Rubriek - Dagboek

7 maart 2001

Het Centrum voor het Vrije Ondernemerschap en de Democratie (CLED), een vereniging van ondernemers, stelt voor om algemene verkiezingen te houden binnen de 12 komende maanden. De CLED hoopt dat deze verkiezingen het zullen mogelijk maken dat een volledig wettelijk parlement kan geïnstalleerd worden. De voorgestelde verkiezingen zouden georganiseerd moeten worden door een consensus-regering. Het voorstel wordt positief onthaald door de ambassades van de Verenigde Staten en Frankrijk.

Jonas Petit van Fanmi Lavalas verklaart dat de voorstellen van de CLED niet realistisch zijn aangezien de Convergence Démocratique totnogtoe alle voorstellen die zijn partij deed om tot een compromis te komen, afwees. De oud-minister van landbouw, Gérald Mathurin oordeelt dat de situatie gedomineerd wordt door een ‘logica van beledigingen’, zonder enige wil tot onderhandelen. Hij voegt eraan toe dat het volk vergeten wordt in de strijd tussen de twee politieke blokken.

6 maart 2001

Tussen de 200 en 300 gedemobiliseerde militairen manifesteren in Port-au-Prince om de heroprichting van het Haïtiaanse leger te eisen dat in 1995 ontbonden werd, na de terugkeer van Aristide uit ballingschap. De gewezen militairen scharen zich achter ‘voorlopig president’ Gérard Gourgue, die zich herhaaldelijk uitsprak voor het heroprichten van het Haïtiaanse leger. Sommige manifestanten eisen de betaling van 72 maanden achterstallige soldij. De woordvoerder van de gedemobiliseerde militairen roept zijn oud-collega’s op tot mobilisatie met het oog op het heroveren van hun kazernes.

3 maart 2001

President Aristide engageert zich om mee te werken aan het onderzoek naar de moord op journalist Jean Dominique. Tijdens een bezoek aan Radio Haïti Inter zegt hij: ‘Ik ben met Jean, met alle slachtoffers. Ik ga meer dynamiek brengen in het verloop van het onderzoek en wens dat er gerechtigheid geschiedt.’

Aristide antwoordt eveneens op een open brief die aan hem gericht is door instellingen en verenigingen die gegroepeerd zijn onder de naam ‘Eko Vwa Jean Dominique’, echo’s van de stem van Jean Dominique.

2 maart 2001

President Aristide beëdigt de nieuwe ministers tijdens een ceremonie op het Nationaal Paleis in tegenwoordigheid van diplomaten en hooggeplaatste ambtenaren. Hij benadrukt dat “Lavalas en de oppositie gedoemd zijn om samen te werken en dat de poorten wagenwijd open staan om de deelname van de oppositie aan het democratisch proces mogelijk te maken.” Verder wordt de samenstelling van de nieuwe Kiesraad voorgesteld. Deze Kiesraad bestaat voor een belangrijk deel uit leden van de oppositie. Haar opdracht is verkiezingen te organiseren om de senaat voltallig te maken.

1 maart 2001

De regering van Jean-Marie Chérestal krijgt het vertrouwen van de senaat met 17 stemmen voor en 1 onthouding. De regering zal werken aan betere relaties met de financiële wereld; de hervorming van het gerecht is een topprioriteit. Andere belangrijke punten zijn: de hervorming van de Nationale Politie, een betere gezondheidszorg, strijd tegen de drugs en de dialoog met de oppositie.

13 februari 2001

De Veiligheidsraad van de UNO dringt er bij de nieuwe machthebbers op aan meer inspanningen te doen om te komen tot een nationale dialoog en verzoening. Er moet werk worden gemaakt van een reorganisatie van de ordediensten en het gerecht. De oppositie moet positief reageren op de oproep van Aristide om tot een dialoog te komen.

Dezelfde dag schrijft de Amerikaanse president Bush een brief naar Aristide. Hij vindt de brief van Aristide, waarin hij op 27 december belangrijke toegevingen doet aan zijn voorganger Clinton, een goede basis om de betrekkingen tussen de twee landen te verbeteren.

Zes mensenrechtenorganisaties, o.a. Human Rights Watch en National Coalition for Haitian Rights, vragen de internationale gemeenschap druk uit te oefenen op Aristide opdat hij een ‘agenda van hervormingen’ zou opstellen en naleven:

  1. zij die verantwoordelijk zijn voor politiek geweld moeten voor de rechter gebracht;
  2. er moet een oplossing komen voor de gecontesteerde verkiezingen van 2000 door een 2e stemronde van de senaatsverkiezingen van 21 mei;
  3. er moet een geloofwaardige kiesraad aangesteld worden;
  1. en er is nood aan een onafhankelijke rechtspraak.

Aristide moet duidelijk afstand nemen van diegenen die in zijn naam geweld gebruiken. De organisaties reageren ook tegen de Amerikaanse politici die aandringen op nieuwe economische sancties voor Haïti.

9 februari 2001

Aristide stelt Jean-Marie Chérestal aan tot eerste minister. Deze man is 53 jaar en was al minister onder Aristide. Hij was één van de stichters van Fanmi Lavalas in november 1996. De Convergence Démocratique laat weten niet bereid te zijn deel uit te maken van de nieuwe regering. Alleen Marc Bazin, van de Mouvement pour l’Instauration de la Démocratie (MIDH), geeft de nieuwe eerste minister alle krediet en verklaart zich bereid een ministerportefeuille op te nemen. Later zal hij inderdaad minister van Buitenlandse Samenwerking worden.

7 februari 2001

Aristide wordt voor de tweede keer als president van Haïti beëdigd. Er zijn weinig buitenlandse delegaties aanwezig en geen enkel ander staatshoofd heeft de verplaatsing gedaan.

In het Nationaal Paleis houdt Aristide zijn investituurrede. Hij lanceert een erg ambitieus plan op economisch en sociaal vlak en belooft dat er orde zal heersen. De vrije meningsuiting is een verworvenheid. Er zal werk worden gemaakt van de strijd tegen de drugs. Hij belooft vrede voor alle politieke partijen om te komen tot een politieke en economische deblokkering. Hij noemt zichzelf “de president van alle Haïtianen zonder onderscheid.”

In de straten is het kalm. Sympathisanten van Fanmi Lavalas hebben versieringen aangebracht om de terugkeer van Aristide aan de macht te vieren. Maar de ‘ambiance’ is helemaal niet te vergelijken met 7 februari 1991, toen vele duizenden mensen in de straten van Port-au-Prince er een groots feest van maakten.

6 februari 2001

In de nacht van 5 op 6 februari lopen onderhandelingen tussen Fanmi Lavalas en de Convergence Démocratique af op een totale mislukking. Er waren op 3 februari contacten gestart op het hoogste niveau, in aanwezigheid van de bemiddelingsgroep rond Rosny Desroches. De partijen geven elkaar de schuld voor de mislukking. De oppositie zou bereid geweest zijn Aristide te aanvaarden als president, maar slechts voor maximum 2 jaar. Daarop wordt Gérard Gourgue door de oppositie uitgeroepen tot ‘Voorlopige president van de Republiek, voor maximum 24 maanden, om algemene verkiezingen te organiseren.’

2 februari 2001

De Europese Unie bevestigt dat zij een 2e deel van een hulpprogramma van 44 miljoen Euro tegenhoudt. Deze beslissing is een reactie tegen de verkiezingen van 21 mei 2000. Alle directe hulp aan Haïti is bevroren.