Rubriek - Dagboek

1 januari 2004

200e verjaardag van de onafhankelijkheid van Haïti. Normaal moesten grote feestelijkheden plaatsgrijpen in Gonaïves, de stad waar Jean-Jacques Dessalines de onafhankelijkheidsverklaring heeft voorgelezen. Een journalist beschrijft Gonaïves evenwel als “een spookstad.” De voorbije dagen werden gekenmerkt door manifestaties zowel van aanhangers van Aristide als van tegenstanders. De autoriteiten beslisten de feestelijkheden te annuleren.

In de straten van Port-au-Prince hangen wimpels met teksten als: “Jezus, Haïti, Aristide, credo van het Haïtiaanse volk.” Voor het nationaal paleis roepen bewonderaars van Aristide: “Aristide Koning!” Naargelang de bronnen lopen de schattingen van de sympathisanten van Aristide op van 15.000 tot verschillende honderdduizenden. In zijn toespraak herhaalt Aristide zijn vast voornemen om zijn mandaat van 5 jaar uit te dienen (zie ook Actueel, blz. 3-4).

22 december 2003

Voor het eerst kan de oppositie tegen Aristide onder politiebescherming op straat komen. De Amerikaanse ambassadeur had die bescherming geëist. Leden van de Speciale Missie van de OAS zien toe op het vreedzame verloop van de betoging. Er is veel volk, te vergelijken met de enorme volksmassa’s die op straat kwamen na de val van Duvalier.

Toch vallen er 2 doden en raken 6 mensen gekwetst door kogels. Volgens de meeste journalisten zijn het Lavalas-militanten die op de menigte hebben geschoten.

De organisatoren van de betoging bestaan uit 3 verschillende componenten van de oppositie: de Convergence Démocratiqe die politieke partijen groepeert; de feministische organisaties gegroepeerd in de CONAP en de ‘Groep van 184’, een amalgaam van zakenlui, politieke partijen en vakbonden o.l.v. ondernemer André Apaid Junior.

11 december 2003

In de hoofdstad is er een grote manifestatie van verschillende tienduizenden, vooral studenten, tegen de regering. Zij klagen de gewelddaden van 5 december aan en eisen het ontslag van Aristide.

Aanhangers van Aristide helpen de politie om de manifestanten te verspreiden. Zij werpen stenen naar de betogers. Er vallen gekwetsten, zeker ook 1 door schotwonden. Ook in Gonaïves, Jacmel en Petit Goâve zijn er betogingen tegen Aristide.

10 december 2003

Op een persconferentie veroordeelt Aristide de gewelddaden van zijn aanhangers. Hij verzekert ook dat hij zal aanblijven tot het einde van zijn mandaat. Allerlei geruchten doen nochtans de ronde over een ultimatum van de VS tegen hem.

De minister van Nationale Opvoeding neemt ontslag “uit afschuw voor de gewelddaden die op 5 december werden gepleegd.” Nog andere ministers hebben voordien al ontslag genomen.

5 december 2003

Studenten van de faculteit Menswetenschappen willen tegen de regering betogen, maar aanhangers van Lavalas verhinderen dat op brutale wijze. Zij slopen zelfs een muur om bij de betogers te geraken. Er vallen zeker 30 gewonden. Pas ‘s avonds treedt de politie op tegen de belagers. Men spreekt van ‘zwarte vrijdag’.

18 november 2003

Vele duizenden mensen nemen deel aan de viering van de 200e verjaardag van de slag bij Vertières, de eindslag die heeft geleid tot de onafhankelijkheid van Haïti op 1 januari 1804.

Aristide houdt een rede waarin hij hulde brengt aan de helden van de onafhankelijkheid. Hij roept op tot eenheid en nationale verzoening. De Haïtianen moeten hun mensonwaardige levensomstandigheden niet langer dulden. Hij verzekert dat de strijd voor de teruggave van de onafhankelijkheidsschuld zal worden gewonnen, zoals ook de strijd voor de politieke onafhankelijkheid werd gewonnen (Haïti heeft van Frankrijk 21 miljard dollar teruggeëist, voor de 90 miljoen goudfranken die de president Jean-Pierre Boyer aan Frankrijk heeft moeten betalen in 1825).

De oppositie, die afwezig was op de viering, probeert de omvang van de deelname van de bevolking te minimaliseren. Hubert de Ronceray beweert dat de mensen werden betaald door de machthebbers om deel te nemen. “Hier is geen sprake van deelname van de bevolking, wel van exploitatie van de hun miserie en armoede.”

12 november 2003

Ganse wijken van Cité Soleil worden geterroriseerd door gewapende bendes die aanleunen bij de oppositie. Alle activiteiten zijn lamgelegd. De elektriciteit, de watervoorziening en de telefoons zijn afgesneden. De scholen zijn dicht, het Ste Cathérine hospitaal functioneert niet meer, de handel ligt plat.

5 november 2003

  1. Bij monde van Macha Gaillard verklaart de oppositiekoepel Convergence Démocratique nog maar eens dat Aristide eerst van de macht moet verdreven zijn vooraleer de oppositie wil deelnemen aan nieuwe verkiezingen. Aristide moet worden vervangen door een overgangsregering o.l.v. een rechter van het Hof van Cassatie, overeenkomstig de resolutie die op 15 december vorig jaar werd aangenomen door de oppositiepartijen.
  1. De Amerikaanse ambassadeur in Haïti, James Foley, verzekert dat de Amerikaanse regering geen gewelddadige acties zal steunen om Aristide van de macht te verdrijven. De Bush-administratie wil samenwerken mat Aristide om een vreedzame machtsoverdracht mogelijk te maken bij middel van verkiezingen.

29 oktober 2003

De Nationale Coördinatie voor de Vrouwenrechten (CONAP) veroordeelt de vele gewelddaden waarvan vrouwen het slachtoffer zijn de laatste dagen. Een stille bijeenkomst op de trappen van het Justitiepaleis, om aandacht te vragen voor hun problemen, wordt aangevallen door aanhangers van Aristide, die stenen en flessen werpen. Ze roepen leuzen als: “Leve Aristide voor 5 jaar!”

27 oktober 2003

De spanning blijft maar stijgen in Gonaïves, na de moord op Amiot Métayer.

In een klimaat van geweld en tegengeweld roept eerste minister Yvon Neptune de opposanten van het regime die het vertrek van Aristide eisen uit tot ‘terroristen’. De politie treedt brutaal op in de wijk Raboteau. Er vallen doden en huizen worden in brand gestoken, o.a. het huis van Amiot Métayer en van zijn broer Buter Métayer.