Vlaams Haïti Overleg

Onder de leiding van Yolène Gilles, lanceert het ‘ Nationaal Netwerk ter verdediging van de mensenrechten (Rnddh) een sensibilisatiecampagne tegen de voorlopige hechtenis onder het moto: “gevangenen hebben recht op gerechtigheid”. Er wordt aangeklaagd dat eind september slechts 715 gevangenen veroordeeld waren op een totaal van 4443. Het Netwerk wil culturele activiteiten organiseren binnen de gevangenismuren. Men wil restauratiewerken aan de cellen uitvoeren en er zullen mobiele klinieken rondrijden om de gevangenen gratis medische verzorging te garanderen. Men zal 1520 hygiënische pakketten uitdelen met zeep en toiletpapier, tandenborstels en tandpasta.

De begroting voor het financiële jaar 2006/2007 zal 1,5 miljard dollar bedragen. Ongeveer 40% zal komen van door de Haïtiaanse staat geheven belastingen komen. De rest zal worden gefinancierd door het buitenland. Ongeveer 1 miljard zal gaan naar speciale ontwikkelingsprogramma’s en projecten. Ongeveer de totaliteit van deze programma’s zal dus gefinancierd worden door het buitenland. De rest zal gaan naar de werking van de staatsinstellingen.

De voornaamste wijziging die de parlementairen hebben doorgevoerd bij de bespreking van deze begroting is de vorming van een ‘veiligheidsmacht’ om de Nationale Politie te ondersteunen. Hoe deze macht er precies zal uitzien, wordt niet beslist. 125 miljoen gourdes zullen eraan worden besteed. In het parlement gaan meer en meer stemmen op voor de heroprichting van een leger.

Na Toto Constant en Jodel Chamblain, was Lionel Cassénada de derde man van de paramilitaire FRAPH, de groep die vele misdaden heeft gepleegd onder de militaire dictatuur in het begin van de jaren ’90. Vandaag wordt hij door de Canadese autoriteiten uitgeleverd aan Haïti. Bij zijn aankomst wordt hij naar de directie van de gerechtelijke politie overgebracht. Nog andere misdadigers, meestal minder gevaarlijk dan Cassénada, worden geregeld door de VS en door Canada uitgeleverd.

Bruner Esterne, voorzitter van de Conseil de défense des droits de l’homme van Grand Ravine, wordt vermoord door 3 onbekende gewapende mannen wanneer hij terugkeert van een debat over de moorden te Martissant op 20 augustus 2005. Hij was ooggetuige geweest.

De discussieavond was ingericht door een Associatie van Gemotiveerde Universitairen voor een Rechtvaardig Haïti (AUMOHD). De voorzitter van deze Associatie krijgt enkele dagen nadien een telefonische oproep van een zekere Janjan, waarin hij wordt verwittigd “dat diegenen die teveel praten daarvoor zullen boeten, zoals Bruner Esterne!”

Amnesty International roept de autoriteiten op ernstig werk te maken van zulke ongehoorde zaken.

Bij presidentieel besluit worden 2 nieuwe staatssecretarissen aangesteld en 14 directeurs-generaal voor de openbare diensten. Joanas Gay wordt staatssecretaris voor Landbouw en Carol Joseph staatssecretaris voor alfabetisering.

Bij hetzelfde besluit wordt nog een belangrijk nieuw orgaan in het leven geroepen: een Nationale Commissie voor Ontwapening, Demobilisatie en Reïntegratie, onder leiding van Alix Fils-Aimé die de premier vertegenwoordigt. Jean-Baptiste Jean Philippe (alias Samba Boukman) zou in de Commissie zetelen namens Lavalas en de president vertegenwoordigen. De politie is in de Commissie vertegenwoordigd door Fritz Jean, die voor de tweede keer in zijn carrière hoofdinspecteur van politie wordt.

Op hetzelfde moment kondigt Edmond Mulet van de Minustah een ‘Nationale Campagne van Ontwapening’ aan. De gewapende bendes zullen in ruil voor de inlevering van hun wapens voedsel, geld en vorming ontvangen, waardoor ze uitzicht krijgen op een baan. Hun families zullen kits krijgen met voedsel en economische hulp. Er wordt bijgevoegd dat de leiders die verantwoordelijk zijn voor schendingen van de mensenrechten en criminele daden niet in aanmerking komen voor de voordelen van deze campagne.

Sinds het nieuwe bewind Préval/Alexis is het klimaat van onveiligheid en misdaad er niet op verbeterd. Als bewijs de feiten die op één dag werden gemeld door verschillende bronnen.

In Cap Haïtien wordt melding gemaakt van 7 ontvoeringen en vele moorden. Zo wordt een medewerker van het Rode Kruis, Jean Oné Cinéus, vermoord teruggevonden in Sainte Philomène, dichtbij Cap Haïtien.

In Port-au-Prince, in de volkswijk Solino, worden 3 personen gedood en 5 anderen zwaar gewond. Een vrouw en drie kinderen worden ontvoerd. De ex consul-generaal in de Dominicaanse Republiek van de overgangsregering (2004-2006), Bélony Mathurin, wordt vermoord teruggevonden in zijn huis te Delmas. Rénel Pétion, een ambtenaar bij de administratie voor de gevangenissen, wordt vermoord te Pétion-Ville.

In Gonaïves maken nieuwe botsingen tussen rivaliserende bendes minstens 1 dode en 2 gewonden.

Frantz Lerebours, woordvoerder van de Nationale Politie, verklaart dat in juli 54 personen werden ontvoerd en in augustus een zestigtal. In augustus werden 27 kidnappers aangehouden. Volgens hem worden vele ontvoeringen niet eens aangegeven.

1. De politie van Pétion-Ville toont 6 vermoede kidnappers, onder wie 1 tiener en 1 jonge vrouw. Zij werden op heterdaad betrapt toen zij losgeld kwamen ophalen. Enkele dagen voordien werd ook in Pétion-Ville een militant van Lavalas, René Civil, aangehouden in een gestolen auto. Hij werd ook beschuldigd van illegaal wapenbezit. Rudy Hériveaux, een senator van Lavalas, stelt voor dat hij wordt vrijgelaten, als teken van verzoening.

1. 150 vrouwen, allen slachtoffers van verkrachting, manifesteren in Port-au-Prince. Zij zijn volledig in het wit gekleed en dragen een zwart masker. Zij eisen gerechtigheid en het einde van de discriminatie waarvan zij het slachtoffer zijn.

De regering slaagt er – met veel moeite in het zgn. Pétrocaribe-akkoord te laten goedkeuren door het parlement. Dit akkoord werd reeds op 15 mei ondertekend door René Préval en door de vice-president van Venezuela. Van de 114 afgevaardigden en senatoren die de huidige 48ste legislatuur vormen, geven er 53 hun akkoord en zijn er 15 die zich onthouden. De anderen zijn afwezig.

Door het akkoord krijgt Haïti een krediet tegen lage interest wanneer de prijs van de olie boven de 40 dollar per vat komt. De periode om terug te betalen, wordt gespreid over 25 jaar.

Jean Reynald Clérismé, de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, verklaart aan volksafgevaardigden dat hij een onderzoek start naar corruptie tijdens de vorige interim-regering. Deze maatregel komt er nadat verschillende parlementairen een onderzoek hebben geëist bij de diplomatieke zendingen in de VS, Cuba en de Dominicaanse Republiek. Ook hebben zij verklaard dat alleen al bij Buitenlandse Zaken 6 miljoen dollar zijn verdwenen.

Vele aanhangers van Aristide, onder wie twee bendeleiders uit Cité Soleil, Amaral Duclona en Evens Jean, komen op straat om de onvoorwaardelijke terugkeer van Aristide te eisen. Voor de eerste keer moeten Préval en zijn eerste minister Alexis het ontgelden. Daarmee reageren ze tegen de nieuwe machthebbers die dreigende taal hebben gesproken tegen de gewapende bendes. “Het is dank zij de wapens van de volkswijken dat Préval voor de tweede keer aan de macht kon komen! Indien men een ontwapening wil doorvoeren, moet men eerst beginnen in de rijke buurten!” De manifestatie verloopt zonder incidenten.