Toenemend protest tegen Aristide


Manifestatie tegen Aristide - duizenden mensen nemen deel aan de straatprotesten (foto: Patryk Wezowski)

De voorbije maanden werden gekenmerkt door toenemend protest tegen president Aristide. Eind vorig jaar waren er voortdurend betogingen en stakingen tegen het Lavalas-regime. Dit ging over in gewapende strijd begin februari. De tweehonderdste verjaardag van de onafhankelijkheid van Haïti werd in mineur gevierd.

Eind november was er in Petit Goâve een studentenbetoging tegen de regering die brutaal door de politie werd onderbroken. Twee studentenleiders werden opgepakt en mishandeld. Een inspecteur rechtvaardigde het optreden van de politie aangezien er geen enkele toelating was gegeven voor de manifestatie. In Port-au-Prince mondde de steun die de studenten wilden bieden aan de lyceumstudenten van Petit Goâve uit in een manifestatie aan de faculteit van de menswetenschappen. Enkele dagen later maakten aanhangers van Aristide op brutale wijze een einde aan een nieuwe manifestatie van leerlingen in Petit Goâve die het vertrek van Aristide eisten. Vanuit een voertuig werden geweerschoten gelost, waarbij drie personen geraakt werden door kogels, onder wie een meisje van twee jaar dat ernstig verwond werd aan het hoofd. Ook in Gonaïves was er een betoging. In Port-au-Prince konden studenten die zich verzetten tegen de regering enkele straten doorlopen alvorens ze werden aangevallen door aanhangers van Lavalas en in Jacmel verhinderde de politie een betoging van leerlingen door traangasgranaten af te vuren.

Begin december lanceerden de studenten van de faculteit menswetenschappen een serie acties tegen de regering. Op 3 december betoogden enkele honderden personen. De politie hield aanhangers van Lavalas op afstand, maar op het einde van de betoging waren er schermutselingen. Vooral de gebeurtenissen van 5 december veroorzaakten een grote schok. Op die dag zou er een tweede betoging plaatsvinden, maar ze werd verhinderd. Verschillende personen werden gewond tijdens een erg gewelddadige tussenkomst van aanhangers van Aristide, zogenaamde “chimères”. Ze braken een muur af en drongen binnen in de faculteit van de menswetenschappen, waar de betoging zou vertrekken. Zes personen werden gewond door kogels. De rector werd geslagen met een ijzeren staaf; zijn beide benen werden gebroken. De verwoeste gebouwen van de faculteit menswetenschappen getuigen van de brutaliteit van de aanvallers: gebroken vensters, muren met kogelgaten, bloedplekken op de grond.

Op 10 december hield Aristide een persconferentie waarop hij het geweld veroordeelde en zei dat zijn tegenstanders maar een handvol universiteitsstudenten waren. Hij verklaarde opnieuw dat hij tot op het einde van zijn mandaat zou aanblijven als president. De daarop volgende dagen waren er tegen de regering weer betogingen die duizenden mensen op de been brachten.

De situatie bleef ook erg gespannen in Gonaïves waar begin december vier militanten van het Front Anti-Aristide, het voormalige Kannibalenleger, door de politie werden aangehouden. Minstens één van hen zou ingevolge mishandelingen zijn omgekomen. Het Front ontkende betrokken te zijn bij het in brand steken van het gemeentehuis. Drie mensenrechtenorganisaties veroordeelden een golf van arrestaties. Op 13 december vielen politieagenten en gewapende burgers binnen in de volkswijk Raboteau, waarbij verschillende personen gedood werden en anderen gewond geraakten.

Tweehonderd jaar onafhankelijkheid

Op 29 december was er een manifestatie van aanhangers van Aristide. De dag erna kwamen zijn tegenstanders op straat, die gewelddadig uiteengedreven werden. Tijdens de ochtend van 1 januari nam Aristide het woord voor het presidentieel paleis in Port-au-Prince. Hij zei dat hij zijn mandaat van vijf jaar zou beëindigen en hij beloofde ‘honing’ aan de Haïtianen. Zijn aanhangers riepen ‘Aristide roi!’ en ze staken de vijf vingers van hun hand omhoog, symbool voor de vijf jaar die Aristide als president zou moeten aanblijven. Zijn mandaat loopt normaal af in 2006. Aristide deed beloftes op 21 domeinen terwijl er 21 kanonschoten weerklonken. Hij suggereerde dat de financiering hiervoor zou komen van de 21 miljard dollar die de Franse staat zou moeten terugbetalen aan Haïti.

Voedselcrisis

De UNO en verscheidene mensenrechtenorganisaties waarschuwen voor een humanitaire crisis. De trucks van het Wereldvoedselprogramma staan door de rebellie geblokkeerd in Port-au-Prince. De voedselvoorraden geraken niet meer naar het door de rebellen gecontroleerde noorden. De woordvoerder van Unicef in Genève zei dat de humanitaire situatie verslechert en dat bijna 23% van de kinderen onder de 5 jaar chronisch ondervoed is.

De viering van 200 jaar onafhankelijkheid in Gonaïves moest een grootse gebeurtenis worden. Gonaïves is immers de stad waar Jean-Jacques Dessalines de onafhankelijkheidsverklaring voorlas. De bewoners van Gonaïves bleven evenwel thuis. Een journalist sprak over een spookstad. Veel geweerschoten werden er gehoord op 1 januari en tijdens de nacht ervoor. De autoriteiten besloten uiteindelijk om de geplande ceremonies af te gelasten. Aristide vloog erheen per helikopter en hield er een korte toespraak voor een duizendtal mensen waarvan de meerderheid per bus werd aangevoerd uit naburige regio’s. Het hele bezoek duurde amper een half uur.

Tijdens de plechtigheden waren er maar weinig buitenlandse delegaties. Thabo Mbeki van Zuid-Afrika, was de enige buitenlandse president die aanwezig was.

In januari volgden de betogingen en de stakingen elkaar op. Betogingen werden met geweld verstoord door Lavalas-aanhangers. Er vielen talrijke doden en gewonden. De VS veroordeelden het feit dat bepaalde politieagenten samenwerkten met ‘gewapende bendes die gesteund worden door de regering’ om betogers aan te vallen.

Rebellie

Op 5 februari viel de stad Gonaïves, de vierde stad van het land, in handen van het Verzetsfront van de Artibonite. Volgens het Rode Kruis leidde de verovering van het centrale politiecommissariaat tot minstens 11 doden, van wie 5 politieagenten. Het commissariaat werd in brand gestoken. Een honderdtal gevangenen werd vrijgelaten. Het bureau van de regeringsafgevaardigde en het huis van de burgemeester werden eveneens in brand gestoken. De verovering van het commissariaat werd met gejuich onthaald, terwijl vele honderden inwoners de stad verlieten uit angst voor represailles. Politieagenten uit Port-au-Prince trachtten op 7 december de stad terug onder controle te krijgen, maar hun missie mislukte. Volgens frontwoordvoerder Winter Etienne zouden er 14 politieagenten gedood zijn.

Vanuit Gonaïves verspreidde de rebellie zich over heel het departement van de Artibonite. Zo verlieten o.m. de politieagenten van Saint-Marc hun commissariaat, dat daarna in brand werd gestoken. De opstandelingen veroverden al zeker 11 steden op de regering en controleren het noorden van het land. Onder de rebellen duiken oud-militairen op. Louis-Jodel Chamblain, een voormalige leidersfiguur van de beruchte FRAPH-militie (zeg maar doodseskader) is gesignaleerd in Gonaïves. Ook de voormalige politiechef Guy Philippe is teruggekeerd uit de Dominicaanse Republiek. Niemand weet over hoeveel manschappen de opstandelingen beschikken. Zeker is dat de politie van Haïti minder dan 5000 man telt, wat duidelijk te weinig is.

De internationale gemeenschap

De internationale gemeenschap wil Aristide niet tot aftreden dwingen. Er is immers geen geloofwaardige opvolger. De oppositie is wel tegen Aristide, maar heeft geen programma voor de heropbouw van het land. Midden februari vroeg Aristide om hulp tegen de rebellen.

Hij vroeg troepen te sturen om het geweld een halt toe te roepen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell sloot de oprichting van een internationale vredesmacht voor Haïti uit. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Dominique de Villepin, liet die mogelijkheid open. De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Gemeenschap van Caribische landen (CARICOM) doen al het mogelijke om tot een politieke oplossing van de crisis te komen. Tijdens bijeenkomsten met deze organisaties doet Aristide telkens beloftes, maar hij kan die nooit hard maken, mede omdat hij op een oppositie stoot die geen dialoog wil en alleen maar roept op zijn aftreden.

Bart van Malderen
1 maart 2004

Meer artikels uit deze rubriek