Vlaams Haïti Overleg

Op de vergadering van de permanente raad van de Organisatie van Amerikaanse Staten, worden voor het eerst 3 duidelijke eisen gesteld door de VS aan het adres van Haïti. De berekeningsmethode die door de Voorlopige Kiesraad (CEP) werd gehanteerd bij de senaatsverkiezingen van 21 mei, moet aangepast. De indiensttreding van 20 nieuwe senatoren op 28 augustus ll. moet ongedaan gemaakt worden. De CEP moet aftreden. De VS dreigen ermee geen enkele hulp te bieden bij de komende presidentsverkiezingen. Alle andere hulp zal voortaan alleen nog verlopen via niet gouvernementele organisaties. De VS zullen tussenbeide komen bij andere internationale instellingen opdat zij ook hun hulp zouden intrekken.

De regering kondigt een verhoging met 44 % van de olieprijzen aan. Deze verhoging is nodig door de stijging van de prijzen op de internationale markt. Ook de verlaging van de waarde van de gourde t.o.v. de dollar speelt een rol. Voor de gewone mensen heeft dit onmiddellijk tastbare gevolgen: de tap-tap kost voortaan 3 i.p.v. 2,5 gourdes. Om van Port-au-Prince naar Gonaïves te rijden, betaalt men voortaan 40 i.p.v. 25 gourdes. De prijs van een fles butaangas stijgt van 145 naar 230 gourdes.

De 47e legislatuur wordt in het parlement beëdigd. Met 72 volksafgevaardigden op 83 en 18 senatoren op 2ï, heeft Fanmi Lavalas de volstrekte meerderheid. De oppositie vergelijkt deze gebeurtenis zelfs met de staatsgreep van september 1991. Na een stemming van verschillende uren, wordt Pierre Paul Cotin verkozen tot voorzitter van de volksafgevaardigden. 20 senatoren, van wie 18 van Fanmi Lavalas, nemen deel aan de eerste senaatszitting. De vroegere senaatsvoorzitter, Edgard Leblanc van de OPL probeert de investituur te boycotten door afwezig te blijven. Er worden 8 commissies gevormd en de respectievelijke voorzitters worden aangeduid.

Yvon Neptune, de vroegere woordvoerder van Lavalas, die nu de Nationale Vergadering voorzit, roept alle nieuw verkozenen op heel hard te werken om het vertrouwen van de mensen te herwinnen. Vanuit het buitenland komen verschillende steunbetuigingen. Hierbij wordt vooral benadrukt dat de wil van het Haïtiaanse volk werd gerespecteerd en de nationale soevereiniteit geëerbiedigd.

Een delegatie van de Interamerikaanse Commissie voor de Mensenrechten (Commission Interaméricaine des Droits Humains, CIDH) brengt na een bezoek van vijf dagen een gunstig rapport uit over de situatie in Haïti. Er is merkelijk beterschap te constateren sinds de militaire staatsgreep van oktober 1994. De armoede vormt echter het grootste obstakel voor echte vooruitgang. De Commissie doet een oproep aan de politici om een consensus te vinden met betrekking tot de verkiezingsuitslagen van 21 mei. De oppositiepartijen kunnen het evenwicht herstellen in november, wanneer ⅓ van de senatoren moeten vervangen worden en wanneer een nieuwe president moet verkozen worden. De internationale gemeenschap wordt opgeroepen om het Haïtiaanse volk zeker niet in de steek te laten.

Vandaag start het proces tegen de daders van de moordpartij in Carrefour-Feuilles. Op 28 mei 1999 werden in deze volkswijk van de hoofdstad elf jongeren gedood door zes agenten van de Nationale Politie. Vijf dagen worden besteed aan de getuigenissen van andere leden van de politie die mogelijk meer weten over de feiten. Maar na vijf dagen wordt het proces stopgezet. De advocaten van de verdediging hebben de gerechtszaal verlaten uit protest tegen de vermeende partijdigheid van de Voorzitter van de rechtbank. Na dit uitstel werden de zes verdachten, onder wie de vroegere politiecommissaris Coles Rameau, naar de Nationale Gevangenis teruggebracht.

De oppositiepartijen blijven de resultaten van de verkiezingen bekampen. Zij blijven ze ongeldig verklaren wegens de gevolgde berekeningsmethode en de verkiezingsfraude. Zo werd nooit een officiële verklaring gegeven voor de honderden stembrieven die op 22 mei in de straten van Port-au-Prince werden gevonden bij een stembureau. Bij de internationale gemeenschap zijn er 2 strekkingen waar te nemen: sommige landen vinden dat de Haïtiaanse politici maar zelf een oplossing moeten vinden voor de huidige impasse. Andere landen vragen een hertelling van de stemmen.

Pas vier dagen geleden heeft de CEP afgekondigd dat de tweede stemronde vandaag zou worden gehouden in Grand Anse. Er moeten nog 10 volksafgevaardigden aangeduid worden. Bij de eerste ronde zou Fanmi Lavalas reeds de 2 senaatszetels in de wacht gesleept hebben. Ook hier komen zeer weinig kiezers opdagen en de meeste kiesbureaus sluiten hun deuren voor het voorziene uur.

Op 24 juli heeft Benoït Guerrier ontslag genomen als Voorzitter van de Kiesbureaus. Hij beweert doodsbedreiging gekregen te hebben. Vorige week heeft hij nog de uitslagen van de eerste ronde bekendgemaakt, met de 2 senaatszetels voor Fanmi Lavalas.

René Préval doet een oproep tot de bevolking om de moed erin te houden. Hij vraagt de mensen bereid te zijn het hoofd te bieden aan mogelijke sancties vanwege de internationale gemeenschap. Er zullen offers moeten gebracht worden.

Zonder rekening te houden met de zware kritiek en druk, organiseert de CEP toch de tweede stemronde van de verkiezingen in 8 departementen. In Grand Anse zal men later kunnen kiezen. Er komen zeer weinig kiezers opdagen. De oppositie, die opgeroepen heeft tot een boycot, triomfeert en verklaart dat de meerderheid van de mensen aan haar kant staat.

De Waarnemingsmissie van de Organisatie van Amerikaanse Staten (Mission d’ Observation Electorale, MOE) blijft de berekeningsbasis van de CEP aanvechten. Volgens haar zijn slechts 7 i.p.v. 16 senatoren van Lavalas al bij de eerste ronde verkozen. Ook de vroegere Voorzitter van de CEP, Léon Manus, blijft vanuit Amerika kritiek uiten. Volgens hem zijn er niet 7, maar slechts 5 senatoren reeds verkozen. Hij beschuldigt uitdrukkelijk president Préval. Deze zou persoonlijk druk uitgeoefend hebben om de zogenaamde ‘officiële resultaten’ goed te keuren. Préval antwoordt niet op deze nochtans ernstige beschuldigingen. Ook de Europese Unie, onder leiding van Frankrijk, en Japan dreiqen de hulp aan Haïti op te schorten indien de resultaten van 19 juni worden behouden.

De VS en Canada willen Haïti uitsluiten uit de Organisatie van Amerikaanse Staten. Alleen de landen van de CARICOM blijven solidair met het land. Uiteindelijk schort alleen Japan effectief de hulp op en blijft het voor de andere landen bij dreigen.