Eindeiaarsfeesten


Foto: Frans Vandueren

Kerstbomen zijn er niet in Haïti, dus zijn er geen pakjes en geen geschenken voor de kinderen. Toch telt de jeugd de dagen af naar de eindejaarsfeesten. Feesten is genieten van een bijzondere sfeer, het is bij familie zijn en bezoek ontvangen, vertellen en luisteren, zingen en dansen.

De grote schoonmaak in en rond het dorp is het eerste teken dat naar feest verwijst. Al zingend en in groep gebeurt het zware werk, zoals het vullen van de putten in de weg, rotsstenen aanbrengen in de rivier, het verwijderen van hinderlijke struiken langs de weg. Het dorp is nu beter toegankelijk voor vrachtwagens en voetgangers kunnen droogvoets in het dorp komen. Met de machete kapt iedereen de haag rond zijn huisje mooi gelijk. Wie voldoende centen heeft, koopt een doosje verf om de deur en het houten raam een kleurtje te geven. Als het nu nog een vlaagje regent om het stof te blussen, dan ligt het dorp er frisjes bij als een pas gewassen baby.

De drukte groeit nu met de dag. Meer mensen gaan naar de markt, ze stappen vlugger en dragen meer lasten. Overvolle vrachtwagens doen meer ritten naar het dorp. Heel wat mensen verkopen een paar geiten of een koe om in het groot aankopen te doen in de hoofdstad of in het buurland. Op een tafel voor hun hut verkopen ze verder allerlei kleinigheden. Als het handeltje goed draait, stuurt men iemand een tweede of een derde keer om het kleine winkeltje bij te vullen. Dat verkopen duurt tot kort na nieuwjaar en daarna is de handel gedaan. De kopers zijn vooral mensen die naar hun geboortedorp terugkomen voor de feesten. Zij kopen altijd iets voor de bejaarde ouders: een paar schoenen, een hemd of enkele stukken zeep.

In het heuvelland lijken alle dagen op elkaar en iedereen kent iedereen. Maar rond de jaarwisseling komen heel wat mensen uit een heel andere wereld; Ze komen uit de hoofdstad of uit het buitenland. Ze vertellen over treinen die onder de grond rijden, bruggen die over wegen liggen, en huizen die nog hoger zijn dan de kerktoren.

Tot in het meest afgelegen dorpje kan men op meerdere plaatsen lekkere dingen kopen. Wie niet veel centen heeft, koopt een brok brood, iets duurder zijn de oliebollen, maar er zijn ook snoepjes te bekomen. Volwassenen kopen een blad tabak om zelf een sigaartje te rollen, maar er zijn ook echte sigaretten te koop – per stuk. Bij valavond komt de sterke inlandse jenever te voorschijn. Dat goedje loopt brandend diep in het lichaam en verblijdt de sfeer. Bij het kaarten en dominospel zien de mannen dan veel klaarder, maar soms verliezen ze de weg naar huis.

Kerstavond is het hoogtepunt van de feestelijke sfeer. Reeds vroeg in de avond vertellen de vele kerstliederen al zingend het hele kerstverhaal. Daarna worden enkele bijbelse taferelen uitgebeeld zoals de boodschap aan Maria, de tocht naar Bethlehem, de komst van de herders. Heel wat eenvoudige mensen worden op kerstavond een bijbelse figuur. Ze hebben weken gerepeteerd en beleven hun rol. Vooral Maria en Jozef zijn blij met de uitverkiezing en zullen dat later doorvertellen aan hun kinderen. Ook de kerststal is belangrijk. Het is alsof Maria, Jozef en het Kerstkind elk jaar in het dorp verblijven. Vooral de moeders praten tot Maria en leggen alle problemen aan haar voor. Ze weten dat Maria luistert en alle zorgen ter harte neemt.

Ook in Haïti gaat de wereld vooruit. Bijna ongemerkt groeit af en toe een ander gebruik of komt een nieuw product op de markt. Bij het binnenrijden van de provinciestad Hinche zie je, links op een kleine heuvel, een paar mensen druk in de weer. Er worden enkele zakken gevuld en ook verhandeld. Daar vindt men een speciale soort klei. Sommigen zeggen dat die klei medische kwaliteiten heeft. Bij de jaarwisseling wordt die klei opvallend veel verkocht, vermengd met rietsuiker en verwerkt tot snoepjes. Op de meest afgelegen marktjes in het heuvelland vind je dit soort snoepjes, ze zijn spotgoedkoop en zo hebben ook de armste kinderen nog iets lekkers. Misschien ziet iemand nog een gat in de markt en krijgen de snoepjes een mooi papiertje, komen ze in een gulden doosje met een rood lintje. Dan lezen we volgend jaar op het kerstmenu van een meersterrenrestaurant: koffie met “exotische kleisnoepjes” . Dan wordt het kerstwonder ook een economisch wonder.

Raymond De Caluwé
1 december 2007

Meer artikels uit deze rubriek