Haïti, een jaar later

Begin mei. Bij de check in van de vlucht naar Port-au-Prince in Miami is het even druk als vorig jaar. Een lange rij passagiers, vooral kleurige zwarte en minder donkere vrouwen (wellicht ‘commerçantes’) met enorme zakken en koffers, schuiven in zigzag aan. Twee keer wordt de bagage gecontroleerd. Er zijn voldoende sjouwers, allemaal zwarten en wellicht Haïtianen, om de zware pakken heen en weer te slepen en uiteindelijk op de band naar het vliegtuig te zetten.

De straten vol putten, het drukke verkeer, de opstoppingen: ik herken het vlug. In de stad wordt her en der aan de wegen gewerkt. De straten zijn properder. Het bouwen neemt blijkbaar nog toe. Ook zijn er vele splinternieuwe CALTEX-benzinestations, soms vlak naast een ander pompstation. Er is dus geld in Haïti…

Bij de eerste gesprekken gaat het over de situatie in de stad en de rest van het land, over de al drie maal uitgestelde verkiezingen die nu voor 21 mei zijn gepland. Verkiezingen zijn absoluut nodig om het functioneren van de instellingen opnieuw mogelijk te maken. Of er veel zal veranderen, blijft een open vraag. Meer dan drie jaar al draait het land zonder degelijk parlement. Maar het leven gaat voort, met of zonder verkiezingen.

Aan de basis werden verschillende initiatieven en informatiemeetings gehouden over wat verkiezingen zijn, wat ze (kunnen) betekenen voor het land. Verschillende kandidaten hielden ook bijeenkomsten met de kiezers. De situatie is zeer ambigu. Er zijn geen echte partijprogramma’s, men moet gaan stemmen voor kandidaten die men niet of nauwelijks kent, en men kan zich afvragen waarom zij kandidaat zijn.

Er zijn twee coördinaties van netwerken van verkiezingswaarnemers, twee politieke tendensen. Een reeks mensenrechtenorganisaties maken deel uit van de waarnemingsnetwerken en zorgden voor de vorming en de inschrijving van meer dan 3000 lokale waarnemers.

Zullen de verkiezingen plaatsvinden?

We kunnen eisen dat de verkiezingen doorgaan, en de internationale gemeenschap voert druk uit om ze te laten doorgaan, maar wie zal het zeggen?” zegt mijn gesprekspartner. Als de verkiezingen er komen op 21 mei en een tweede ronde op 25 juni, is het in elk geval te laat of zeer nipt om op 7 juli met het parlementair werk te kunnen starten, in de veronderstelling dat de verkiezingen tot duidelijke resultaten leiden.

De bevolking is vooral zeer ontgoocheld, onzeker ook, en men voelt zich onveilig door de toename van geweld en criminaliteit, door de straffeloosheid en het gebrek aan rechtspraak. Veel hiervan wordt toegeschreven aan de kringen van Lavalas…

En behalve de onveiligheid is er ook de nog slechter wordende economische situatie. Je betaalt nu al 20 gourdes voor 1 US dollar. Benzine kost niet veel minder dan in België en ook eetwaren worden duurder. In het binnenland is er honger. Ik denk terug aan het artikel dat ik in de krant las tijdens de vlucht van Parijs naar Miami: een groep van bijna 300 uitgeputte Haïtianen gevonden op de kust van een verlaten eiland van de Bahamas. Na verzorging in Nassau zouden ze gerepatrieerd worden naar Haïti. Alle moeite en kosten voor niets, of om hun leven ervoor te laten.

Want de betrachting van steeds meer Haïtianen is: weg geraken naar de overkant.


Amerikaans geld is aan het stijgen als een vlieger, hoe lang nog gaat het duren?

s Avonds verneem ik de moord op een Haïtiaans priester in de Plateau Central, die in de stad werd neergeschoten. Iedereen is geschokt. De onzekerheid weegt. Wat staat er nog te gebeuren? Pas een kleine maand geleden werd de directeur van Radio Haiti Inter bij zijn studio neergeschoten. Kort nadien werden in het binnenland twee volksradio’s beschadigd.

In Hinche hebben we een interessant gesprek met één van de verantwoordelijken in het bisdom. “Jongeren zien geen toekomst meer en luisteren niet meer naar wat wij vertellen. Ze willen alleen nog hun school afmaken en dan zo vlug mogelijk het land verlaten.” Onze spreker stelt alle hoop op de internationale gemeenschap; dié alleen kan redding brengen.

Op de terugweg blijven we de zwarte regenlucht voor, gelukkig. Op een wat breder stuk weg zit een zwaar beladen vrachtwagen vast in de modder. Passagiers en boeren uit de buurt zijn de wielen aan het uitgraven. Een eind verder wordt het druk op de weg, vrouwen te voet en schrijlings op de ezel gezeten komen terug van de markt. Elke dag is er wel ergens markt in één van de dorpen in de streek. De ‘parkeerplaats’ staat goed vol met ezels en muilezels. Hier en daar ook een fiets.

Op mijn vraag hoe het belastingstelsel in Haïti werkt, krijg ik het volgende antwoord: “om in Haïti je belastingen te betalen, moet je veel moed en geduld hebben. Je moet je zelf melden, en geluk hebben dat de bediende aanwezig is. Betaal je niet op tijd, dan zit daar een boete aan vast.”

Landhervorming

Op een volgende bijeenkomst krijgen we een boeiende uiteenzetting over de aanpak van de landhervorming in Haïti, nog één van die moeilijke en zeer gevoelige thema’s in het land. Reeds vijf jaar bestaat een wet hierover, de wil om er echt werk van te maken en middelen ter beschikking te stellen blijken vaak te ontbreken. Je kan dan toch niet verwachten dat de kleine boeren zich met volle energie en zware arbeid op landbouw en productie gaan toeleggen als ze geen zekerheid hebben dat de grond die ze bewerken ooit van hen zal zijn.

In de tweede week gaat de tocht naar de Artibonitevallei; meer dan zes uur doen we over de zowat 250 km. De groep vrouwen wacht al een hele tijd op ons. Na wat aarzelen vertellen ze de ene na de andere over hun ervaring in de vrouwenwerking, over hun tevredenheid en de vele dingen die ze in de vormingssessie meekregen. Ze leerden zichzelf en hun eigen werk te waarderen, en durven nu voor zichzelf opkomen. Twee van hen werken ook mee aan de lokale volksradio.

Rond half vier sluiten we de bijeenkomst af; sommigen van hen hebben nog een aantal uren te stappen om thuis te komen, en de regenwolken dreigen aan de donkere hemel. En morgenvroeg om 5 uur zijn deze vrouwen al op stap naar de markt vier uur verder, fier rechtop, de mand of korf met 30 tot 40 kg vruchten op het hoofd.

Kracht van vrouwen

De avond en de nacht genieten we van de gastvrijheid van een lid van de vrouwengroep. En ook hier gaat het gesprek over de op til zijnde verkiezingen en de (goede of slechte reputatie van) lokale kandidaten. Er zijn in totaal 29.300 kandidaten, van wie vele onafhankelijken, voor in totaal 6.000 posten. De onafhankelijken moeten 10 keer meer inschrijvingsgeld betalen dan partijgebonden kandidaten.

Op de terugweg, bij het naderen van de hoofdstad, rijden we langs de wijk Tabarre, om de opstoppingen van het centrum te vermijden. Tabarre is de wijk waar o.a. de vroegere president Aristide woont. Er wordt veel gebouwd aan deze kant van de stad. Er blijkt ook steeds elektriciteit te zijn…

Er staan nog twee drukke dagen op de agenda, maar ik denk tevreden terug aan de groep vrouwen in St. Michel. Als er in dit land ooit wat verandert, zal het voor een groot deel dank zij de vrouwen zijn, denk ik. Waar zij de kracht en de uithouding vandaan halen, het blijft me een raadsel!

Greet Schaumans
1 juni 2000

Meer artikels uit deze rubriek