Rubriek - Dagboek

6 april 2005

President Boniface Alexandre verklaart dat hij niet naar Rome is om de begrafenis van paus Johannes–Paulus II bij te wonen. In de plaats daarvan lanceert hij een groots opgezette ‘Nationale Dialoog’. Alle sectoren van de bevolking en de gemeenschappen in het buitenland worden plechtig opgeroepen om mee te doen. Fanmi Lavalas laat onmiddellijk weten deze ‘Nationale Dialoog’ te zullen boycotten.

21 maart 2005

De blauwhelmen heroveren 2 politieposten op de gewapende ex-militairen te Petit-Goâve en Terre-Rouge. Hierbij worden 2 blauwhelmen gedood, waardoor het totaal van gedode VN-soldaten oploopt tot 5. Ook 2 ex-militairen worden gedood. 37 worden gevangen genomen, onder wie 12 gekwetsten.

18 maart 2005

Te Cayenne (Guyana) komen, op initiatief van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Barnier, alle landen samen die zich speciaal inzetten voor Haïti. “Wij willen de Haïtianen tonen, niet met woorden, maar met daden, dat wij vast besloten zijn hen te helpen.”

In tegenwoordigheid van eerste minister Latortue, wordt een ‘agenda voor Haïti’ goedgekeurd: een lijst van 380 projecten die zullen worden gefinancierd met 750 miljoen euro. Het zijn o.a. projecten i.v.m. de verbetering van de wegen, de gezondheidszorg, de verkiezingen, veiligheid en justitie… Ze zullen nog in 2005 worden opgestart.

Latortue betreurt de traagheid waarmee de op de internationale bijeenkomst van Washington in juli 2004 beloofde hulp wordt vrijgemaakt. Toen werden er 1,3 miljard dollar beloofd.

13 maart 2005

In Cap Haïtien trekken ex-militairen zich terug uit een gevangenisgebouw dat zij al 1 jaar gebruikten als thuisbasis. In tegenwoordigheid van premier Latortue worden symbolisch 7 vuurwapens ingeleverd. De leider van de groep die wil ontwapenen, Emmanuel M. Dieuseul, verklaart dat het grootste deel van de illegale wapens in handen is van Ravix Rémissainthe, de ex-korporaal die gezocht wordt door de politie.

In het Département du Nord verklaren 325 ex-militairen dat zij uit de illegaliteit wensen te treden en terug willen opgenomen worden in de maatschappij of bij de politie.

Minister Bernard Gousse dreigt ermee acties te ondernemen tegen alle ex-militairen die weigeren te ontwapenen.

Jean Claude Jeudy, verantwoordelijke voor het Bureau voor de Gedemobiliseerde Militairen, verklaart dat al 1726 van de 6477 geregistreerde ex-militairen van de regering een schadeloosstelling hebben gekregen, voor een totaal bedrag van 2 miljoen dollar.

28 februari 2005

Ter gelegenheid van de eerste verjaardag van het vertrek van Aristide komen in Bel-Air vele mensen op straat om de terugkeer van Aristide te eisen. Zij worden op gewelddadige manier aangevallen door de politie. Er vallen zeker 2 doden, sommige getuigen spreken van 5 doden en 12 gewonden. De VN-blauwhelmen hadden nochtans gevraagd dat de politie niet tussenbeide zou komen. De politie ontkent op de manifestanten geschoten te hebben. Verschillende instanties eisen een onafhankelijk onderzoek.

21 februari 2005

De voorlopige regering komt in spoedzitting bijeen, samen met de Raad van Wijzen, om de spectaculaire ontsnapping uit de nationale gevangenis (19 februari) te bespreken. Volgens premier Gérard Latortue zijn er al 50 ontsnapten teruggevonden. De anderen krijgen 72 uren tijd om zich te melden bij de politie. Volgens hem gaat het om een complot vanuit het drugsmilieu, met de medeplichtigheid van vele gevangenisbewakers, om drugdealers de kans te geven te ontsnappen. Ook een 40-tal politiemannen worden van medeplichtigheid verdacht. Acht onder hen werden in eenzame opsluiting geplaatst.

Latortue verklaart tevens dat de vroegere eerste minister Yvon Neptune vrijwillig is teruggekeerd naar de gevangenis samen met zijn minister van Binnenlandse Zaken Jocelerme Privert. Deze twee mannen zijn onmiddellijk een hongerstaking begonnen om hun vrijlating te eisen.

19 februari 2005

Bij een massale ontsnappingsactie uit de gevangenis van Port-au-Prince slaan voormalig premier Yvon Neptune en minister van Binnenlandse Zaken Jocelerme Privert van de regering-Aristide op de vlucht. Het is niet duidelijk hoeveel gevangenen precies zijn ontsnapt, men schat tussen 500 en 1200, maar de uitbraak moet heel goed voorbereid zijn geweest, met medeplichtigen binnen de gevangenis. Bij de actie komt een politieman om het leven.

’s Avonds worden Neptune en Privert teruggebracht door blauwhelmen. Naar verluidt zou Neptune zelf de blauwhelmen hebben verwittigd waar hij te vinden was.

7 februari 2005

Ter gelegenheid van de 4e verjaardag van de 2e machtsovername door Aristide komen vele duizenden aanhangers van Lavalas op straat om geweldloos te betogen tegen de vele willekeurige executies en de vervolgingen waarvan zij het slachtoffer zijn. Plots worden zij onder vuur genomen door politiemannen en ‘attachés’. Er vallen gekwetsten.

De blauwhelmen grijpen in en zorgen ervoor dat de betogers kunnen terugkeren naar hun vertrekbasis.

De volgende dag verklaart Marc Bazin, leider van de Mouvement pour l’Instauration de la Démocratie (MIDH), dat er geen oplossing bestaat zonder Lavalas. “Velen vergissen zich wanneer ze proberen te doen geloven dat Lavalas niet meer populair is. Het merendeel van de mensen is voor Lavalas!”

6 februari 2005

Vier politiemannen worden vermoord op de weg naar de vlieghaven van Port-au-Prince. Vermoed wordt dat zij slachtoffer zijn van een complot door de ex-militairen van Ravix Rémissainthe. Vier dagen later vindt de politie een uitgetekend plan om het presidentieel paleis aan te vallen, in de basis van de ex-militairen van Frères (Pétion-Ville). Politiechef Léon Charles verklaart een onderscheid te maken tussen ex-militairen die optreden als bandieten en anderen die in aanmerking komen voor een regeringsprogramma inzake wederopneming in het maatschappelijke bestel.

5 februari 2005

In de vrijhandelszone van Ouanaminthe wordt na een acht maanden aanslepend conflict een ‘historisch akkoord’ gesloten tussen werkgevers- en werknemersorganisaties. Het behelst de heropname van 150 in juni 2004 afgedankte arbeiders; de erkenning van de vakbondsrechten; de oprichting van een paritair comité; de sluiting van een collectieve arbeidsovereenkomst; de oprichting van een solidariteitsfonds om de getroffen arbeiders financieel te steunen.

De werkgevers beloven geen beroep meer te doen op politie of militairen om de zaken te forceren.