Rubriek - Dagboek

27 augustus 2004

Een honderdtal gedemobiliseerde militairen o.l.v. Ravix Remissainthe, maken zich meester van het politiebureau van Petit-Goâve. De blauwhelmen (MINUSTHA) slagen er niet in hen terug te drijven. De ex-militairen beweren de veiligheid in de stad te garanderen.

In Jacmel bezetten ex-militairen de lokalen van Radio Timoun. In Gonaïves verklaren een honderdtal militairen dat ze niet bereid zijn de wapens neer te leggen. Ze bezetten het stadhuis, maar na de tussenkomst van de blauwhelmen verlaten ze de stad.

Nog in andere steden zoals Miragoâne, Lascahobas en zelfs Port-au-Prince zijn er ernstige problemen met ex-militairen. Deze problemen zullen nog lange tijd de politieke situatie van Haïti beheersen. Zij komen in gevechtskledij op straat om hun macht te tonen, zij verplaatsen zich in voertuigen met kenmerken van het vroegere leger, zij bezetten het politiecommissariaat en nemen ook de rechterlijke macht in handen.

15 augustus 2004

Meer dan 100 gedemobiliseerde militairen defileren op marsmuziek, sommigen in uniform, anderen in burger, door de straten van de hoofdstad. Sommigen dragen een wapen. Zij blijven 10 jaar en 7 maand achterstallig loon opeisen van de regering.

In de omgeving van het Nationaal Paleis komen blauwhelmen in lichte pantserwagens de politie versterken.

James Jean Louis roept te Pernales (Centraal Plateau) de ex-militairen op om bij hem aan te sluiten en te wachten op zijn bevelen. In Les Cayes zouden ex-militairen de kazerne terug bezet hebben.

19 juli 2004

In Washington wordt een Internationale Conferentie gehouden van de geldschieters van Haïti. Achteraf toont Gérard Latortue zich zeer opgetogen over het resultaat. De Conferentie is een bewijs voor de geloofwaardigheid en deskundigheid van zijn regering.

De internationale gemeenschap zou hem meer dan 1 miljard dollar steun hebben beloofd; dit is 161 miljoen meer dan de 924 miljoen die de regering had gevraagd. De eerste minister kondigt aan dat er een comité zal worden opgericht om toezicht te houden op de juiste besteding van dit geld.

Oxfam relativeert de aangehaalde cijfers. Het gaat om ‘leningen’, niet om ‘giften’. Dit kan alleen maar de buitenlandse schuld van Haïti verzwaren. Deze bedraagt nu reeds 1,2 miljard dollar! Zo toont Oxfam ook concreet aan dat de 230 miljoen dollar die Colin Powell belooft in feite maar 120 miljoen nieuw geld bevatten.

8 juli 2004

De Hoge Raad van de Nationale Politie (CSPN) meldt in een perscommuniqué, ondertekend door o.a. de eerste minister, dat er vanaf 15 september een ‘operatie ontwapening’ van start gaat. Vanaf die datum zal iedereen die zonder speciale toelating een vuurwapen bezit, worden gearresteerd. Deze maatregel richt zich speciaal naar de aanhangers van Aristide, maar ook naar de vroegere militairen die lid zijn van het Front voor de Nationale Wederopbouw van Haïti.

Als tegemoetkoming aan deze militairen wordt in dezelfde tekst geschreven dat er werk wordt gemaakt van de heroprichting van een nieuw leger en dat zij daarin een plaats zullen krijgen.

De ex-militairen reageren erg negatief op deze ontwapeningsplannen. Zij stellen dat zij even legaal kunnen optreden als de huidige politie. De woordvoerder van de gedemobiliseerde militairen, de vroegere sergeant Joseph Jean-Baptiste, stelt dat de eerste taak van de nieuwe regering is aan de vroegere militairen 10 jaar en 7 maand achterstallig loon uit te betalen.

6 juli 2004

In het Nationaal Paleis wordt een plechtigheid gehouden om de 100 eerste dagen van het nieuwe regime te vieren. De regering is opgetogen over de resultaten en vindt dat er genoeg bewijzen zijn geleverd van deskundig bestuur om de internationale geldschieters te overtuigen op een bijeenkomst op 19 en 20 juli. Hierbij wordt verwezen naar de verbetering in de voorziening van elektriciteit, het terug ophalen van huisvuil, de heropening van de scholen en de universiteit.

Toch is er ook kritiek te horen. Een lid van de Raad van Wijzen, Rousseau, heeft het over corruptie en onrechtvaardigheid bij bepaalde benoemingen. Verschillende studentenbewegingen zijn ontgoocheld: zij vinden dat de regering niets heeft gedaan. Fanmi Lavalas spreekt van chaos, anarchie en schending van de mensenrechten.

1 juli 2004

De Voorlopige Kiesraad (CEP) is volledig na de eedaflegging van een 9e lid, Mevr. Joséfa Raymond Gauthier. Zij komt in de plaats van de vertegenwoordiger van Fanmi Lavalas. Lavalas heeft geweigerd een vertegenwoordiger te sturen als protest tegen de politieke arrestaties van leden en sympathisanten van de beweging. Lavalas zal de komende verkiezingen niet erkennen.

De secretaris-generaal van de CEP, Rosemond Pradel, voorziet in een budget van 40 miljoen dollar voor de organisatie van de verkiezingen in 3 etappes: eerst lokale en gemeenteraadsverkiezingen (zomer 2005), dan parlementaire en daarna presidentsverkiezingen (november 2005). Op 7 februari 2006 moet de nieuwe president aantreden. De verkiezingen zullen elektronisch verlopen om fraude tegen te gaan en om de uitslag zo vlug mogelijk kenbaar te kunnen maken.

27 juni 2004

Yvon Neptune, premier onder Aristide, zit opgesloten in de nationale gevangenis, nadat een onderzoeksrechter van Saint-Marc een aanhoudingsbevel heeft ondertekend. Deze rechter is belast met het onderzoek naar de ‘moordpartij bij de zagerij’ in Saint-Marc 11 februari. Sindsdien zijn meer dan 50 mensen vermist. In Saint-Marc wordt zijn arrestatie met vreugde onthaald. Daar is men ervan overtuigd dat Neptune het bevel heeft gegeven voor deze aanval op opposanten van de Lavalas-regering.

25 juni 2004

Tijdens een symbolische plechtigheid draagt de multinationale interventiemacht o.l.v. de VS de macht over aan de VN-missie voor de stabilisatie van Haïti (MINUSTAH). De commandant van die missie, de Braziliaanse generaal Augusto Heleno, benadrukt dat de Minustah géén bezettingsleger is. De Minustah telt dan 500 militairen (Brazilianen, Chilenen en Canadezen), wat zal oplopen tot 4000 tegen 1 juli. In augustus zullen ze compleet zijn met 6700 soldaten, 1622 politiemannen en 900 civiele medewerkers. Vanuit een 30-tal landen zullen blauwhelmen worden gestuurd. De ontwapening van gewapende burgers en bendes is hun belangrijkste taak.

22 juni 2004

Een enorme brand teistert het commercieel centrum van Port-au-Prince, meer speciaal de zone van de Rue des Fronts Forts. Meer dan 30 handelszaken gaan in de vlammen op. De verliezen worden op 15 miljoen dollar geraamd.

18 juni 2004

Aristide houdt een persconferentie in Zuid-Afrika, waar hij sinds 31 mei verblijft. Hij is bereid de dialoog te hervatten met de Verenigde Naties, de VS en Frankrijk “om zijn terugkeer naar Haïti voor te bereiden.” Hij blijft ervan overtuigd dat de overgrote meerderheid van de bevolking op vreedzame wijze blijft vechten voor zijn terugkeer. Hij verklaart dat hij vooral bezig is met het schrijven van een boek.