Rubriek - Dagboek

14 februari 2003

De directeur van het speciale bureau voor de strijd tegen de drugs, Evans Brillant, wordt aangehouden. De man zou het mogelijk hebben gemaakt dat een Colombiaans vliegtuig kon landen met 1 ton cocaïne aan boord. Ook de douane zou harder optreden tegen de drugshandel. Men neemt algemeen aan dat de regering probeert haar goede wil te laten zien aan de VS.

6 februari 2003

Le Nouvelliste publiceert een lijst van politiemannen, parlementairen en voorname burgers van wie de visa werden ingetrokken door de VS, o.a. Carel Alexandre, directeur van de administratieve politie; Theressa Rudy, chef van de interventiebrigade; en Jean Oriel, chef van de presidentiële veiligheid. Zij zouden allen betrokken zijn bij de drugshandel. De vermelde personen pleiten onschuldig. De coördinator van Fanmi Lavals, Jonas Petit, reageert furieus en eist bewijzen.

Aristide feliciteert zijn regering omdat de VS zelf toegeven dat slechts 8% van de cocaïne die de VS binnenkomt, afkomstig is uit Haïti. (in 2001 was dat nog 15%). Hij verwijt Washington dat de nodige fondsen worden ingehouden om de strijd tegen de drugs succesvol te voeren.

Volgens de VS-ambassade blijven inderdaad 650.000 dollar geblokkeerd en ze zullen pas vrij komen op voorwaarde dat de politie volledig gezuiverd is van elke betrokkenheid bij de drugshandel.

11 januari 2003

Evans Paul (KID) en Serge Gilles (PANPRA) ontmoeten Aristide, zonder de andere leiders van de Convergence Démocratique op de hoogte te brengen. Dit leidt tot spanningen binnen de coalitie van oppositiepartijen. Evans Paul verzekert dat hij onverminderd blijft oproepen om Aristide omver te werpen. Serge Gilles verklaart dat Aristide hem heeft voorgesteld de macht te delen en de leiding van een compromisregering op zich te nemen.

7 januari 2003

Staking van de transportsector tegen de enorme stijging van de brandstofprijzen. De staking legt de hoofdstad volledig plat. De scholen die normaal moeten opengaan voor het 2e trimester, blijven dicht. Ook in Cap Haïtien, Jérémie, Petit-Goâve, Miragoâne en Jacmel wordt de actie een groot succes.

31 december 2002

Van de ene op de andere dag verhoogt de regering de prijs van de dieselolie van 30,50 naar 56 gourdes. Tot nu toe subsidieerde de regering de brandstofprijzen, maar door de verhoging van de prijzen op de internationale markt weegt deze subsidie te zwaar door op de schatkist. Volgens de staatssecretaris voor Communicatie, Mario Dupuy, zou de regering in de laatste 2 maanden een verlies van 500 miljoen gourdes hebben geleden.

Een onmiddellijk gevolg van deze maatregel is een stijging van de prijs van het openbaar vervoer met 50%. Ook de prijzen van de basisproducten stijgen onmiddellijk waardoor nog meer gezinnen in grote moeilijkheden komen.

Om de bevolking te helpen, vraagt de regering aan de werkgevers om het minimumloon te verdubbelen. Dit minimumloon is 8 jaar onveranderd 36 gourdes gebleven. De Vereniging van Industriëlen gaat akkoord met de verhoging van het minimumloon, maar waarschuwt voor vele mogelijke ontslagen.

27 december 2002

184 organisaties uit diverse sectoren richten zich in een gemeenschappelijke verklaring tot de machthebbers. Ze stellen 7 eisen waaraan moet voldaan worden vooraleer er sprake kan zijn van verkiezingen:

  1. de democratische vrijheden moeten worden gerespecteerd,
  2. gewapende bendes moeten ontwapend,
  3. er moet een eind worden gemaakt aan intimidatie en agressie tegen burgers,
  4. de daders van de gewelddaden van 17/12/2001 moeten worden gearresteerd,
  5. de moordenaars van de journalisten Jean Dominique en Brignol Lindor moeten worden veroordeeld,
  6. allen die zonder proces in de gevangenis zitten moeten worden vrijgelaten, en
  1. alle oproepen tot geweld en haat moeten worden gestopt.

De verklaring is o.m. ondertekend door Raoul Peck, Franketienne en Laënnec Hurbon.

25 december 2002

Voor het huis van Michèle Montas, de weduwe van Jean Dominique, wordt een veiligheidsagent vermoord. Jean Dominique was de reporter van Radio Haïti Inter die samen met zijn bewaker Jean Claude Louissaint werd vermoord. Zijn weduwe, Michèle Montas, is ervan overtuigd dat men geprobeerd heeft haar te vermoorden.

Zij klaagt aan dat er pas na 48 uur een onderzoeksrechter werd aangesteld. Zij denkt dat deze aanslag het onderzoek naar de moord op haar man wil tegenwerken. Er volgen felle veroordelingen door de journalistenverenigingen en mensenrechtenorganisaties.

President Aristide eist dat het onderzoek, nu geleid door onderzoeksrechter Bernard Sainvil, eindelijk opschiet en dat de resultaten ervan kenbaar worden gemaakt.

20 december 2002

De regering verbiedt elke politieke manifestatie tot en met 8/1/2003. Aristide gewaagt van een rustpauze en rechtvaardigt de maatregel door te zeggen dat de bevolking recht heeft op de nodige ontspanning tijdens de eindejaarsfeesten.

Op 22 december wordt te Cap Haïtien een mars tegen de corruptie van het regime uiteengejaagd door de politie en aanhangers van Lavalas. Na afloop worden 2 journalisten van Radio Maxima aangevallen.

17 december 2002

Precies één jaar geleden werden de partijlokalen van de oppositie vernield door aanhangers van Lavalas. De Convergence Démocratique wil dit herdenken met een samenkomst onder het thema ”Nooit meer!”.

De politie treedt op om de samenkomst mogelijk te maken en te beschermen tegen aanhangers van Lavalas.

Op de samenkomst wordt een alternatieve oplossing voorgesteld om uit de impasse te geraken: er moet een voorlopige president worden aangeduid door het Hof van Cassatie; een overgangsregering zou een urgentieprogramma tegen de armoede opstellen; er zou een nationale conferentie worden samengeroepen om algemene verkiezingen te organiseren.

3 december 2002

Ter gelegenheid van de 1ste verjaardag van de moord op journalist Brignol Lindor wil de koepel van oppositiepartien Convergence Démocratique een protestbetoging tegen Aristide organiseren. De betoging wordt evenwel onmogelijk gemaakt door aanhangers van Lavalas. Met stenen, stokken en ijzeren staven worden de manifestanten aangevallen. Gevolg: vele gekwetsten.

Het gerucht doet de ronde dat de regering 450.000 dollar beloning heeft gegeven om deze manifestatie aan te vallen. Ook te Cap Haïtien gebeurt hetzelfde.

In Pétionville laat de Nationale Vereniging van de Media (ANMH) een mis opdragen voor de vermoorde journalist. Militanten van Lavalas vallen de kerk binnen en werpen foto’s van Aristide in het rond. Deze actie wordt scherp veroordeeld door de Vereniging van Journalisten.

De Vereniging herinnert eraan dat in 2002 64 journalisten het slachtoffer werden van agressie, waarvan 35 gepleegd door leden van de volksorganisaties die aanleunen bij Lavalas, 18 door de politie, 2 door de oppositie. 20 journalisten zijn in ballingschap gevlucht, 7 journalisten die vroeger in Gonaïves werkten, zijn uit veiligheidsoverwegingen naar Port-au-Prince uitgeweken.