Een tijdje geleden vroegen we aan twee leerkrachten lager onderwijs in het binnenland van Haïti om ons over hun werk te vertellen. Allebei werkten ze met een aantal vragen die we hen bezorgden.
We geven hier hun bevindingen weer, zoals zij het zelf geformuleerd hebben.
Marielande geeft les in het eerste leerjaar en Jernius in het 2e leerjaar, in een school in Mombin Crochu. Bernabé geef les in Fort Liberté en is ook directeur van de lagere school.
Om 8 u. begint de school en is er les tot 10 u. Dan een half uurtje speeltijd en verdeling van de schoolmaaltijd. En van 10u30 tot 13 u. is er opnieuw les. Daarna gaan de leerlingen naar huis. ’s Morgens vertrekken ze thuis vaak te voet om 6u30 om tegen 8 u. op school te zijn.
Als positieve evoluties in het onderwijs zien zij dat de mensen meer geïnteresseerd zijn om hun kinderen naar school te sturen. De gebruikte lesmethodes zijn concreter en meer praktijkgericht. De kinderen zijn geïnteresseerd in moderne technologieën zoals informatica en GSM. Kinderen zijn intelligenter en staan meer open voor onderwijs.
Er zijn meer scholen dan vroeger, ook in de gemeentelijke secties (deelgemeenten), wat positief is om meer kinderen te kunnen laten onderwijs volgen. Er is hier en daar wat didactisch materiaal beschikbaar. Er zijn ook meer gratis scholen.
Negatieve evoluties ziet zij in het feit dat de leerprogramma’s niet aangepast zijn aan de leeftijd van de kinderen, 40-60 kinderen in één klas is te veel, de leerkrachten zijn steeds minder gevormd, de verloning is zeer laag (5000 gds/maand = 75 Euro/maand voor een full-time; er is veel verloop van leerkrachten. Sommige kinderen vervalsen rapporten en examens, meer dan vroeger.
Onderwijs in de stad: meer in het Frans dan in het Creools; de kinderen in de stad hebben een betere basis; kinderen in de stad gaan naar de peutertuin. In de stad zijn er technische scholen en is er meer toegang tot moderne technologieën.
In de stad gaan kinderen regelmatiger naar school, ook bij slecht weer.
Ouders volgen het schoolwerk van hun kinderen niet op want het andere werk is belangrijker.
Wat maakt het les geven moeilijk?
Er is geen didactisch materiaal voorhanden. Er zijn weinig schoolboeken beschikbaar. Leerkrachten hebben geen onderwijsgids, de programma’s zijn niet helemaal hetzelfde, elke school zorgt voor zichzelf. Het onderwijs van de kinderen gebeurt niet in één taal maar in verschillende talen. Als de leerkracht wil werken en de leerling geen boek noch ander materiaal heeft, als de leerling afwezig is en niet elke dag naar school komt, als de leeftijd van de leerling niet overeenstemt met de klas waarin hij zit (omwille van onregelmatig naar school gaan), dan is dat allemaal zeer moeilijk voor de leerkracht.
De leerkracht heeft ook geen middelen voor transport om op tijd in de school aan te komen.
Kan iedereen naar school?
Kinderen met ouders die de financiële middelen hebben voor het schoolgeld, kunnen naar school. In Mombin Crochu kost 1 schooljaar ongeveer 3000 gds (45 Euro) alles inbegrepen. Ongeveer 200.000 kinderen gaan niet naar school, omdat de ouders niet de middelen hebben of omdat de kinderen moeten werken.