Rubriek - Dagboek

14 januari 2005

De politie wordt ervan beschuldigd moedwillig een journalist vermoord te hebben tijdens een actie in de bidonville Village de Dieu. De Vereniging van Haïtiaanse Journalisten bevestigt dat Abdias Jean ervan getuige zou zijn geweest hoe twee zogenaamde ‘bandieten’ door de politie werden geëxecuteerd. Daarom zou hij op zijn beurt door de politie zijn vermoord. Politiechef Léon Charles verklaart dat er een onderzoek is gestart.

1 januari 2005

Voorlopig president Boniface Alexandre zegt in zijn toespraak ter gelegenheid van de 201e verjaardag van de onafhankelijkheid van Haïti, dat hij bereid is de hand uit te steken naar Aristide om een beter klimaat te scheppen met het oog op de komende verkiezingen. Hij nodigt Aristide uit een oproep te doen aan zijn aanhangers om alle geweld te stoppen en bij te dragen tot de vrede. Hij gewaagt zelfs van onderhandelaars die o.a. naar Zuid-Afrika zullen worden gestuurd.

Vele leiders van de vroegere oppositie tegen Aristide reageren heftig tegen Alexandre, omdat hij de ex-president voorstelt als een element van de oplossing. “Men kan niet tegelijkertijd de hand uitsteken naar iemand en ermee dreigen om tegen hem een aanhoudingsbevel uit te vaardigen.”

23 december 2004

In de Vlaamse pers verschijnt het bericht dat de Belgische minister van Defensie, André Flahaut, en zijn collega van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht voorstellen om een 10-tal militaire politiemensen (MP’s) naar Haïti te sturen. De Belgische MP’s zouden daar 1 jaar blijven om de lokale politie op te leiden. Zij zouden deel uitmaken van de VN-missie Minustah.

17 december 2004

Een grote groep ex-militairen zijn 2 dagen geleden binnengevallen in de vroegere residentie van Aristide in Tabarre om er het hoofdkwartier van het leger te vestigen. Verschillende sectoren lieten weten dat ze dit een heel gevaarlijke evolutie vonden. Vandaag slagen blauwhelmen van de Minustah erin om de ex-militairen uit de villa van Aristide te zetten. Zij worden verplicht hun wapens achter te laten en worden in vrachtwagens overgebracht naar de politieacademie.

Door de overheid wordt opgelucht gereageerd omdat er bij de hele operatie geen bloed is gevloeid. Mike Joseph, de nieuwe woordvoerder van de regering, kondigt aan dat het Bureau voor de Gedemobiliseerde Militairen, dat 2 maanden geleden werd opgericht en geleid wordt door ex-kolonel Jodel Lesage, wordt ontbonden. Er wordt een nieuwe commissie van 3 kolonels benoemd om het dossier van de ex-militairen op te lossen.

Bernard Gousse, minister van Justitie, laat daarop weten dat de leider van de militairen, Ravix Rémissainthe, wordt gezocht omwille van verschillende aanslagen op openbare en privé-gebouwen. Hij zou in 1993 uit het leger zijn ontslagen op verdenking van drugshandel. Hij zou dus geen deel meer uitgemaakt hebben van het leger op het moment dat het werd afgeschaft. Ook laat minister Gousse weten dat van de 50 mannen die werden aangehouden voor de bezetting van de villa van Aristide, 16 in feite geen ex-militairen waren.

1 december 2004

Dichtbij het nationaal paleis, in de onmiddellijke nabijheid van de Amerikaanse staatssecretaris Colin Powell, worden 8 mensen gewond door kogels. Vanuit een taptap zouden een 15-tal ‘chimères’ het vuur hebben geopend, op 100 meter van het paleis. Powell benadrukt de noodzaak om zo snel mogelijk een sterke nationale politie op te richten. Hij vraagt ook dat de blauwhelmen hard optreden tegen deze gewapende mannen.

Generaal Augusto Heleno Ribeiro die aan het hoofd staat van de militaire tak van de Minustah, verklaart echter voor een commissie van het Braziliaanse parlement: “De Verenigde Staten, Frankrijk en Canada oefenen enorm zware druk uit opdat de blauwhelmen geweld gebruiken tegen de gewapende bendes. Maar ik sta aan het hoofd van een vredesmissie, niet van een bezettingsleger. Wij zijn niet in Haïti om geweld te gebruiken. Dat zou een legermacht van 100.000 man vereisen, bereid om vele mensen te vervolgen en te doden. Dat is niet onze rol en niet wat wij willen.”

26 november 2004

Ter gelegenheid van de verjaardag van de presidentiële verkiezingen van 2000 defileren mensen in de straten van de hoofdstad om de terugkeer van ex-president Aristide te eisen. Naargelang de bronnen spreekt men van enige honderden tot vijf- à zesduizend betogers, sommigen gewapend. De Minustah (Mission de Stabilisation des Nations Unies en Haïti) en de politie zijn nadrukkelijk aanwezig. Er worden geen incidenten gemeld. Eén van de organisatoren eist een “regering van nationale eenheid” waarbij ook Fanmi Lavalas betrokken wordt om de terugkeer van Aristide voor te bereiden.

22 november 2004

Premier Gérard Latortue verklaart in Parijs: “Mijn regering heeft geen enkel politiek project. Wij doen al het mogelijke opdat de verschillende politieke partijen kunnen deelnemen aan de komende verkiezingen. De politieke oplossing moet er komen samen met de aanhangers van Aristide, maar niet met Aristide.”

18 november 2004

Ex-militairen houden in verschillende steden optochten (o.a. Jacmel, Petit-Goâve en Les Cayes) om de slag bij Vertières te herdenken. In Port-au-Prince krijgen ze geen toelating om gewapend op straat te komen. De blauwhelmen laten alleen toe dat ze op enkele honderden meters van hun hoofdkwartier opstappen, van dichtbij en ook vanuit de lucht door een helikopter in het oog gehouden.

Een honderdtal ex-militairen probeert door te stoten naar het vroegere hoofdkwartier van het leger, dichtbij het nationaal paleis. Na onderhandelingen met de blauwhelmen vertrekken ze. Hun chef, Ravix Rémissainthe, klaagt de houding van de regering aan en dreigt met een passend antwoord.

Voorlopig president Boniface Alexandre verklaart dat de definitieve beslissing over de ex-militairen zal worden genomen door de volgende regering na de verkiezingen van volgend jaar.

12 november 2004

Premier Latortue verklaart dat er een internationaal aanhoudingsbevel wordt uitgevaardigd tegen Aristide omdat die verdacht wordt van verduistering van overheidsgeld. Er is een onderzoekscommissie opgericht o.l.v. ex-senator Paul Denis (OPL) om verduistering van overheidsgeld door het vorig bewind te onderzoeken.

5 november 2004

De presidenten van Latijns-Amerika en de Caraïben verklaren in Rio de Janeiro dat ze bereid zijn Haïti meer financieel te steunen en dat ze ook meer blauwhelmen zullen sturen. Bij die gelegenheid verklaart de president van de Dominicaanse Republiek Leonel Fernandez: “De economie van Haïti steunt volledig op de drugshandel en Aristide beschikt over een enorme macht bij het volk. Hij moet worden ingeschakeld bij de pogingen om een democratische oplossing voor het probleem te bereiken”.

De president van Brazilië, Lula da Silva, stuurt een speciale gezant naar Haïti, Marco Aurelio Garcia. Deze verklaart: ”Mijn missie bestaat erin om alle politieke sectoren die tot nu toe nog niet geconsulteerd werden bij de oplossing te betrekken. Bepaalde sectoren van Lavalas verwerpen het geweld. Deze moeten worden geïntegreerd in de dialoog van nationale verzoening en niet worden vervolgd”.