Het meisje Lovely

Ze heeft haar naam niet gestolen. Lovely is een knap en aangenaam meisje. Door de omstandigheden groeide ze op in het gezin van haar moeders vriendin. Zo kreeg ze twee zusjes en een broer. Ze was dankbaar voor de kansen die ze kreeg, want het had ook heel anders kunnen verlopen. Dank zij een studiebeursje doorliep ze – in het verre binnenland – de secundaire school. Nu studeert ze verder in de hoofdstad.

Ze heeft haar naam niet gestolen. Lovely is een knap en aangenaam meisje. Door de omstandigheden groeide ze op in het gezin van haar moeders vriendin. Zo kreeg ze twee zusjes en een broer. Ze was dankbaar voor de kansen die ze kreeg, want het had ook heel anders kunnen verlopen. Dank zij een studiebeursje doorliep ze – in het verre binnenland – de secundaire school. Nu studeert ze verder in de hoofdstad.

Aan haar moeder Cléo heeft het meisje alleen enkele vage herinneringen. Ze draagt het beeld mee van een jonge, lachende vrouw die wafeltjes verkoopt voor haar huisje. Zo heb ik haar moeder ook gekend. Een jonge vrouw die op een tafeltje voor de deur deeg maakt, met voorbijgangers praat en wafeltjes verkoopt.

Op een dag was Cléo eens bij ons langs gekomen. In de berging stond een oud wafelijzer. “ Dat mag ik wel eens lenen zeker.” zei ze en nam het ijzer meteen in de hand. De woorden “lenen” en “geven” lopen in Haïti wat door mekaar en tussen ”gebruiken” en “behouden” is de grens ook niet zo duidelijk. Maar voor Cléo maakten we geen probleem. Ik gaf haar ook nog een beginkapitaal om haar eigen zaak te starten: voldoende geld om een plastic emmer, een zakje bloem, een beetje gist en een fles melk te kopen.

De volgende dag reeds begon de verkoop: op een tafeltje, onder een stuk zeil als bescherming tegen de zon. Het zaakje liep verrassend goed. Als ik eens langs kwam, kocht ik ook wafeltjes, om de verkoop te stimuleren. De alleenstaande moeder kon nu instaan voor zichzelf en haar kind. Alles verliep vlot, meer dan twee jaar lang. Toen kreeg Cléo af en toe hevige hoestbuien. Haar tenger lichaam schudde door mekaar en soms spuwde ze bloed. Op een morgen lag ze dood op haar slaapmat. Buren vonden de kleine Lovely, ze zat stil op de mat, als was het om haar mama niet te storen. Nog dezelfde dag werd moeders vriendin haar nieuwe mama.

Van een gewoon cijfer op de schaal van Richter groeide de aardbeving in Port-au-Prince uit tot een ware nachtmerrie: beelden over een miljoenenstad in puin, cijfers over doden en gekwetsten. Dan kwam het telefoontje met uitleg over bekende personen en gebouwen. Terloops zei men ook dat er van Lovely tot dan toe geen teken van leven was. . Plots ging het niet alleen over cijfers en stenen maar ook over mensen die ik graag zie.

Drie dagen later kwam nog een bericht over bekenden. Toen kwam ook de melding dat Lovely nog leeft, ze is in het verre binnenland thuis aangekomen. Op het ogenblik van de ramp was de studente op weg naar haar kot. Maar de studentenkamer bestond niet meer. Een halve nacht en een hele dag heeft zij rondgelopen in de hoofdstad: tussen de ruines, over lijken en tussen gekwetsten. In die grote chaos vond ze geen enkele bekende terug. Daarna heeft ze nog een hele dag gestapt, richting binnenland, tot waar er geen aardbeving is geweest; Daar is ze op een vrachtwagen gekropen en meegereden naar het heuvelland. Bij haar aankomst werd ze omhelsd en gekust, er werd geweend en gedanst.

Nog geen twintig jaar oud heeft het meisje Lovely tweemaal het geluk aan haar zijde gehad. Ze is bedroefd om het verlies van enkele klasgenoten. Toch is ze ook dankbaar voor het geschenk van het leven en kijkt reeds vooruit. Ook voor anderen zal ze een steun zijn naar de toekomst.

Raymond De Caluwé
6 juni 2010

Meer artikels uit deze rubriek