Rubriek - Dagboek

26 januari 2001

De nieuwe Amerikaanse staatssecretaris Colin Powell verklaart dat de VS bereid zijn om de dialoog aan te gaan met Aristide. Deze dialoog zal erop gericht zijn om de Haïtianen te ontraden nog hun leven te riskeren in een poging om over te steken naar de Amerikaanse kusten. Hij staat positief t.o.v. de toegevingen die Aristide gedaan heeft in zijn brief van 27 december 2000. Deze brief zal als basis dienen voor een definitief akkoord, maar Colin Powell sluit niet uit dat er nog nieuwe toegevingen zullen worden geëist. Hij herinnert eraan dat de VS 600 miljoen dollar beloofd hebben aan Haïti, op voorwaarde dat een overeenkomst wordt gesloten tussen beide landen.

18 januari 2001

Rosny Desroches stelt een ‘Civiele Bemiddelingscommissie’ voor die zal bestaan uit 7 leden van de patronale, religieuze en sociale middens. Ook zouden een waarnemer van Lavalas en één van de oppositie er deel van uitmaken. Deze bemiddelingspoging vanuit de civiele hoek krijgt onmiddellijk de steun van de Amerikaanse ambassade en van de Europese Unie.

Yvon Neptune, van Lavalas, reageert wantrouwend. “Wij zullen niet deelnemen aan een initiatief dat een staatsgreep wil goedpraten, tegen de wil van het volk.”

12 januari 2001

De Convergence Démocratique reageert schriftelijk op de uitnodiging tot dialoog van Aristide: “De Convergence is bereid U te ontmoeten, als chef van de partij Fanmi Lavalas, maar niet als verkozen president. Niet te Tabarre, maar op neutraal terrein, met een afgelijnde agenda, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap en personaliteiten van buiten de politiek…”

Zelf wordt Aristide uitgenodigd op de Staten-Generaal van 27 januari. “Op deze Staten-Generaal zal een Voorlopige Regering van Nationale Eenheid worden aangesteld om de institutionele leegte op te vullen bij het vertrek van president Préval.”

Fanmi Lavalas vindt het onverantwoord onaanvaardbare voorwaarden te stellen en noemt het een vlucht dat men Aristide niet als verkozen president wil ontmoeten.

8 januari 2001

Volksorganisaties die bij Fanmi Lavalas aanleunen, houden in de ruïnes van de Sint-Jan Bosco kerk een persconferentie. Paul Raymond van de Ti Kominote LegLiz (TKL) maakt er gewag van een honderdtal personen die door de Convergence Démocratique aangesproken zijn om een ‘Comité van Publieke Redding’ te vormen. Hij uit zware bedreigingen aan het adres van deze mensen.

Zijn bedreigingen lokken een storm van protest. Verschillende organisaties, o.a. Amnesty International en Journalisten Zonder Grenzen, vragen dat het gerecht optreedt tegen Paul Raymond. De coördinatoren van Ti Kominote Legliz te Port-au-Prince veroordelen de bedreigingen van Paul Raymond.

3 januari 2001

De ‘Convergence Démocratique’, die 15 oppositiepartijen bundelt, organiseert te Port-au-Prince een forum waarop de verkiezingsresultaten van 21 mei en 26 november 2000 worden verworpen. Men kondigt er ook een ‘voorlopige regering van nationale eenheid’ aan voor 7 februari, dag waarop Aristide in functie treedt. In deze regering zullen ook leden van Fanmi Lavalas zetelen. Haar voornaamste taak zal zijn echt democratische verkiezingen te organiseren.

27 december 2000

De nieuw verkozen president Aristide schrijft een brief naar Bill Clinton waarin hij een aantal belangrijke beloftes doet om de internationale gemeenschap gerust te stellen:

  1. een tweede verkiezingsronde voor de senaat;
  2. de aanstelling van een nieuwe, onafhankelijke Kiesraad (CEP);
  3. een akkoord over de repatriëring van Haïtianen die illegaal in de VS verblijven;
  4. actieve medewerking aan de strijd tegen de drughandel;
  5. de aanvaarding van het toezicht door een semi-permanente missie van de Organisatie van Amerikaanse Staten op de naleving van de mensenrechten;
  6. de vorming van een nieuwe regering waarin ook de oppositie vertegenwoordigd is;
  1. nieuwe onderhandelingen met de internationale financiële instellingen.

In Washington worden deze beloften van Aristide op scepticisme onthaald, o.a. door de republikein Benjamin Gilman, voorzitter van de Commissie voor Internationale Betrekkingen.

26 november 2000

De presidents- en senaatsverkiezingen verlopen over het algemeen in een rustig klimaat. Volgens sommige bronnen zou de opkomst slechts 15 % zijn. Alleen in de volksbuurten van Port-au-Prince, nl. in Cité Soleil, La Saline, Carrefour-Feuilles e.a. komen de mensen massaal stemmen. De CEP beslist dat alle stembureaus hun deuren sluiten om 17u. Zij baseert zich hiervoor op artikel 151 van de kieswet, waarin staat dat de verkiezingen afgesloten mogen worden als alle ingeschreven kiezers hun stem hebben uitgebracht voor 17u. Kort na de sluiting van de stembureaus komen mensen massaal op straat in Cap-Haïtien en in de volksbuurt Saint-Hélène (Jérémie), om de verkiezingsoverwinning van Aristide te vieren.

17 november 2000

De rechtbank van Gonaïves veroordeelt op het zogenaamd proces van Raboteau bij verstek, 37 vroegere militairen en leden van de FRAPH tot levenslange dwangarbeid. Zij werden schuldig bevonden aan marteling en doodslag tijdens de staatsgreep van april 1994. Onder hen, ex-generaals Raoul Cédras en Jean-Claude Duperval, de vroegere legerstafchef Philipe Biamby, de vroegere politiechef Joseph Michel Franqois, en de leiders van de FRAPH, Emmanuel Constant en Louis Jodel Chambelain.

De veroordeelden verliezen hun burgerrechten. Hun bezittingen zullen aangeslagen en verkocht worden. De opbrengst zal gaan naar de slachtoffers van de moordpartij. Van de 22 beschuldigden die al in de gevangenis zaten, worden er 6 vrijgesproken en 16 veroordeeld. 12 krijgen levenslang, o.a. de vroegere bevelhebber van het militaire district van Gonaïves, Castera Cénafils. 4 krijgen gevangenisstraffen tussen 4 en 9 jaar.

16 november 2000

Het Congres van Haïtiaanse Arbeiders (COH) kondigt een staking aan voor 25 en 26 november. De vakbond wil hiermee protesteren tegen de hoge prijzen van petroleum en andere basisgoederen, terwijl het basisinkomen van de mensen al sinds 1995 op 36 gourdes is gebleven. De COH roept ook op om de verkiezingen te boycotten.

26 oktober 2000

De woordvoerder van de Nationale Politie, Jean Dady Siméon, bevestigt dat er verschillende politiecommissarissen werden aangehouden in de Dominicaanse Republiek. Onder hen ook Guy Philippe van Cap Haïtien. In de Dominicaanse Republiek zouden zij verklaard hebben dat zij verplicht werden de verkiezingen van 21 mei te beïnvloeden. Daartoe zouden op de avond voor de verkiezingen rechtstreeks bevelen gekomen zijn vanuit de residentie van Aristide. De oppositie gebruikt deze verklaring om te argumenteren dat de verkiezingen van 21 mei ongeldig zijn.

De woordvoerder van Fanmi Lavalas, Yvon Neptune, argumenteert: “Waarom hebben zij 6 maand gewacht om dat te verklaren ? Nu ze worden beticht van samenzwering komen ze daarmee af. Met dergelijke beschuldigingen hopen ze alleen maar vlugger politiek asiel te krijgen.”