Rubriek - Dagboek

10 juni 2004

Op de 34e bijeenkomst van de Organisatie van Amerikaanse Staten in Quito (Ecuador) staat de zaak Haïti bovenaan op de agenda.Tot nu toe wil de Gemeenschap van Caraïbische landen (Caricom) de nieuwe regering van Latortue niet erkennen. En de Caricom telt 15 leden van de 34 die deel uitmaken van de OAS.

De OAS eiste oorspronkelijk een onafhankelijk onderzoek naar de omstandigheden waarin Aristide zijn land heeft verlaten. Dit werd door de VS geweigerd. Uiteindelijk kwam er een compromis uit de bus. In de eindtekst worden de nieuwe autoriteiten in Haïti erkend als ‘overgangsregering’ en het vertrek van Aristide wordt omschreven als ‘aftreden’ (démission).

31 mei 2004

Aristide komt aan in Zuid-Afrika, vanuit Jamaïca. De Zuid-Afrikaanse minister van Buitenlandse Zaken verklaart: “Wij hebben goede hoop dat er stabiliteit komt in Haïti en dat Aristide weldra zal mogen terugkeren.” Premier Gérard Latortue vindt dat de voorwaarden nu vervuld zijn om de betrekkingen met Jamaïca te normaliseren omdat de eerste minister van Jamaïca ervoor gezorgd heeft dat Aristide geen enkele politieke verklaring heeft kunnen afleggen tijdens zijn verblijf in het land.

23 mei 2004

Enorme overstromingen door aanhoudende regenval teisteren in de nacht van 23 op 24 mei Fonds-Verrettes, Mapou-Belle Anse en Bodary. Er vallen 1220 doden en 1455 vermisten. Zeker 2400 huizen zijn vernield. Ook in de Dominicaanse Republiek vallen er meer dan 400 doden.

Slechts op 3 juni slaagt een konvooi vrachtwagens erin Fonds-Verrettes te bereiken om noodhulp te brengen. Mapou is dan nog steeds onbereikbaar langs de weg.

De ernst van de overstromingen wordt toegeschreven aan de ontbossing van het gebied. De regering stelt het kappen van bomen strafbaar. Er zal een politiedienst worden opgericht om de bossen te bewaken.

18 mei 2004

Tienduizenden militanten van Lavalas betogen vreedzaam in de straten van de hoofdstad om te eisen dat er een einde komt aan de willekeurige arrestaties en politieke vervolging van aanhangers van Aristide. Ze eisen zelfs diens terugkeer aan de macht. Minstens 1 militant, Simpson Saintus, wordt gedood en vele anderen raken gewond doordat de nieuwe politie, die grotendeels bestaat uit leden van het vroegere leger, op de manifestanten schiet. Sommigen beweren dat er nog veel meer doden zijn gevallen en dat de lijken in zakken werden weggehaald door de politie, hierbij gesteund door de multinationale interventiemacht.

Op een plein van Gonaïves roept het Front voor de Nationale Wederopbouw (FRN), de opstandelingen die de val van Aristide hebben bewerkt, zich uit tot politieke partij. Buteur Métayer wordt voorzitter. De vroegere politiecommissaris Guy Philippe wordt secretaris–generaal. Hij verklaart “zeker te zijn van de overwinning bij de komende verkiezingen. Het Front zal een programma voorstellen dat vooral gericht is op de veiligheid, de opvoeding en de landbouw.”

14 mei 2004

Handelaars en scholieren komen in Gonaïves op straat om het ontslag van de regering te eisen omdat die niets doet om de levensomstandigheden van de gewone mensen te verbeteren.

30 april 2004

De Veiligheidsraad van de VN keurt de vorming goed van een ‘Missie van de Verenigde Naties voor de stabiliteit in Haïti’ (MINUSTAH). Op 1 juni zullen 6700 militairen en 1622 politiemannen aantreden voor een periode van 6 maanden. De multinationale troepenmacht die nu aanwezig is, moet eind juni weg zijn. De Missie zal de regering vooral moeten helpen bij de ontwapening, demobilisatie en reïntegratie van de gewapende groepen.

29 april 2004

Het ‘Weerstandsfront’ wordt ‘Front voor de Wederopbouw’ en zal onder die naam deelnemen aan de verkiezingen. Winter Etienne verzekert dat het Front geen gewapende groep meer is, maar een politieke partij.

27 april 2004

Volgens Associated Press hebben sinds het vertrek van Aristide minder dan de helft van de politiemannen hun dienst hernomen. In het Centraal Plateau verklaart de vroegere kolonel Remissainthe Ravix dat geen enkele van zijn 1681 mannen bij de politie wil aansluiten omdat zij het wettige leger vormen. De ‘rebellen’ van het Centraal Plateau, voor het grootste deel oud-militairen, vinden dat zij alleen in staat zijn om de veiligheid van de bevolking te verzekeren.

22 april 2004

Louis Jodel Chamblain, één van de leiders van de ex-militairen die op dit moment terug op de voorgrond treden, geeft zich vrijwillig over. Hij wordt gevangen gezet in Pétionville. Hij was vroeger sergeant in het leger en de nummer 2 van het gehate FRAPH. Hij werd tweemaal bij verstek veroordeeld tot levenslange opsluiting voor zijn deelname aan de massamoord bij Raboteau en voor de moord op Antoine Izméry.

6 april 2004

In het nationaal paleis wordt een zogenaamde ‘Consensus van Politieke Overgang’ ondertekend door de regering, de politieke partijen, de privé sector en de Raad van Wijzen. Het akkoord voorziet in algemene verkiezingen in 2005. De nieuw verkozen president zal ten laatste in functie treden op 7 februari 2006, datum waarop het mandaat van Aristide verstrijkt.