toe.

Priester, president, profeet

Aristide is een voormalig parochiepriester die werkzaam was in de krottenwijken van Port-au-Prince. Na het vertrek van dictator Duvalier zag men in hem de redder van het arme Haïtiaanse volk, de profeet. In 1990 werd hij de eerste democratisch verkozen president van zijn land. Minder dan een jaar later werd hij afgezet door een militaire staatsgreep.

Gedurende drie jaar verbleef hij in ballingschap in de Verenigde Staten. In 1994 verdreven Amerikaanse soldaten de leiders van de militaire staatsgreep en brachten Aristide opnieuw aan de macht. De termijn van zijn presidentschap eindigde evenwel begin 1996 en twee opeenvolgende ambtstermijnen zijn bij de grondwet verboden.

Haïti ligt niet ver van Florida

Het gehakketak in de Amerikaanse presidentsverkiezingen beïnvloedt de manier waarop de Haïtiaanse verkiezingen geëvalueerd zullen worden. De Verenigde Staten hebben nog maar weinig gezag om eventuele onregelmatigheden bij de Haïtiaanse verkiezingen aan te klagen.

Zijn vertrouweling René Préval werd de nieuwe president. Ondertussen was hij uitgetreden als priester en trouwde hij. Hij is inmiddels vader van twee dochters.

Poging tot staatsgreep ?

De periode vóór de verkiezingen is in Haïti bijna traditioneel het toneel van hoog oplopende emoties, geweld en aanslagen. Op zaterdag 14 oktober openden in Port-au-Prince gewapende mannen het vuur op de auto van Lans Clonès, een senator van Aristides partij, Fanmi Lavalas. Op zondag 15 oktober vond een gelijkaardige aanval plaats tegen aanhangers van Lavalas die vergaderden in de lokalen van een school.

Gedurende heel dat weekend circuleerden erin Port-au-Prince geruchten over een staatsgreep. Eerste minister Jacques-Edouard Alexis sprak over een plan om belangrijke politici te doden en verklaarde dat bepaalde groeperingen veel wapens in Haïti binnensmokkelden. Toen president Préval terugkeerde van een bezoek aan Taiwan, verklaarde hij dat hij de geruchten ernstig nam. De nationale televisie van Haïti versterkte de geruchtenmolen door te verklaren dat een groep in het buitenland opgeleide politiemannen een staatsgreep aan het voorbereiden was voor de maand november.

De senatoren van Fanmi Lavalas namen deze geruchten ernstig. Maar leden van de oppositie spraken over opgezet spel. Volgens hen wou Fanmi Lavalas een klimaat creëren dat toeliet de onderhandelingen met de oppositie over de verkiezingen van mei op te schorten. In de daaropvolgende dagen werden ingrijpende veranderingen doorgevoerd in de politie van Haïti: sommige politiemannen werden ontslagen. Enkelen vluchtten naar de Dominicaanse Republiek, waar ze politiek asiel kregen.

Botsing tussen Lavalas en MPP

Op 18 september betoogden in Hinche 8000 mensen tegen Lavalas. Het was de eerste keer in 10 jaar dat een anti-Lavalas-manifestatie erin slaagde zoveel mensen te mobiliseren. Het initiatief voor de betoging ging uit van de MPP (Mouvement des Paysans de Papaye), de boerenorganisatie van Papaye, die geleid wordt door Chavannes Jean-Baptiste. De betoging vertrok in Papaye en eindigde op de grote markt van Hinche. Daar kritiseerde Chavannes in scherpe bewoordingen de macht van de Lavalas-beweging die hij dictatoriaal noemde.

Hij verklaarde: ‘Wij erkennen het gezag niet van de personen die door Aristide en Préval benoemd werden na de fel betwiste verkiezingen van 21 mei 2000 en zullen dat ook nooit doen’. Hij voegde eraan toe :‘Wij zullen aan geen enkele nepbenoeming meedoen van Préval of van zijn Voorlopige Kiesraad’. (Lees in dit verband ook het interview met Martine Haentjens n.v.d.r.).

De leider van MPP kantte zich tegen de galopperende inflatie, de toenemende onveiligheid en de sociaaleconomische achteruitgang van het land. Hij merkte op dat onrechtvaardige taksen, die geheven werden tijdens de dictatuur van Duvalier, opnieuw ingevoerd worden en hij riep de bevolking op om ze niet te betalen.

Van Raboteau naar Carrefour-Feuille

Wat betreft de rechtspraak is er de laatste maanden een beslissende stap vooruit gezet. Het gerecht, dat fel bekritiseerd werd omdat het de aanstichters en plegers van gewelddaden vrij liet rondlopen, voerde een proces waarbij de verantwoordelijken voor het geweld in Raboteau veroordeeld werden. In april 1994 vielen in Raboteau tientallen doden tijdens een bloedbad aangericht door militairen en leden van de paramilitaire organisatie FRAPH. Zestien personen werden veroordeeld. Twaalf van hen kregen levenslange dwangarbeid.

Een tweede opsteker was dat vier politieagenten veroordeeld werden die betrokken waren bij het bloedbad in Carrefour-Feuilles. In deze wijk van Port-au-Prince werden eind mei 1999 een tiental jongeren vermoord. Deze vonnissen wekken de hoop dat de daders van andere bloedbaden en misdaden niet straffeloos zullen kunnen blijven rondlopen.

Aanhangers van Fanmi Lavalas hadden zich gegroepeerd aan het gemeentehuis van Hinche en riepen slogans pro Aristide. Ze beschuldigden de politie ervan onder één hoedje te spelen met de MPP. Ze lanceerden ook bedreigingen in de richting van de aanwezige journalisten. Een dag voordien hadden onbekenden brand gesticht in een bureel van de MPP, maar de schade bleef beperkt.

Chavannes Jean-Baptiste is iemand die zich moedig verzette tegen de militaire regimes die aan de macht kwamen na het verdrijven van dictator Duvalier in ’86. Lange tijd was hij een van de vertrouwelingen van Aristide. Hij was ook raadgever van Préval. Sinds enkele jaren heeft hij zich afgekeerd van de Lavalas-beweging, die volgens hem van de rechte weg is afgeraakt. Velen betreuren de wending in de houding van Chavannes en vinden dat de crisis in het land niet gediend is met geruzie onder vroegere medestanders.

De weerbots van de betoging kreeg de MPP op 2 november te verwerken. Toen verstoorden gewapende individuen, die banden hadden met Fanmi Lavalas, een bijeenkomst van de MPP in Hinche. Zeven deelnemers werden gewond door kogels. Chavannes broer, Dieugrand Jean-Baptiste, werd zwaar geraakt in de buikstreek en in kritieke toestand naar het ziekenhuis gevoerd. Tijdens de schermutselingen werden ook twee wagens van de MPP in brand gestoken.

Lavalas-woordvoerder Yvon Neptune verklaarde dat de aanhangers van Aristide zo gehandeld hadden om een aanval van MPP te beantwoorden. Hij voegde eraan toe dat zijn partij zou reageren tegen iedereen die de kiescampagne zou verstoren.

Mislukte onderhandelingen tussen Lavalas en de oppositie

De OAS deed herhaalde pogingen om tot een verzoening te komen tussen Fanmi Lavalas en de oppositie. De vertegenwoordiger van de OAS, Luigi Einaudi, stelde alles in het werk om de kloof tussen de twee politieke kampen te overbruggen, maar de discussies draaiden telkens weer uit op een impasse. De onderhandelaars struikelden over drie punten: de uitkomst van de verkiezingen van 21 mei, de veranderingen die doorgevoerd zouden moeten worden binnen de CEP (de Voorlopige Kiesraad), en de kalender van de volgende verkiezingen.

Ondanks de vastgelopen politieke situatie hield de CEP vast aan de datum van 26 november voor de presidentsverkiezingen. Luigi Enaudi was van oordeel dat de organisatie van verkiezingen in de gegeven omstandigheden de slechtste optie zou zijn voor het land.

Bart Van Malderen
1 december 2000