Mobiliteit

In Port-au-Prince is het altijd druk, het is net een mierennest. Trein, tram of autobus zijn er onbekend, wat de mobiliteit in de hoofdstad nog moeilijker maakt. Bezoekers vragen zich wel eens af hoe het verkeer in elkaar zit. “Het recht van de sterkste” is in feite de eerste, ongeschreven wet. Voor je achter het stuur kruipt, moet je ook enkele “plaatselijke toestanden” kennen. Je moet weten welke verkeerslichten nooit werken en welke nooit veranderen. Je moet ook weten welke wegwijzers een verkeerde richting aangeven.

Voor de mobiliteit in die miljoenenstad heeft de taxi een onvervangbare rol. Het krioelt er van geblutste en versleten wagentjes. De Haïtiaanse taxi is zeker geen familie van zijn rijke naamgenoot in andere landen. Een lapje rode stof aan de binnenspiegel is het uiterlijke kenteken van de taxi. Je steekt je hand omhoog en hij stopt; heeft hij geen enkele passagier, dan zal de chauffeur zelf met een uitnodigend gebaar vragen of je soms een rit zoekt.

Taxi’s hebben geen vaste standplaats, zijn steeds onderweg en gelijk waar nemen ze passagiers op. Als je denkt dat alle plaatsen bezet zijn in de auto, dan heb je het mis, er kan altijd nog een klant bij…

De stad is verdeeld in enkele zones. Binnen dezelfde zone betaal je een vaste prijs voor een rit. Voor een bestemming in een andere zone betaal je dubbel. Dat is de enige vaste regel en elkeen houdt zich eraan.

Sommige taxichauffeurs rijden met hun eigen wagen; dat zijn de meest versleten auto’s. Voor de wisselstukken gaan ze naar het havenkwartier. Netjes geordend is daar een hele straat vol auto-onderdelen. Die voorraad wordt aangevuld met stukken van afbraak en, volgens sommigen, ook van diefstal. De betere auto’s in het taxicircuit behoren toe aan enkele welstellende Haïtianen. Men zegt dat investeren in een taxibedrijf een prima investering is.

Als jonge man kwam “Ti Jean Claude” – zonder één cent – naar de hoofdstad. Het eerste jaar heeft hij er veel honger geleden. Dan is hij taxichauffeur geworden; schatten heeft hij niet verdiend maar het gezin heeft geen honger en de twee kinderen kunnen school lopen.

Er is geen geschreven contract tussen eigenaar en chauffeur, er zijn wel duidelijke afspraken. Elke morgen betaalt Jean Claude de dagprijs voor een taxiwagen en vult hij zelf de benzinetank. Hij gaat aan het werk waar, wanneer en tot hoelang hij wil. Na de dagtaak brengt hij de auto terug en reserveert hij hem voor de volgende werkdag.

Eens zag ik Jean Claude, ergens rond de middag, en vroeg hem hoe de zaken gingen. “Vrij goed – zei hij – ik heb juist volgetankt en de huurprijs voor morgen heb ik al op zak. Wat ik nu nog binnenhaal, is voor mij.”

Elkeen heeft zijn manier van werken. Jean Claude verdeelt de werkdag in twee. Voor vijf uur is hij al op de baan en rijdt rond tot aan het middaguur. Bij de grote drukte en zware hitte gaat hij liever een paar uur slapen. In de vooravond zoekt hij nog enkele passagiers. Hij verdient ook een goede cent op zondagavond.

Het gezin woont in een volksbuurt vlakbij Cité Soleil. Bij familiebezoek is het wel een hele organisatie. Man en vrouw slapen dan op een mat in een bergplaatsje, de twee kinderen slapen op een matrasje onder de keukentafel en de ene slaapkamer is voor de bezoekers. Bij politieke spanning of staking ligt alle verkeer in de stad stil en dan verdient de taximan geen cent. Dat is het grote risico van het vak.

Een hoofdstuk over de taxi mag niet ontbreken in een reisgids. Om de stad te verkennen, is de taxi een uitstekend middel. De chauffeur kent alle binnenstraatjes, brengt je op korte tijd op je bestemming, geeft onderweg de nodige uitleg en maakt al een afspraak voor de volgende morgen. De taxirit is goedkoper dan een metrorit in andere steden. En wat als die gammele auto lekke band heeft of panne krijgt? Dan neem je je spullen, stapt uit en – zonder een cent te betalen – stap je over in een andere taxi die daar toevallig voorbijkomt.

Je moet wel even navraag doen over de veiligheid in de plaats van je bestemming – maar dat is zo voor elke miljoenenstad. De gammele Haïtiaanse taxi kan voor de verkeersdeskundigen uit andere landen een bron van inspiratie zijn wanneer zich over het probleem van de mobiliteit buigen.

Raymond De Caluwé
1 mei 2008

Meer artikels uit deze Lambi

Meer artikels uit deze rubriek