Rubriek - Dagboek

8 maart 2007

Tijdens de internationale vrouwendag vinden er verschillende ceremonies, conferenties, debatten, films, concerten en tentoonstellingen plaats. Verschillende organisaties laten van zich horen.

De GARR houdt zich bezig met de Haïtiaanse vrouwen die migreren. De vrouwen in de grensstreek bevinden zich in een kwetsbare situatie. Deze vaak nog jonge vrouwen met kinderen werken in de Dominicaanse Republiek in economisch zwakke sectoren voor een erg laag loon. De GARR vraagt een ziekenhuis in de grensstreek met een materniteit om de gezondheidszorgen te verstrekken.

Andere organisaties houden zich bezig met het geweld dat vrouwen ondergaan. Ze vragen dat de Haïtiaanse staat de internationale overeenkomsten ratificeert die geweld tegen vrouwen strafbaar maken.

2 maart 2007

Een federale rechtbank in Miami verklaart de oud-kolonel van het Haïtiaanse leger Carl Dorélien schuldig aan moord en folteringen. Hij wordt veroordeeld tot het betalen van 4,3 miljoen dollar schadevergoeding. De klacht tegen hem is gebaseerd op twee zaken: de executie in 1994 van een inwoner van Raboteau in Gonaïves en de foltering van een vakbondsleider.

Carl Dorélien is één van de 38 oud-militairen die in 2000 bij verstek werden veroordeeld wegens hun betrokkenheid bij het bloedbad in Raboteau op 22 april 1994, waarbij een vijftiental mensen gedood werden. Hij was gevlucht naar de VS waar hij in 1997 6,3 miljoen dollar won bij de lotto.

27 februari 2007

Op een Haïtiaans-Dominicaans forum worden de resultaten van een onderzoek bekendgemaakt dat gevoerd werd door de Internationale Organisatie van de Migratie en de Latijns-Amerikaanse Faculteit van Sociale Wetenschappen uit de Dominicaanse Republiek. Volgens dit onderzoek leven er iets meer dan 500 000 Haïtianen in de Dominicaanse Republiek. De migratie is in 89% van de gevallen te verklaren door de zoektocht naar werk. Van de migranten werkt 40% in de landbouw, 38% in de bouw, 8% in de kleinhandel en 2% in het huishouden. 70% van de migranten is man. Heel wat migranten komen uit het zuiden van Haïti.

De Dominicaanse ambassadeur in Haïti schatte eerder dat er ongeveer een miljoen Haïtianen werkzaam zijn in de Dominicaanse Republiek. Hij beschouwt de Haïtiaanse migratie als positief, maar zegt dat zijn regering verplicht is illegale Haïtianen het land uit te zetten. Hij roept de Haïtiaanse autoriteiten op de grens te bewaken.

26 februari 2007

Op drie dagen worden een tiental mensen ontvoerd. Een meisje van 2 jaar wordt uit het huis van haar ouders weggehaald. De artiest-schilder Christian Beaulieu werd ontvoerd toen hij terugkwam van het carnaval. Na gefolterd te zijn, werd hij in een reservoir met water geplaatst dat tot aan zijn middel reikte. Na het betalen van een losgeld van 6000 dollar kwam hij vrij.

Het lichaam van de handelaar Roger Elie werd gevonden in een waterput in Tabarre. Zijn familie had 34.000 dollar overgemaakt aan de ontvoerders, maar die vroegen 100.000 dollar.

18 februari 2007

Het carnaval in Port-au-Prince begint onder het thema ‘Solèy Leve’, de zon komt op. Het thema is geïnspireerd door één van de schilderijen van Prospère Pierre-Louis waarop een vrouw staat die de zon omvat met haar armen. Dit thema is een centraal element in de schilderijen van de artiesten van de beweging Saint-Soleil. Het werd gekozen om eer te bewijzen aan de belangrijkste vertegenwoordiger van deze beweging, de artiest-schilder Jean-Claude Garoute, die overleed in december 2006.

De optocht bestaat uit 4000 verklede personen, 25 wagens met muziek, 11 wagens met allegorische voorstellingen en 15 groepen. Langs het parcours staan een honderdtal brigadiers voor de vrede die geweld moeten voorkomen. Toch worden een 50-tal vrouwen verkracht tijdens het carnaval.

15 februari 2007

Vandaag loopt het mandaat van de Minustah af. Het wordt verlengd met 8 maanden tot 15 oktober 2007. Enkele landen willen een verlenging met 12 maanden, maar China is daartegen. De verhoudingen tussen China en Haïti liggen gevoelig omdat Haïti diplomatieke betrekkingen onderhoudt met Taiwan dat door China gezien wordt als een deel van zijn grondgebied.

De VN-Veiligheidsraad vraagt aan de blauwhelmen om het ritme van hun interventies op te drijven. Ze moeten strijden aan de zijde van de Haïtiaanse politie tegen de gewapende bendes om de veiligheid te herstellen, vooral in Port-au-Prince.

1 februari 2007

Ongeveer 150 VN-blauwhelmen, bijgestaan door 15 gepantserde voertuigen, worden bij dageraad gemobiliseerd voor een operatie in Cité Soleil om het ‘blauwe huis’ te beschermen, een toevluchtsoord voor gewapende bendes dat recent door de Minustah werd bemachtigd. Een gelijkaardige operatie van 430 soldaten en 32 gepantserde voertuigen wordt gevoerd in Drouillard, een wijk van Cité Soleil. De troepen van de Minustah nemen de controle over van een gebouw dat als basis dient voor criminele activiteiten van bendes die in Port-au-Prince opereren.

24 januari 2007

Er vindt een militaire operatie plaats door de soldaten van de Minustah in Cité Soleil. De operatie begint bij dageraad. Ongeveer 250 soldaten met 20 gepantserde voertuigen slagen erin de controle te krijgen over het ‘blauwe huis’, een huis dat gebruikt wordt als uitvalsbasis voor criminele acties. Vier criminelen worden gedood tijdens de gevechten. Er vallen ook enkele burgerslachtoffers.

18 januari 2007

De Minustah maakt de grote lijnen bekend van zijn actieplan voor het jaar 2007: helpen bij de hervorming van de openbare instellingen, het gerecht en de nationale politie. Daarnaast bijdragen aan het versterken van aandacht voor de mensenrechten. De woordvoerder van de Minustah zegt: “De verkiezingen hebben de basis gelegd voor een nieuwe relatie tussen de politieke en sociale sectoren en de nieuwe regering. Wij moeten nu werken aan het versterken van de rechtsstaat en de Haïtiaanse autoriteiten bijstaan bij de hervorming van de instellingen.”

17 januari 2007

De volksvertegenwoordigers eisen unaniem het ontslag van inspecteur Jean Saint-Fleur. Hij wordt ervan beschuldigd op 12 januari de volksvertegenwoordiger van Baradères, Michelet Casimir, te hebben aangevallen. Casimir reed tegen de richting in een eenrichtingsstraat. Op het moment van het gebeuren bevonden zich gewapende mannen aan de zijde van Casimir, waaronder één man die voordien aangehouden werd en nadien vrijgelaten werd onder druk van de volksvertegenwoordiger.