Haïti 2004: een nieuwe start is mogelijk!

Wat er de voorbije weken en maanden hier op Haïti gebeurd is, brengt mij er toe eventjes stil te staan bij twee parallelle bewegingen die in het land de kop opsteken. Zo is er enerzijds een beweging van opbouw die zich aandient als alternatief, modern is en drager is van hoop voor heel de natie, en anderzijds een beweging van afbouw en destructie, die op haar weg alles wil vernietigen om te blijven bij wat is: een toestand die tot op heden voor het Haïtaanse volk enkel maar problemen, vernedering, armoede en onderontwikkeling heeft gebracht.

De eerste beweging laat zich kennen door de inspanningen van diverse verenigingen om in zones die ver verwijderd zijn van de hoofdstad en de secondaire steden met elkaar contacten te leggen en netwerken uit te bouwen. Ze hebben het over voorstellen voor lokale ontwikkeling die jobs kunnen opleveren en een economisch, sociaal en cultureel dynamisme in hun streek kunnen aanzwengelen.

Toen ik op de radio twee organisaties bezig hoorde over de mogelijkheden in hun regio’s, moest ik terugdenken aan de vergaderingen over hetzelfde onderwerp waaraan ik had deelgenomen en aan de inspanningen van Haïtiaanse mannen en vrouwen om vastberaden de uitdagingen aan te nemen waarvoor hun gemeenschap staat. Ik was blij verwonderd over de mogelijkheden van deze lokale actoren om na te denken over hun eigen ontwikkeling en om alternatieve oplossingen uit te werken.

Een sociaal-economische en culturele opleving die het Haïtiaanse volk uit de miserie zou halen, is mogelijk op voorwaarde dat wij onze energie bundelen om onze natuurlijke rijkdommen, onze historische sites, de creativiteit en de vindingrijkheid van ons volk en onze geografische positie goed exploiteren. Bij veel mannen en vrouwen is de wil aanwezig om in zo’n project te stappen. Wat ons echter ontbreekt, is een staatsapparaat, dat open is en gedecentraliseerd, en steunt op bekwame mensen in het binnenland die dynamisch zijn en gevoelig voor die initiatieven die verandering bewerkstelligen en breken met een repressieve en vernielende staat.

In plaats van te steunen op dit potentieel aan energie en goede wil om iedereen te betrekken in de opbouw van het land, doen de huidige leiders van de Lavalas-beweging er spijtig genoeg alles aan om Haïti naar nog meer verdeeldheid en haat te sturen. Alle verschillen, of ze nu te maken hebben met huidskleur, met opleidingsniveau, met sociale klasse, ja zelfs met geslacht, worden zonder scrupules in de strijd gegooid om het klimaat van geweld en schrik in stand te houden in het voordeel van één enkele charismatische leider : de president. Als we zijn volgelingen mogen geloven, beschikt enkel Jean-Bertrand Aristide over de capaciteit om het land te bevrijden.

De miserie, de onwetendheid en de armoede van een volk ten einde raad worden systematisch gebruikt tot meerdere eer en glorie van de “leider”. Allen, die zich sedert jaren hebben ingezet om hun sectoren geleidelijk te organiseren en om alternatieven voor het land aan te dragen, worden opzijgezet of niet gehoord.
Door haar gedrag wil de Lavalas-beweging de eeuwenlange uitsluitingsmechanismen die Haïti tot de huidige impasse hebben gebracht, vervangen door andere, nog schadelijker mechanismen. Deze beweging doet voor het ogenblik niet anders dan de polarisatie versterken en de onmisbare nationale dialoog hypothekeren.

Haïti moet een uitweg vinden. De viering van 200 jaar onafhankelijkheid biedt een goede gelegenheid voor een nieuwe start. Het is inderdaad twee eeuwen geleden dat mannen en vrouwen van verschillende sociale klassen (slaven en vrijgelatenen) hun eigen belangen opzij schoven om een alliantie aan te gaan gericht op vrijheid en de creatie van een onafhankelijke staat. Deze historische daad, drager van hoop en vrede, kan ook nu hernieuwd worden. Het onderdrukte, verdeelde en vernederde Haïti kan zich uit het moeras optrekken waarin het langzaam aan het verdrinken is. Daarvoor moet het een “leiderschap” vinden dat alle krachten van de natie weet te bundelen. Haïti moet, zonder tijdverlies, het middel vinden om alle bestaande creatieve krachten te verenigen die enkel nog het signaal afwachten om een betere toekomst uit te bouwen.

Colette Lespinasse
1 november 2003