Vlaams Haïti Overleg

In een VN-rapport staat Haïti op de laatste plaats op het vlak van ontwikkeling (levensverwachting, niveau van opleiding, inkomen per inwoner…) Haïti staat ook op de laatste plaats van de landen van Latijns Amerika en de Caraïben op het vlak van de voeding. 47% van de Haïtianen zou ondervoed zijn.

Dichtbij het vliegveld van Port-au-Prince worden 2 Jordaanse blauwhelmen gedood. Nu hebben al 6 Jordaanse blauwhelmen hun leven gelaten in Haïti sinds het begin van de Minustah in juni 2004. In totaal zijn er al 14 blauwhelmen gestorven, vooral in Cité Soleil. De dag ervoor hebben in Cité Soleil honderden aanhangers van Aristide de aanwezigheid van de blauwhelmen veroordeeld.

In zwart geklede mannen zaaien paniek in Martissant en Fontamara. Zij vallen de auto van een politie inspecteur aan. De man kan op het nippertje ontsnappen, maar Jean Paraison, een jonge man die in de auto zat en door kogels werd gekwetst, kan niet meer bewegen. Daardoor wordt hij levend verbrand.

De ganse dag daarop worden geweerschoten gehoord in Martissant en Fontamara. De politie arresteert 11 mensen, onder wie 1 bendeleider. Enkele dagen later lanceren gewapende burgers een ultimatum aan de autoriteiten. Zij eisen de vrijlating van 6 van deze mannen. “Indien dat niet gebeurt, zullen zij nog vele mensen ombrengen en winkels en banken in brand steken!”

Een woordvoerder van de gewapende mannen eist op Radio Métropole de reïntegratie van militanten van Lavalas in de publieke ambten. Hij dreigt ermee verder te gaan met de gewelddaden in het kader van een “Operatie Bagdad 2”.

Een federale rechtbank van New York veroordeelt Emmanuel “Toto” Constant, de vroegere chef van de FRAPH, de paramilitaire organisatie die werd opgericht tijdens de dictatuur van generaal Cédras. “Foltering, waaronder verkrachting, poging tot moord en misdaden tegen de menselijkheid “ werden hem ten laste gelegd.

Hij moet 19 miljoen dollar betalen aan 3 vrouwen die werden ontvoerd en verkracht door zijn manschappen. Volgens de advocaten van de slachtoffers is dit de eerste keer dat iemand wordt veroordeeld voor dergelijke feiten die eigelijk door de Haïtiaanse staat werden georganiseerd. Constant was in 1994 naar de VS gevlucht. In juli van dit jaar werd hij aangehouden wegens oplichterij.

Honderden Duvaliëristen, onder wie Véronique Roy, de huidige gezellin van Jean-Claude Duvalier, richten een Fondation François Duvalier op. De vroegere hoogwaardigheidsbekleder Rony Gilot verklaart dat de Fondation een groots opgezette viering van de 100e verjaardag van de geboorte van François Duvalier wil organiseren op 14 april 2007.

Inwoners van Cité Soleil getuigen dat zeker 2 burgers, onder wie 1 scholier, gedood werden en 3 anderen gewond raakten tijdens botsingen tussen Braziliaanse en Boliviaanse blauwhelmen met gewapende bendes. Op Radio Kiskeya verklaart de woordvoerster van de Minustah, Sophie Boutaud, dat de blauwhelmen gebruik mogen maken van hun wapens wanneer ze worden aangevallen, “zonder de veiligheid van de bevolking in gevaar te brengen.”

De feestelijkheden voor Dessalines worden afgerond te Port-Rouge, waar Dessalines werd vermoord, en te Marchand-Dessalines (Artibonite), de eerste hoofdstad van Haïti. De dag begint met een Te Deum in de Sainte-Claire kerk. De priester doet er een oproep tot nationale eenheid. Hij betreurt de aanwezigheid van vreemde troepen in het land, meer dan 200 jaar na de afkondiging van de onafhankelijkheid. Tijdens de plechtigheid steken leden van de boerenorganisatie Brandi opschriften in de lucht ten gunste van een landbouwhervorming en voor sociale rechtvaardigheid.

Premier Alexis start de feestelijkheden voor de 200e verjaardag van de moord op de stichter van de Haïtiaanse natie, Jean-Jacques Dessalines, op 17 oktober 1806. Op het kerkhof van Sainte–Anne (Port-au-Prince) worden bloemen neergelegd op het graf van Dessalines, zijn lijfwacht Charlotin Marcadieu en zijn minister van Financies Balhazar Inginac. “De staat van deze graven bewijst het misprijzen waarmee wij onze voorouders behandelen”, aldus Alexis.

Het geweld tegenover burgers is nog helemaal niet gestopt. In de volksbuurt van Sans-Fil worden 5 mensen gedood en raken er 10 anderen gewond door 7 gewapende mannen, die vroeger al zouden hebben deelgenomen aan de terreurcampagne die bekend staat onder de naam “Opération Bagdad”. In Cité Soleil worden 2 kidnappers gelyncht en verbrand door een in woede ontstoken menigte. De 2 werden ervan beschuldigd een scholier te hebben ontvoerd.

Wat opvalt, is dat de ontvoerders het meer en eer gemunt hebben op jonge kinderen. Zo werd een meisje van 4 gewelddadig uit de armen van haar grootmoeder gerukt toen zij het kind naar school bracht. Een baby van 7 maand werd ontvoerd van bij zijn ouders. De twee kidnappers werden gearresteerd.

Slachtoffers van het faillissement van de Spaarcoöperatieven in 2002 leggen een officiële klacht neer tegen de verantwoordelijken. Voor de burgerlijke rechtbank van Port-au-Prince eisen ze de arrestatie van de bestuurders en vooral van David Chéry. Ze beschuldigen hen van diefstal, oplichting en witwassen van geld. Ongeveer 17 miljard gourdes zijn in 2002 in rook opgegaan, tijdens het presidentschap van Aristide. De overgangsregering van Gérard Latortue (maart 2004 tot juni 2006) heeft 45 miljoen gourdes terugbetaald aan de gedupeerden.